9 resultaten
1497-02-04 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 888/Arch St Pietersgasthuis Amsterdam
Jaartallenindex
schout en schepenen in Sloten oorkonden dat Gelijs Struijs en Fokel Coppe Louwendochter, met haar voogd Jan Dircxz van Wermer, erkennen verkocht te hebben aan St Pieters- en St Elysabethsgasthuis te Amsterdam, een stuk lands, te weten Gelijs Struys ⅓ deel, ende Fokel ⅔ deel van het voirs. lant, gelegen in den ban van Sloten, daer naest bij geerft zijn oost: Pollenburchs lant, west: die Kathuserslant. De schout zegelt voor de schepenen "bij gebreek van zegelen"
Lourens Heinricsz, schout, Jacob Jacobsz en Gerijt Henricsz, schepenen
Gelys Gerytsz | 1464
Kerkelijke Rek Haarlem fol 5
Voornamenindex
Gelijs Gerytsz: cloc Salvator, een opdoen van graf, testament, wonen tot Aelsmeer
1450-02-23 (1449) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/46/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Mandetsen opgaf ten vrijen eigen aan St Elisabethsgasthuis, dairt gasthuys voirs. die wederhelfte van derselver huis en erf off toebehoirt, gelegen in die Conincstrate tusschen Jan van Berkenrode aen die ene sijde, Gelijs Pietersz aen die ander zijde, afterwaerts streckende an Jan van Berckenrode voors. Belast met de helft van 24 sc Holl sjaars
Pieter Claesz (zegel: een bijl, op het ijzer een ring) en Pieter Pietersz, schepenen
Heersvelt, van | 1440-04-25
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 341/351, 357
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Evert van Heersvelt t.b.v Dirc Florensz erfnamen van den Poel en zijn weduwe joffer Janna, met 8 gemeten land in den kerspel van Coudenkerke tussen de noortmolen en de kerk van Coudenkerke, zoals Gelijs Andriesz tevoren in leen hield, en de erfgenamen van hem aangekomen zijn, tegen een jaarlijkse pacht van 8 gr zwarte Tourn en 2 maaltijden; 1452-10-16: abt Jacob van Poelgeest beleent Wouter Heynricsz, "onsre dienre", als gemachtigde van Janna van den Poel hiermee (vgl 1484-10-21)
leenmannen: Johan van Hamellenberch, Goessen van Schaick; 1452: Govert die Conynck, Goessijn Willemsz
1317-01-27 (1316) |
Cartul St Jan Haarlem no 742
Haarlem Algemeen
scepene in Haerlem oorkonden dat Budwijn Palle en sijn wijf Batte, en Willaem veren Baertenzone opdroegen den commandeur van St Jan te Haerlem met sgraven openen brieven dese renten: in den eerste op die hofstede die Peter Tols was 3sc en 3 hoenre, op die hofstede die Jan Dreghers was 2sc en 6 penn, op die hofstede die Pieter Alferts 18 penn, op die hofstede die Ysebrants pinioens was 4 sc, op die hofstede die Marijn Lobbijns was 2sc, op die hofstede die Dircs van Velsen was 29 penn. Voert op Gherijds hofstede veren Bertenzone 18 penn. Voert op veren Berten wech die leit bi Dircs huus van Velsen was 18 penn. Voert op die hofstede die Gelijs was 4sc. Voert op der minnerbroeders hofstede 5sc en 5 penn. Voert op haren Mys [= heren Amys] hofstede 4sc 6 penn. Ende op Mertijn Lobbijns hofstede, leggende an haren Mijs hofstede bi der sutside 3sc en 3 penn sjaars
Jan veren Maijnensone ende Jan Hone, schepenen
1453-06-24 |
Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv 186 fol 21 regest 132/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat Claes Broedersz puerlick om Gods wille en in rechter aelmisse gegeven heeft aan de Zeven Getyden: 1) op Heyne van Akens huijs en erve in de strate after dat oude gasthuys 24 schell Holl sjaers, tussen an die een zide: mr Claes Lambrechtsz, an die ander zide: Heyn van Aken, afterwaerts streckende an Gelijs die wever; in margine: nu toebehoert Arent Jansz decker, 2) op Danel Geritsz huys en erve geheten Danel mitten Tinden (??) staande in die Soyerstrate, 26 scell Holl sjaars, tussen an die een side: Wouter Symonsz, an die ander side: Claes Jan Gheritsz weduwe, afterwaarts strekkende an Claes Scirvers erve; in margine: nu toebehoert Jan Simonsz Na ... [?], 3) op Gelys die Wevers huys en erve in dieselve strate [Soyerstrate] 26 scell Holl sjaers, twisken an die een side: Hubrecht Jansz, an die ander side: Pieter Valle int Goet, afterwaerts streckende an Heyn van Aken; in margine: nu Jasper Willemsz verwer
Jan van Huessen en Geryt van Noortich, schepenen
Pouwelis Gelis Jansz | 1423-09-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 326v, 327, 346
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de oudste zoon van Pouwelis Gelis Jansz wordt binnen jaar en dag na dode van zijn vader beleend met 1/16e deel van de tiende in het kerspel van Biggekerke, pacht 10 scell per jaar en een goede maaltijd; op dezelfde dag wordt Pouwels oudste zoon nog beleend met 1/64e deel van deze tienden (vgl 1422-11-03); 1436-11-09: dezelfde belening heer Pouwels Gelijs Jansz oudste zoon
mannen: Tyman de Lange, Gysbert Goetscalc
Gelys Andriesz | 1423-07-01~
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 337v
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gelijs Andriesz wordt beleend met 4 gemeten land in het kerspel van Coudenkerke, tussen de noortmolen en de kerk van Coudenkerke, die van mr Jacob Boudewijnsz waren en Henric Bertelmeusz laatst gebruikte en gemeen had met Henric Haveloesz; op dezelfde tijd droeg Godevaert van Sprewesteyn op 4 gemeten land in het kerspel van Koudenkerke, tussen de noortmolen en de kerk, onderdeeld in 12 gemeten die heer Jacob Boudewijnsz te leen hield; de abt verkoopt dit leen aan Gelys Andriesz en beleent hem er mee, voor 8 oude Tourn groot en een maaltijd per jaar (vgl 1440-04-25)
mannen: Henric Valck, Willem Boudewynsz, Gysbert Goedscalc
Gelys Jansz | 1422-11-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 325v
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gelijs Jansz verzoekt belening met 1/16e deel van de tiende in het kerspel van Biggenkerke, de abdij aangekomen door verzuim: "dat Gelys aen mr Aernt ons voervader abt niet versocht en hadde te goeder tijt"; hij wordt beleend tegen betalen van 10 schell coninx Tourn en een goede maaltijd; idem verzoekt Gelys Jansz belening van 1/64 deel van de tienden gelegen in den kerspel van Bigghenkerke, jaarlijkse pacht: ½ van 5½ scell zwarte tourn, en een maaltijd, en nog 1/64e deel van de tienden tot Biggenkerke, jaarlijks ½ van 5½ scell en een maaltijd; "Gelys Jansz is doet ende Pouwels zyn autste soen heeft dese twee leenen an ons versocht" (vgl 1423-09-04)
mannen: Timan de Langhe, Aelbert van Anxtel