3 resultaten
1547-07-31 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 776/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
het Hof benoemt Joost Jansz, wonende in den Hage, tot bode van het Hof, in plaats van zijn vader Jan Jacobsz, die meer dan 31 jaar geleden dit bode ambacht verkregen en bediend had. Hij was echter ziek geworden naar lichaam en geest, zodat hij 16 jaar lang al geen boodschap meer had gedaan. Het Hof verleent hem dit ambt, onder voorwaarde dat hij zijn vader jaarlijks zal uitreiken 6 Kar gld en hem zal laten genyeten zyn deel in den penn. van den nyeuwen jaeren die jaerlicx bij den gemeen booden gegadert zullen worden. Beedigd 1547-10-21
1567-08-09 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 221
Haarlem Algemeen
(doorgehaald) mr Henrick Diricsz, priester en pastoor van Sparnwoude, met mr Quiryn Diricsz, schepen deser stede als zijn voogd, verkoopt mr Symon Pietersz een huis en erf en alle ramen daerinne wesende, gelegen in de Schachelstrate, an d'een zide: Anna Korssendochter, aen d'ander zyde: Wouter Jansz, vleyschouwer, en Liedewij Pietersdochter, achter streckende ende uytgaende met een poort in de Vranckestege. Belast met 1sc 1 penn. obolus sjaars. Koopsom 1375 Kar gld. "Geroijeert zoe die contrahenten elkanderen binnen die 6 weecken quijt gescouden hebben zonder proffyt daervan te genyeten". Actum 1567-08-21
1557-12-31 |
Oude Hof Alkmaar Inv no 16
Haarlem Algemeen
notaris Albertus filius Nicolai Raet instrumenteert dat Janneke Maertensdochter, weduwe Pieter Pietersz, scoemaker, inwonende van Haerlem "heeft geseyt hoe sij 3 dochter kinderen heeft gewonnen bij Louris Jansz, wonende in Vrieslandt, waeraf ene genaemt Grietgen Lourisdochter met haer inne woent ende de andere twee by hun vader onthouden werden in Vrieslant. Daar Grietgen haar zeer behulpzaam is, en zij alle jong zijn en hun kost niet kunnen verdienen en geen eygen goed hebben anders dan elk 3£ gr Vls daermede zij voor haar moeders erve bewezen zyn, makende tesamen 54 Kar gld, dewelke haar zoon Pieter Jansz schoemaker, wonende in de Schachestraat, onder heeft. Zo bespreekt zij nu bij maniere van testament dat haar dochter Grietge nae haar dood zal krygen haar bed met toebehoren en al haer clederen en cleinodien, na Grietgens dood te komen op haar beide andere dochters of de langstlevende daarvan. Zij institueert vervolgens haar zoon Pieter voirs. tot haar erfgenaam in hetgeen zij verder achter laten zal met die restrictie dat deselve Pieter gheen acces noch toeganck en sal hebben tot dezelve erfenis noch oock yet daervan genyeten, in t minste of in te meeste vóór en aleer de voirs haer dochter kinderen van de voors. bewisinge voldaen zijn. Gedaen te mynen huyse te Haerlem in de St Jansstraat (vgl 1565-01-01 en 1555-02-06)
present: Jan Eelemansz, kistemaker, Cornelis Allardsz, decker, poorters van Haarlem