Bernier | 1484-01-14

Arch Kerken Leiden regest 2110

Achternamenindex

Aleydis dochter van Wilhelmus Bernier draagt Bruno filius Bernardi Maas voor tot de prebende van St Barbara in de kerk van St Pancras te Leiden, vroeger bediend door heer Andreas Gerarde Hoochstraet. Vgl 1486-04-05

1360-03-08 | Stanthasen

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 96v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

"den brief van 20 sc Holl sjaars op ⅔ van 5 morgen land". Wij Wouter Jansz, rechter ende heemraet in den ambacht van Stanthasen en heemraders in den ambacht voirs, oorkonden dat Conraet Jansz, Cleys Nycoel, Michiel die Verwer en Hanneken Mengelen overdroegen aan de prior van de Sartroysen bij St Geerdenberg 20 schell Holl sjaars die hem Reyner Soetmansz, haer zweer, in testament bewijsede op die ⅔ deel van 5 mrogen lants gelegen bi der nyewer sluysen, in alre manieren als die brief houdt die Eeraert Vischaert daeraf bezegelt heeft. En omdat wij rechter en heemraad voirs. en gheen zeghel en hebben, verzoeken wij Gerarde Vischarde, ambachtshere van den westeren eynde van Stanthasen, deze brief voor hen te zegelen

Aernt Visschaert Henricsz, Peter Hesselsz, Jan Meynaert, Godscalc Ymmenz, Jan Nycol Nycolsz en Jacob die Vlyeger Gobbenz, heemraders

1537-04-14 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 25v, 28

Jaartallenindex

burgemeesters, schepenen en Raad der stad Brussel oorkonden dat heer Hendrik van Hoerne, borchgrave tot Sint Winoxbergen, met consent van zijn huisvrouw vrouwe Maria van Bouchaut, vrouwe van Boulers, van Benrewerde [Beverwaarde], om te mogen verkopen diverse erfgoederen en renten ter somme van 8000 Kar gld eens (procuratie dd 1536-11-12 voor burgemrs etc der stad Brussel) volmacht geeft aan Gerarde van Doudin, meesteren Jacoppe Meijster, advocaat van den Hove van Holland, Crispyn van Boschuysen en Frans Huybrechtsz, om uit zijn naam te verkkopen erfelijke renten totter somme van 2000 of 3000 Kar gld t stuk, en daarvoor te verbinden zijn erfgoederen in het graafschap Holland, tbv jvr Geertruyd Froners weduwe Jans Waleijns geheten de Casselare, wonende binnen deser stad van Brussel, aan wie hij een erfelijke rente van 100 Kar gld sjaars verkocht heeft tegen den penning 18. Op 1537-05-07 oorkondt Karel dat Frans Hubrechtsz, procureur postulant voor den Hove van Holland, namens jhr Hendrik erkende deze bovenstaande rente gevestigd te hebben op leengoed in Holland. Geertruid wordt met deze rente beleend, waarvoor Gerard van Doudijn de leeneed doet