1476-03-09 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Schoonhoven Inv no 119 II fol 2

Jaartallenindex

scepenen binnen Scoenhoven oorkonden dat Jan Adriaensz overgaf Vrederic Ponciaensz enen vrijen eygen van 4 scild sjaers op sijn huijs ende erve geleghen opten Westhoeck van de Nustraet oestwerts van Claes Pietersz die Scerijaers huys ende erve. Losbaar den penning met 14 penn

Dirc van Liesvelt, Joest Aerntsz ende Claes Egbertsz, schepenen

Arkel, van | 1357-04-20

Scholten: Grafenthal no 199 p 156

Achternamenindex

Randolf van Hokelem, jager van de hertog van Gelre, oorkondt dat hij van Grafenthal ontvangen heeft 325 pond cleynre penninghe "daer si mijn erfenisse in den ghericht van Aesperden geleghen om gekocht hebben". Opschrift "Koepbrief van den Hoff to Schaer in Kessel"

heer Arnde van Erkel zegelt voor hem daar hij zelf geen zegel heeft

Arkel, van | 1329-09-20

Van Mieris II p 487, 488

Achternamenindex

Otto heer van Asperen, ridder, draagt de graaf op zijn huis Lingenstein a.d. oostzijde van Asperen en een huis daarnaast gelegen aan de kant van Eckoye met de hofstede waarop het staat en 5 morgen land, "uterdyxs, dair an geleghen" die hij kocht van de heer van Arkel

bezegeld door minen heren broeder heer Arnoud van Hoekelem, heer Jan van Hoekelem, zinen zone, minen neve en heren Otten van Asperen minen sone

Saij | 1469-10-02

R.A.H. 104 Caput Kennemerland fol 11v (fol 3v)

Achternamenindex

hertog Karel beleent Phillips Saij na dode van zijn vader Bangaert met een woning met hofstede, met de laan naar de Houtwech, ende den tuyn die naest geleghen is optie noirtsijde van der laen, ende die Venne die onder sijn huys gelegen. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 5 schell Holl

mr Henrick van der Mye, Soijer Soyerszoon, leenmannen

Heemskerk, de Vlotter

1522-02-03 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 231/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 154

Jaartallenindex

leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Erric Jan Janszoens weduwe met haar zoon Dirck Jansz als bestorven voogd, erkennen dat zij verkocht heeft aan het Zijlklooster te Haarlem de helft van een stucke lants, in als groet wesende 8 koeweyde, geleghen in den banne van Ackersloet, daer naeste lenden of zijn zuid: Jacob Maertsz van Haerlem, west: die ghemeene vaert, noord: Claes Quytsz van Haerlem, oost: die Dodden. Bezegeld na den gemeen scriven

Claes Hughen, Jan Heertgisz en Cornelis Gherijtsz, leenmannen

1467-10-05 |

G.A. Haarlem Inv 1665a Lade V/Arch St Remigiusgasthuis Haarlem

Haarlem Algemeen

wij Bairtout Gherytsz en Anthonys Dircx als man ende voecht van Clemeyns Barthoudsdochter voirs sinen wive oorkonden dat zij aan die bewaerres van Sinte Remyns gasthuijs binen Haarlem staende …..... cleyne Houtpoirte, geconsenteert hebben om die gouwe sloot die bij t gasthuyslant geleghen is, vrij te gebruyken ende te besigen en hun turf daardoor te vervoeren. Daar oorkonders beiden geen zegels hebben verzoeken zij Claes Gherijt voor hen te zegelen

Asperen, van | 1329-09-20

Van Mieris II p 487, 488

Achternamenindex

Otto heer van Asperen, ridder, draagt de graaf op zijn (stenen) huis Lingenstein aan de oostzijde van Asperen en een huis daarnaast gelegen aan de kant van Ackoye met de hofstede waarop het staat en 5 morgen land, "uterdyxs, dair an geleghen" die hij kocht van de heer van Arkel. Hij ontvangt het op dezelfde datum weer in leen

bezegeld door: zijn broer heer Arnoud van Hoekelem, zijn neef Jan van Hoekelem en zijn zoon Otto van Asperen; getuigen: Aernt van Hoklem, Willem van Duvenvoorde, ridders; Enghebrecht van Voorschoten, knape

Duvenvoorde, van | 1329-09-20

Van Mieris II p 487, 488

Achternamenindex

Otto heer van Asperen, ridder, draagt de graaf op zijn (stenen) huis Lingenstein a.d. oostzijde van Asperen en een huis daarnaast gelegen aan de kant van Eckoye met de hofstede waarop het staat en 5 morgen land, "uterdyxs, dair an geleghen" die hij kocht van de heer van Arkel. Hij ontvangt het op dezelfde datum weer in leen

bezegeld door minen heren broeder heer Arnoud van Hoekelem, heer Jan van Hoekelem, zinen zone, minen neve en heren Otten van Asperen minen sone; getuigen van de graaf: Aernt van Hoklem, Willem van Duvenvoorde, ridders, Enghebrecht van Voirscoten, knape

Heukelom, van | 1329-09-20

Van Mieris II p 487, 488

Achternamenindex

Otto heer van Asperen, ridder, draagt de graaf op zijn (stenen) huis Lingenstein a.d. oostzijde van Asperen en een huis daarnaast gelegen aan de kant van Ackoye met de hofstede waarop het staat en 5 morgen land, "uterdyxs, dair an geleghen" die hij kocht van de heer van Arkel. Hij ontvangt het op dezelfde datum weer in leen

bezegeld: zijn broer heer Arnoud van Hoekelem, zijn zoon Jan van Hoekelem, mijn neef en zijn zoon Otto van Asperen

1501-07-30 |

Cartul St Jan Haarlem no 1065

Jaartallenindex

Hughe Huygensz van Swijeten, scout int ambacht van Zoeterwoude, oorkondt dat Willem Alewynsz in eeuwige erfpacht overgegeven heeft aan Pieter Jansz als voogd van Willem Jansz zijn broeders weeskinderen, tbv deze weeskinderen, een horntgen [hoekje] van een cleyn smael weertgen geleghen in den ambacht van Zoeterwoude, sjaars om 24 placken. Ende dit voors. weertghen heeft beleghen noord: Willem Alewijnsz, west: dat capittel van St Pancras tot Leyden, oost: dat padt dat daer onder gaet, zuid: de Heerwech etc (vgl 1506-08-10)

bezegeld door de schout, in tegenwoordigheid van Ewout Jansz en Cornelis Boijensz als getuigen