Bedoelde u soms?
genoch | genoemd | genoemt | genouch | gevoech

10 resultaten

1508-11-22 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 268/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

Johan, burggraaf van Montfoort, antwoordt aan de Staten van Utrecht, op hun mededeling van de klachten van de bisschop van Utrecht over het innemen van deszelfs huys ende vlek Cuynre, alsmede over de zaken t.a.v. den hertog van Gelre, en op hun verzoek om zich op vrijdag e.k. deswege op het kapittel- generaal te bevinden om te helpen raden tot nutschap, dat hij overmits gelegentheyt des weers zich niet verwijderen kan. "Ick halde uluyden vroet genoech, dat ghij waell weet dat men mittet al sulcke saecken niet en behoirt te verhaesten". Volgens zijn gevoelen moest men "beproeven of men tusschen den hertog en den bisschop de zaken vatten mochte". Hij gelooft dat de bisschop wel zo verstandig is, dat hij niets zal beginnen dat hij niet kan volbrengen. Hij eindigt met te zeggen "ghij sijt wijs genoech, ghij weet waell wat ghijluyden behoirt e doen in desen saecken".

1405-11-29 |

R.A.H. Coll Aanw 69 fol 79v/Mem B.H. fol 50
Haarlem Algemeen

hertog Willem geeft al degenen die balling uit Haarlem zijn een goet, vrij, vast en zeker geleide, veylich te wezen binnen derselver onser stede, durende tot Vastelavond e.k. toe, behoudelic dat diegenen die niet genoech gegoet en sijn ons te voldoen van horen brueken, goede borgen zetten zullen Philips van Cralingen, onse scout van Haerlem, tot onser behoef. Gegeven in onsen bezitte voir Hagenstein ende Everstein

Goede | 1352-12-07

A.R.A. Kopie Leenkamer 32 fol 26v/Reg EL 25 fol 17v
Achternamenindex

hertog Willem geeft toestemming aan Zeger Zeger Jan Goedenz.z. in vrij eigen te verkopen 18 morgen land te Alphen, belend: Dirick Fyenzsz [!] [van der Marsch], "daer hi onser Gheryt Heynenz, onsen rentmeester van N Holland van den derden penninck genoech of gedaen heeft"

W. de Wateringe, W. Heerman

Zoelen, van | 1598-08-17

Leenakten Gelre Zutphen 5e stuk p 148
Achternamenindex

het goed ten Gansenkollick gelegen in het kerpsel van Steenre: Henrick van Zoelen erve van zijn broer Johan, krijgt 4 maanden uitstel "te suecken off die Gansekolcken gevryt sijn, sich erbiedende, so hij sulx nit vind, sijnen leenheer genoech te doen"; 1600-10-12: idem beleend; 1626-07-04: Henrick Cloeck erve van zijn neef Henric

Assendelft, van | 14..~

R.A.H. Coll Aanw 178 fol 134/Inv no 1441 fol 158v
Achternamenindex

eenen brief dair Geryt van Assendelf in geloift alsoe mijn genadige heer hem ten eygen gegeven heeft een huys, wooninge ende landt, gelegen tenden Hagehout, dat men te leen plach te houden, en dat was in erfpacht genomen voor 36 £ Holl per jaar, die hij van minen genadigen heer te leen houdt, diewelcke hij verseeckert heeft op alle sijn goede, wairt dat dese woninge tot eeniger tijt niet genoech en ware (zonder datum)

Cralingen, van | 1355-03-13

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 85/Reg EL 25 fol 55v/Reg Rotterdam en Schieland no 695
Achternamenindex

zoen van Dirc van Cralingen met hertog Willem, hij betaalt hiervoor 150 goede oude scilden: "ende waer dat sake dat him yemand anetege oude vete ende sonderling an Clays doet van Sweten, dat soude hi an ons bliven den partyen genoech te doen na der waerheyt" (dwz wanneer iemand hem om die oude vete lastig viel, de graaf dit zou berechten) . Indien er iets van zijn goed verkocht is, zal hij de koopprijs moeten restitueren

ad relationem domin H. Popponis, presbiteri, W. Hollander, Jo de Bueren, sig dns de Ysselsteyn

