Bedoelde u soms?
gelegerd | geregeerd | gerekend | gezegeld | gezegelde

10 resultaten

Arkel, van | 1281-04-10

v.d. Bergh II Nal no 65
Achternamenindex

graaf Floris V geeft een dijkrecht aan de lieden wonende tussen Merwede en Lek. Heer Jan van Arkel krijgt opdracht het land te bedijken en de schouw ervan wordt geregeld

Does, van der | 1365-08-13

R.A.U. Hs Coll Booth 343 I fol 73v
Achternamenindex

geschil tussen Philips van den Voorborch, Dirck van der Does en Philips van der Does, kinderen van Jan van der Does. Het geschil wordt geregeld op boete van 500 £ Holl

de borchgraven van Leyden, Aernt van Duvenvoorde, ridder, Aernt van den Damme en Hendric Diddeboysz, knapen

Voorburg

1471-11-25 | Alkmaar

Arch Abdij Egmond Inv 681 regest 1239
Jaartallenindex

notaris Albertus Theoderici instrumenteert dat Brechte dochter van Rembrand Jan Gheijen, inwoonster in Alcmaria, aan de cureyt van de kerk aldaar heeft gelegateerd een jaarlijkse rente van 13 Vlaams gld, te hebben uit den molen opt Nuwelant, op voorwaarde dat hij het graf van haar dochter Agatha geregeld bezoekt; presentibus: Henrico custode presbytero in Alcmaria et Symen Egidii, alyco

Akersloot, van | 1254-05-13

v.d. Bergh I no 593/R.A.H. 32 fol 49/Reg. EL 39 fol 16
Achternamenindex

graaf Willem beleent Gerardus dictus Bartoud [Bertold], en zijn 3 zusters met de goederen van hun vader Hugo van Akersloot. De wijze van opvolging wordt geregeld. "Datum in castris in depopulatione West Frisiae"

Swieten, van | 1532-04-30

Arch Kloosters regest 2389
Achternamenindex

Ghysbrecht van Zwieten, ambachtsheer van Zoeterwoude, verklaart dat het klooster Rodenburch geregeld met de inwoners van het ambacht in de belastingen mee betaalt; zegel van het klooster moet er voor zorgen dat er bij de tollen door het klooster niet gesmikkeld zal worden ten bate van personen die geen tolvrijdom genieten

Cnaap | 1178-1200~

De Fremery Suppl no 19
Achternamenindex

geschil tussen de kerk van Oostkappel en de dochterkerk van Allaardskerke: Dirk, domdeken te Utrecht oorkondt op welke wijze de verhouding tussen de moederkerk van Oostkappele en haar dochterkerk Allartskerke geregeld is. Hierin wordt gesproken van een watering tussen de huizen van Alardus Knapen en van Arnoldus Spikers. Aan de parochianen van Oostkapelle, namelijk Hugo, Randolfus en Alardus Knapenzoon wordt vergund hun godsdiensplichten te Allartskerke waar te nemen

Jacob Sproncsz | 1558-1561

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 558
Voornamenindex

Jacob Sproncsz, inwoner van Alphen, gedaagd door de baljuw van Rijnland, wegens het bij nacht en ontij doden van een merrie en het forceren van een deur aldaar; 1558-01-12: veroordeeld tot het maken van een bedevaart naar 's-Gravesande, het offeren van een brandende kaars voor het H Sacrament en een boete van 24£ voor de baljuw; gevangen te Leiden tot de boete betaald was. Hij ging in beroep bij het Hof omdat deze kwestie al in 1551 met de vorige baljuw geregeld was; 1559-08-25: zijn woning en land te Oudshoorn werd verkocht; hij ging in appèl

