21 resultaten
Els, van | 1615~
Kroniek Hist Gen jg 1853 p 164
Achternamenindex
Gerard van Els, lieutenant onder de compagnie van wijlen de kapitein Jacob van den Eynden de jonge, die hij als lieutenant 15 jaren geleyt heeft, solliciteert naar een kapiteinschap
Pieter Florisz | 1528
Kerkelijke Rek Haarlem fol 11
Voornamenindex
Pieter Florisz, tot Overveen, is begraven in de kerk, opdoen van het graf 20st, en sal betalen Dirck die Waelen wijf, is geleyt in haer graf 20sc
1554-07-11 |
R.A.H. Coll Aanw 257 fol 571-573/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe Jacop Ysbrantsz, schout tot Schoerl en Camp, buyten Alcmaer, den Hove vertoond heeft dat een Gerijt Reijnsz Dogger nedergeleyt en geslagen heeft Outger Ysbrantsz, zijn broeder. En hoewel Gerrit Reijnsz wegens dit delict niet behoorde te komen binnen Schoorl, Camp of Groede, daar die suppliant zyn broeders, zwagers en meest al zijn vrienden woonachtig zijn, belieft het hem toch iedere dag in die dorpen te komen, niettegenstaande hij balling geleyt is door de baljuw van Kennemerland. Hoewel een zoen voorgesteld is, wil Gerrit daaraan niet meewerken. Het Hof vergunt om Gerrit te apprehenderen en aan de officier van Kennemerland over te leveren
Schoten, van | 1424-05-26 - 1425-02-09
Rechtspraak Graaf van Holland I p 48
Achternamenindex
tresoriersrekening van Boudyn van Swieten, van brueken ende fourfeyten: "item so was Jan van Schoeten tot Hairlem ballinc geleyt overmits dat siin soon een jonge maecht ontvoert hadde buten consent van horen magen tegen der stede hantvesten van Hairlem, des Jan voirs. sijn goede ende 't lant weder gecoft heeft gelijc dat bij den rade ende bij der stede van Hairlem gedadingt wort om 400 Holl scile, facit 50£ 10 sc 6d gr"
1562
A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1451/10e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal
Cornelis Rijcken, van Haerlem, heeft angebrocht duyn, dien ghepacht hadt Dirck Nellen [duinmeier], neder geleyt, van de voers. rentmeester om 55 gld
folio nummer: fol 31v
vervolg nummer: Vogelesanc
Berkenrode, van | 1583-03-28
Bibl Seminarie Warmond 0078
Achternamenindex
schepenen van Haerlem oorkonden dat Geertruijt van Berckenroede, weduwe van Cornelis Gerrijtsz Kelom met haar neef en voogd Cornelis van Berckenrode, tresorier van Haerlem, verkocht heeft aan haar neef Nicolaes van der Hooch, haar neef, ¼ deel van de pachten welke Gerryt van Berckenrode, schout van Haarlem, in 1504 in leen had ontvangen van koning Philips van Castilië, welke pachten geheven worden van het St Lysbetten gasthuis te Haarlem en van verschillende plaatsen in Kennemerland en het Noorderkwartier. NB op een aangehecht strookje papier staat: "desen brieff comdt meij Catharijna van Berckenroede half toe ende hebben se samen an geleyt in t jaer 1583"
Haarlem
1548-03-21 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 855v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
gesien bij den Hove van Holland de requeste overgegeven aan die commissarissen en den gedeputeerden an de ingelanden contribuerende in de fortificatien an de duinen van Petten, geordonneert ende gecommitteerd ter auditie ende slot van de eerste en laetste rekening van Adriaen Stalper v.d. Wiele, bij hem geheven ende besteet tot de fonderinge ende makinge van een houten boedem ende steenen sluyse geleyt en gefondeert in den dyck van Sanerdam. Gescreven ende genomineert voor t hoeft van dezelfde rekenig bij Mathys Jacobsz en Aernt Cornelisz van Amsterdam, meester timmerluyden en aannemers van dezelfde grond en bodem, inhoudende, dat zij dit werk hadden aangenomen voor 4800£. Maar dat het werk hun meer dan 5800£ gekost had, zodat zij een ondragelijk verlies van 1000£ dragen moesten, nog niet inbegrepen hun daggeld voor 2 volle jaren, heypalen, schiphuer en arbeidsloon. Zij dreigen geruineerd te worden. Nadat het Hof deze zaak door commisarissen had laten onderzoeken, geeft het Hof hun nog 150£