1533-02-22 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 106v, 107v
Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en raad der stad en lande van Tholen oorkonden dat Elisabeth Frans de Meere weduwe, onse inwonende poorteresse, volmacht geeft aan Jan Cornelisz Sydtwint, burgemeester, om uit naam van haar zoon Jan de Meere, die noch ter tijd jonck genoech is om ergens te reizen, te ontvangen alsulcke leenen als hem aenbestorven mogen wesen in de heerlijkheid der stadt en lande voorn, bij de doot van wylen Frans de Meere, des voorn. kints vader, get. J. Jacopszoon; 1533-03-01: Karel beleent Jan de Meere na dode van zijn vader Frans de Meere met 4 gemeten lands: a) die 2 gemeten gelegen in onsen lande van der Tholen an den zwarten wech, geheten "den Tuijmelaer", b) die 2 gemeten lands gelegen buiten onser stede van der Tholen achter Duvesteyn. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Jan Cornelisz Zytwint, burgemeester van Tholen, doet als zijn gemachtigde de eed; zodra hij mondig is, zal hij zelf de eed moeten doen

Jan van Nederveen, Laurens de Veer, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1535-03-18 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Asperen, Altena etc fol 8v, 12
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij heeft ontvangen de ootmoedige supplicatie van Jan van Outheusden Jansz, inhoudende hoe dat hij heeft vele en diversche lenen in het graafschap van Holland, lande van Altena en elders, en dat hij ook vele kinderen, zoons en dochters, over wie hij zijn lenen zou willen verdelen "omme dat syne andere goeden niet souffisant genoech en zijn". Daar hij ook schulden heeft die hij niet betalen kan, zal hij ook lenen of delen daarvan moeten vercopen en belasten. Hiervoor vraagt hij octrooi. Hij ontvangt octrooi om over zijn goederen te disponeren. Op 1536-10-10 maakt hij zijn uiterste wil, waarin hij bepaalt dat na zijn dood en die van zijn huisvrouw, zijn oudste zoon niet geestelijk zijnde, zal mogen vooruitnemen t huys tot Outhuesden, ende van den anderen lande en heerlijkheid zijn andere broeders en zusters recompenseren. Door hem zelf geschreven en ondertekend 1535-10-10 [excerpt] (vgl 1542-05-27)

Arkel, van | 1333-10-25

A.R.A. Copie Leenkamer 1 fol 182v
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat hij door heer Daniel van der Merwede, baljuw van Zuidholland, ten vrijen eigen verkocht heeft aan de heer van Arckel, ½ hoeve land aan de Vlist, aangekomen van Gherijt den Zwarten "die onse bedeschuldige man was, omme een somme an penn dar hij heren Daniel voirs tot onser behoef genoech of gedaen heeft ende wij gheven den heere van Arckel voers van desen voors lande eenen vrien eyghendom", belend noord: Jans lant van der Ghoude, zuid: Dierich Ghisebrechtsz, west: de Vlist, oost: Honecoper zuytwinde

1356-09-17~ | Steloe

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 98/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

"den brief van 12 lopen rogs begrepen in den generalen brief boven bescreven, daer ons heer Willem van Duvenvoorde mede overgaf 7 zesteren rogs, mar dit onderpand leyt tot Steloe". Schepenen in Oesterhout oorkonden dat Aernt Haghen, wonende tot Steloe en verlyede den Sartroysen bij St Gheerdenberghe in Hollant wonende in die prochie van Raemsdonck, 12 lopen rogs, ewelyk staende op een onderpand als ½ van een stuk lants dat men heet Borghertuyn, liggende tot Steloe voirs. die Aernt voirs. behuwde met Margriet Bollants sinen wive lants aen die zyde t'Oisterhout wart. Voert soe is mede te onderpande die tweedeel die Margriet Bollaerts vor cocht tegens Jutten, haer dochter, in dit stuk land voirs. na haren doot dat haer verstarf van haar vader Bollaert. Voirt so is oic mede te onderpand ½ van den deel dat Margriet Willems coft jegens Jutte voirs, haere sustere, die aen Henneken Bennenz quam van Ledennaert [?] zyn broeder die Margriet Willems man was voirs. tevoeren. Voort verlyede Aernt voors. dat hem wel en volcomelyck genoech waer ghedaen van desen chynse voirs, ende datter genen chynse meer op en stonde dan 20 schell. Holl ende staen op heel dat stuk land voirs. Voirt sal Aernt vors desen rogge niet vorder leveren dan tot Steloe voirs. Bezegeld met onsen zegelen anno 1356 op St Lambrechtsdach in September (fiche zonder datum)

Jacob die Smijt en Meus van Cham, schepenen