22 resultaten
1505-08-05 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 273
Jaartallenindex
Philips beleent Aelbregt van Raephorst na dode van zijn oom Gysbrecht van Raaphorst met die hofstede van Raaphorst, ende alle dat land liggende westwaarts van den Papenwege ende binnen den banne daar die voors. woninge in staat, an die een zyde gemerckt mit der wateringe, mitten andere zyde mit den brouclande. Tot een erfleen
present: Willem van Cats, Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, Pieter Pluymeoen, mr Frans Dircksz, cleene Jan Bruyn
1522-03-18(1521) |
R.A.H. Coll Aanw 243 fol 302v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
soe is bij den Hove van Holland gesien den requeste overgeven bij Dirck Aerntsz, Cornelis Gerritsz, Vranck Bouwensz en Michiel Jacobsz, scippers van ter Goude, impetranten van remissie. Gemerckt de armoede van de supplianten keurt het Hof goed dat zij hun emende civile van elk 18 Kar gld binnen 2 jaar zullen betalen, elk ½ jaar ¼ van de som. Welverstaende dat de voirs supplianten eerst ende alvoerens zij vuyten Hage gaen zullen, cautie souffissante stellen dat zij de sommen op de afgesproken termijnen zullen betalen
1544-03-31 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 284-285v
Jaartallenindex
Aelbert van Raephorst, schildknape, heeft de keizer opgedragen in gevolge de huwelijksvoorwaarden van zijn enige zoon Heinric van Raephorst, met jvr Clara van Renes heer Jansdochter dd 1540-12-25, tbv van zijn zoon, die hofstede van Raaphorst en alle dat land liggende westwaarts van den Papewege ende binnen de banne daar de voors. woninge in staet, dat gemerckt is aen die eene syde: mitter wateringe, andere syde: broeklande. Hendrik van Raaphorst wordt beleend tot een erfleen, bij kinderloos overlijden vóór zijn vader komt het leen weer op laatstgenoemde (vgl 1540-12-25)
leenmannen: Jan van Renes heer tot Wilp en Wulven, Aernt van Duvenvoorde, Cornelis Barthouts, Willem van Criep, Anthonne Lebucq, Nicolaes Barthouts
1539-11-18 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Woerden, Sticht, Gelre fol 32v
Jaartallenindex
Jan Heindricsz van Leyden kocht 25 april l.l. van de keizer 2 morgen land, die aan de grafelijkheid vervallen waren als quaet leen door de dood van zijn broer Floris Heindricsz, leggende in den kerspel van Camerick in 's Gravensloot. Hij verzoekt nu dit leenland te mogen transporteren aan Jan Cornelisz Paets, oud 12 jaren, om die te houden tot een quaed en recht leen. Na advies wordt besloten deze verkoop goed te keuren, gemerckt dat Jan Cornelisz nog jonck van jaren is en dat Jan Heindricksz een getrouwde zoon heeft, die gehylict is, hebbende kinderen, en dat Jan Heyndricsz een jonge huisvrouwe heeft, jaerlicx noch kinderen krijgende
gehoord voor advies: mr Cornelis Barthouts, clerck en griffier van de lenen, bij absentie van den ontfanger van de espargne Heijman van de Ketel
1539-12-12 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 94v
Jaartallenindex
Karel beleent heer Gregorius van den Haghe, abt van St Michielsclooster te Antwrepen, met: 1) ¼ deel van de heerlijkheid van Middelharnis, hoghe- middele en lage gerechte, met ¼ deel van al haar rechten, prerogatieven, thienden, erfchynsen, maelrien, visserien, vogelrien, veeren. Mitsgaders ¼ deel van t vierde gemet vroonlant, dat in t uytgeven van t bedycken van de voors. Middelhernisse vrij gehouden is; 2) ½ van ¼ deel van de geheelre heerlijkheid van Middelharnisse omschreven als hierboven. Dese twee leste percelen te houden tesamen tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een nobel, gemerckt dattet altijd één leen is geweest alier dattet vercregen wert van den voors. clooster, staande op eenen genaamd Willem Pieter Mannez en op zijn mededeelders. Joris Rogiers doet als "sterfman" de leeneed
leenmannen: heer Zegelyn van Halveringe, heer tot Hofwegen, ridder, Raad en Rentmeester v.d. prince van Oranje, mr Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq
1520-07-12 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 43
Jaartallenindex