1548-01-28 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 815v, 826v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
daar het Hof gebleken is dat de commissarissen geordonneerd tot een leggen van de Zanerdamsche stenen sluis, tot gerijve ende gronde van de voors. sluyse afgebroken is zeker huysken t welck aen de oostzijde derzelver sluijs placht te staen, toebehorende Thyman die smit, met belofte van schadevergoeding. Het Hof wijst hem nu toe voor de herbouw van zijn huisje en voor betaalde huishuur 125 Kar gld, "ende laet hem toe weder te mogen timmeren een huysken westwaerts van t gemeen lantshuijs, daer Jacob Coppertsz inne woont". Op 6 februari d.a.v. kent het Hof Allert Jansz alias coeman Allert een vergoeding toe van 332 ponden over het afbreken van zijn huis en voor 2½ jaar betaalde huishuur. De akte begint zo: "Alzoo bij t leggen en fonderen van de nyeuwe Zanerdamsche steenen sluijse o.a. afgebroken is geweest zeker huys en erve toebehoerende aen Allert Jansz alias coeman Allert, t welck te staen plach ter plaetse daer die steenen sluyse nu geleyt is beneden sdycx ter Ye waert an die zuytzijde"
1537-05-14 |
Arch Oude Hof Alkmaar no 40
Jaartallenindex
burgemeesters en schepenen van Alkmaar oorkonden dat die voors. stede die nu begust is omme vast te maecken, nyet van staede en is om een murage te leggen tussen de gevangenpoort ende de Geestpoort, ende gemerckt dat daeromtrent aerde genouch uyt de vesten comen sal waermede men wel een wal soude maecken, ende die pater en mater van St Catharynenklooster alias dat Oude Hoff oock aenmerkende ingevalle dat daer een aerdt walle geleyt worde an t convent dat hoer convent halff bedurven soude wesen. Waeromme dat daer zoe verre gesprocken is in de voors. zake bij tussenspreken van Jacob Claesz Zoutman, vroedschap en schepen deser stede en Pieter Bartholomeusz, oock vroetschap, als arbiters van de voors stede wegen, Willem Jansz, scout, Vincent van Teylingen, baljuw van Egmond en Jan Jansz, baljuw van der Nyenburch als arbiters van wege het convent. Welke arbiters tesamen geaccordeerd hebben als volgt. Het convent zal de stede te bate comen tot het leggen van de muragie met de som van 275 Kar gld etc
Claus Lourisz, Dirck Symonsz van Neck, Yff Symonsz en mr Jacob Jansz medicus
1480-03-21 (1479) |
G.A. Haarlem Inv I no 1538 Lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dattet gewijst is mit vonnisse der scepenen dat die schout van Hairlem van s Heren wegen sculdich is op te staen ende mit den zieckmeesteren te gaen ten huize van Hillegont Jan Pouwelszoens weduwe ende himluyden dair in ende voirt in alle des voirs Hillegonts andere goeden te leyden die sij heeft binnen Haerlem, alzo die goeden de voorscr zieckemeesters geeygende ende verstaen zijn na den recht van der stede ende na inhout hoire brieven die zij daerof hebben. Want alle recht sculdich is een eynde ende een vuytganck te hebben des so kennen wij scepenen bovengenoemt dat hun luyden de schout van sheeren wegen daerin geleyt heeft na den recht van der stede ende na voir vonnissen van scepenen die daerof gewyst zijn, elc behouden syns rechts. Vastgehecht aan de stukken van 1479-12-16, 1479-02-26 en 1480-03-21 (vgl ook 1480-02-28)
Jan van der Meer Jansz (zegel: 3 meerbladen, 2, 1), Adaem Gherytsz (zegel), Jacob Pietersz (zegel: een gewoon kruis vergezeld van 4 vijfbladige bloemen) en mr Jan Diericsz (gedeeld a) een zwaan [?], naar links ziende, b) 3 zespuntige sterren, 2, 1), schepenen