1552-08-09 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem G no 227/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haarlem oorkonden dat Jan Pietersz Kyes, Claes van der Laen Gerritsz, Luyt Gysbrechtsz, Jan Jansz Verwer en Cornelis Willemsz als H. Geestmrs van de H. Geesthuis en van de rechte armen, miserabele mensen binnen Haerlem, erkennen ontvangen te hebben uit handen van mr Geryt van der Laen als executeur en tot finale executie en voldoeninge van wijlen Agnyes van Paenderen testament, de somma van 1800 Kar gld all in wit gelt als dubbelde stuvers en 3 groten. Zij zullen hiervoor in de parochiekerk an de noordzyde in de capelle ende opt outaer van Seven W (weeën) één OLVr een mis ,die uitvoerig geregeld wordt. Bij niet nakoming van deze verplichtingen verbeuren zij 10 st sdaags aan de fabriekmeesters. Eens per jaar zullen zij 2000 roggebroeden ofte bollen, t stuck 3 pond wegende doen backen om die onder de arme en miserabele personen te Haarlem te verdelen. De H. Geestmrs stellen als onderpand voor het nakomen van deze verplichtingen: een zeker perceel land gelegen binnen de vrijheid der stad Haerlem buiten de Cruyspoort, 7 morgen groot, oost: Florys van Adrichem Willemsz, zuid: Wouter van Bekesteyn, Jan van Schagens erfnamen die memorie en St Margrietenconvent binnen Haerlem, oost [! lees: west]: die Delft, noord: Jan van Alckemade Vranckensz. Ende nu ter tyt by de H. Geest zelf in gebruik; 2) noch een perceel lants groot 3 morgen 1½ hont, buiten de Zylpoort after "de Henste molen", binnen de vrijheid deser stede, oost: het capelriegoet daaraf mr Wolffaert van Medemblick althans possessor of is, west: Catrynen gasthuyse binnen Leiden, streckende vóór van de Zylwech ende moelenwerf after tot de Vaert. Ende Jacob Bartholomeusz nu voor 60 Kar gld sjaars van de H. Geest in hure heeft

1578-01-30 |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 654
Jaartallenindex

compareerde voor het Hof van Holland Gerret van der Burch als procureur van Wilhelmyna van Haeften, vrouwe douagiere van Assendelft en jhr Cornelis van Assendelft mede voor zijn onmondige zoon jhr Gerrit van Assendelft, requiranten ter ener-, en Cornelis Molenijser als procureur van jhr Johan van Assendelft, gerequireerde, ter andere zijde, betreffende een accoord van 18 januari (ten huize van de douagiere in den Hage), waaruit blijkt dat wijlen jhr Nicolaes procedeerde met jhr Johan over het octrooi tot testeren in 1543 aan heer Gheryt heer van Assendelft verleend, betreffende de goederen diensvolgens door wijlen heer Gheryt aan wijlen de heer van Besoijen vermaakt. Volgen 2 sententies van het Hof: 1) ten voordele van jhr Johan, waarbij aan hem toegewezen zijn de allodiale goederen hem bij het testament van heer Gheryt toegedacht, 2) ten voordele van de douagiere en de exec. test. van wijlen jhr Nicolaes van Assendelft en de voogden over diens enige erfgenaam jhr Floris van Assendelft, waarbij het octrooi nietig wordt verklaard. Jhr Floris overlijdt hangende deze zaak. Partijen komen overeen dat jhr Johan terstond aanvaarden zal: 1) het huis en slot van Hoeningen, 2) de heerlijkheid Cralingen, 3) ⅔ deel van de landen ende aenwassen in Charlois of Roobenoort gelegen, 4) de ambachtsheerlijkheid van Cathendrecht, 5) 12 morgen lands aldaar, 6) 100 Kar gld per jaar uit een rente van 175 gld, op Alblasserdam, 7) alleenlijk tijdens het leven van de vrouwe douagiere zal hem volgen de ambachtsheerlicheid van de Hooge Ban ende Schiebroeck, ende rest van de rente van 175 gld, de grienten, tienden en landen tot Worckum en in den lande van Altena, zowel lenen als eygen, benevens het ⅓ deel van de eigen goederen en landen tot Worchum en in het land van Altena, wijlen Nicolaes tot sijn legitima etc. De douagiere behoudt haar lijftocht aan deze goederen. Jhr Johan neemt tot zijn last de rente van 100 gld per jaar voor elk van zijn 6 zusters, o.a. aan jvr Rhenata in huwelick belooft aan jhr Goosen van Vaerick, en aan jvr Catharinaa, huysvrouw van jhr Willem van Lochorst. De zaak wordt verder geregeld door procureurs. Het Hof geeft willige condemnatie hierop

voor mr Jeronimus van Borre, mr Joost de Menijn, Raedsluiden, als commissarissen ter audientie van de rolle gecommitteerd; 1578-01-18: in presentie van mr Matheus Vierling en Henric Heerman, als getuigen; Petrus de Capella, clericus Traj., notarius publicus, instrumenteert de overeenkomst in den Haghe