Karel beleent Jan Evertsz na dode van zijn vader Evert Jansz met 4 morgen lands tot Bodegraven in t Burchbim [!] an die noortzijde van de Rijn, in een weer lants van 11 morgen gemengder vuere, belend boven: Jan van Vloeten, nu Albert Dircsz ter Goude, beneden: heer Gysbert van Vyanen en Jan Heyndricsz. Te houden tot een recht leen. Hulde doet voor hem Geerlof Jacobsz. Deze draagt het leen in presentie van heer Jacob Jacobsz, priester, oud oom van de voors. Jan Evertsz en als diens gemachtigde over tbv Willem Jansz, die er vervolgens "gemerckt dat de voors. Willem Jansz mede een jonge es beneden syn jaren", mede beleend wordt. Daar Willem Jansz onmondig is, doet zijn vader Jan Heindericsz de eed (vgl 1520-07-10)
leenmannen: heer Jan van Renesse van Wulven, ridder, Cornelis Barthouts, Simon van der Goude Jacobsz, Anthuenis Kievit
1529-04-08 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 66
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor de stadhouder van lenen compareerde Maria Coel, weduwe Aert jonge Adriaensz, en belening verzocht met een stuk land geheten die Gouthoeve, groot 12 morgen lands, geledende in die dyckhoeve 8 morgen, gelegen in Blaskinsgrave in de zeven hoeven in Zuyt Holland. Gemerckt dat deselve Gouthoeve door haar man staande huwelijk is gecoft en dat bij de huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen haar en wijlen haar man, expresselijk verklaard is, dat alle goeden by hem heden ten huwelicken gebracht ende die zij vercrygen sullen mogen staende huwelijk, gaan zullen half. Zo is het dat wij bij advies van de stadhouder, Marie voors. beleend hebben met ½ van dit leen, te houden tot een erfleen. Haar neve Huygh Coel doet de eed voor haar (vgl 1529-04-24, 1530-06-02)
Vincent Dammas, auditeur v.d. rekencamer, Cornelis Barthout, Engebrecht van Schijen, Simon van der Does, Huybrecht van Hoeff, leenmannen
1565-05-30 |
R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 153-156, oud fol 42
Jaartallenindex
burgemeesters, schepenen en raad er stad Brugge oorkonden dat Martyn Snouckayrt, ridder, heer van Zomerghem, Brauwenburgh, griffier ….. ende eerste pensionaris deser stad, mitsgaders zijn wettige huisvrouw Pafrasia Adaems, volmacht geven aan hun broeder Jacques Snouckaert om namens hen op te treden in allen saecken, questien, klachten ende affairen, die zij comparanten jegenwoordelyck hebben. Voorts, dewyl Martin door wijlen zijn broeder Willem Snouckaert bij testament gemaakt is tot zijn universele erfgenaam, machtigen zij Jacques om ook in deze namens hen op te treden. Gemerckt dat dat sterfhuys van de overleden huysvrouwe vrouwe Johanna van Binchorst noch open en ongeliquideert is, zodat de schulden nog niet betaald zijn en er nog een proces hangende is over de leenen van Binchorst, machtigen zij Jacques ook om deze kwestie ter hand te nemen (vgl 1565-06-29)
1514-04-10 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc p 50v
Jaartallenindex
Max. en Karel belenen heren Jacob Enghebrechtsz, abt van St Michielsklooster binnen Antwerpen, met: 1) ¼ deel van de heerlijkheid van Middelharnisse in hoge, middelbare en lage gerechten, met tienden, chynsen, maelry, visserij, vogelry, veeren etc. Mitsgaders ¼ deel van t vierde gemet Vroonlandt, dat in t uytgeven van t bedycken van de voors. Middelharnisse vrij gehouden is. Tot een onversterfelijk erfleen; 2) ¼ deel van ¼ deel van dezelfde heerlijkheid met ¼ deel van ¼ deel van t vierde gemet vroonland; 3) ½ van ¼ deel van dezelfde heerlijkheid. Deze twee leste percelen tesamen te houden tot een onversterfelijk erfleen. Gemerckt dattet altyd een leen is geweest aleer dat verkregen wert aen den voors. clooster, staende op eenen genoemd Willem Pieter Mannenz ende op syne mededeelres. Tot sterfman, die de leeneed doet, wordt door de abt gesteld Cornelis van Wingaerden Willemsz
praesent: Franchois Hoochstraet, Pieter Plumion, Reynier Willemsz
1489-03
folio 182 CLXII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Boudewyn Claesz voor hem zelf en als man en voogd van Wive Jansdochter, verkoopt aan haer beyder zoon Jan zulke sculden, gelden, tonnen en ander afterwesen als men him in Vriesland sculdich en t after is. Voor 40 R gld. Boudewyn voor hem en zyn vrouw geeft hun beider dochter Aleid om hun kleinkinder te hulp te comen, gemerckt dat haer man Jan Jacobsz haer gelaten heeft ende him uytlandich hout, ½ van 3 cameren en erve onderdeelt an malcanderen, afer zijn huis en erve in Jan Huelmansstege daerof de wederhelft Pieter Thomasz toebehoort