1499-1505 |

Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl II dossier 184 1-6
Jaartallenindex

de Waersluyden van Weesp, Muiden c.s contra de inwoners van Over Diemen. Geschil betreft het onderhoud van de Zuiderzeedijk bij Diemen. Van deze dijk, die vanaf het kruis bij Outenwaal tot het gerecht van Muiden in het geheel 2200 lang was, werd 1000 roeden geheel op kosten van Outersdorp en Buterkerk, twee geburen van de ban van Diemen, onderhouden. Van de overige 1200 roeden werd 800 roeden door Diemen, Overdiemen, Weesp, Muiden e.a. onderhouden. Het aandeel van Overdiemen in dit onderhoud bedroeg 1/15. Voor het overige gedeelte van 400 roeden was geen regeling getroffen, omdat eertyts veel z.g. "voerlant" ervoor was gelegen, waar door de zee werd tegengehouden en daardoor het betreffende dijkgedeelte niet zozeer als zeewering werd beschouwd. Op verzoek van de baljuw Floris van Alkemade had Over Diemen het onderhoud ervan op zich genomen. Toen na de dood van Floris het "voerlant" door de zee werd verzwolgen en het dijkgedeelte daardoor werkelijk als zeewering dienst ging doen, stegen de kosten van het onderhoud. De inwoners van Overdiemen, dat maar een klein plaatsje van 16 à 17 huizen was, vroegen daarom aan stadhouder en Raden van Holland om de bijdragen van alle belanghebbenden te herzien, zodat ook het onderhoud van de 400 roeden gemeenschappelijk zou worden bekostigd. Alle belanghebbenden werden toen voor het Hof van Holland gedaagd. Degenen die voortaan mee moesten betalen zoals Weesp en Muiden wierpen tegen: 1) bij arbitrale uitspraak van het Hof van Holland in 1436 was het onderhoud van de dijk definitief geregeld, daar kon niets aaan veranderd worden; 2) zij zijn niet verantwoordelijk, want zij hebben geen landerijen die eraan grenzen, 3) Abcoude e.a. zijn inwoners van het Sticht en kunnen niet voor het Hof van Holland worden gedaagd; 4) de gehele dijk is geen 2200 roeden lang; 5) zij zijn niet rijker dan de bewoners van Overdiemen. Overdiemen voert hiertegen aan dat de regeling niet onveranderlijk is. Het onderhoud van de 400 roeden had feitelijk door van Alkemade moeten gebeuren, daar diens landen eraan grensden. Bij doorbraak lopen hun landen ook onder. De landerijen van de inwoners van Abcoude worden door de dijk beschermd en deze is op het gebied van het Hof van Holland gelegen. Het Hof beslist dat Overdiemen "het aertwerck" op zich moet nemen en de tegenpartij "het bolwerk". De tegenpartij gaat in beroep bij de Grote Raad. Enige jaren later blijkt dat Over Diemen het aertwerck verricht, doch de tegenpartij doet niets. Bijgevoegd: schepenbrief an Diemen dd 1499-07-07 dat de dijk 2200 roeden meet. Ook een schepenbrief dd 1500-09-07 van Pieter Aerntsz, schout, Jan Jan Willemsz en Jan en Gheryt Aerntsz [!], schepenen, uit "de dyckagien met die Vecht" die op verzoek van Weesp en Muiden c.s. de dijk hebben doen meten. Op 1500-11-26 hebben enquete-commissarissen de dijk doen meten. Procuratie dd 1501-12-23 van de inwoners van Overdiemen aan procureurs om voor hen bij de Grote Raad te Mechelen op te treden