Sculp | 1569-03-09

R.A.H. Coll Aanw 156 Caput Vianen fol 9

Achternamenindex

Willem Claesz wonende te Noordeloos wordt na dode van zijn vader Claes Jansz beleend met een halve weer land met tijns en toebehoren, onverdeeld met Cornelis Jansz, gelegen aan de Minceklose, groot 6 ½ morgen, strekkende van de Middelweg tot het land van Arkel toe, belend boven: Ghysbrecht Sculpe c.s. van ouds, en nu: Willem Gerrijtsz, beneden: Pieter Willem Veegers van ouds, en nu: Willem Gerrijtsz

1558-12-12 |

Inv 614 regest 922/Arch Leeuwenhorst

Jaartallenindex

Jan van der Bouchorst Roeloffsz, schout in Warmond, oorkondt dat Pieter Gerrijtsz alias Pieter Thymansz aan Pieter Willemsz van Valkenburch verkoopt en overdraagt een schoutsbrief van Noortich dd 1554-12-17

1478-02-04 | Heemstede

Van Damme: de Buitenplaatsen te Heemstede p 172

Jaartallenindex

Jan van Outhuesden en Sander Haeck als door de stad Brugge gezette voogden over Grietkin en Pierrkin, kinderen van Willem van Vleuten, bij jvr Johanne Jans de Leeuwedochter, verkopen s Gravenmade bij Haarlem aan Symon Gerrijtsz van Reewijc

1559-09-09 | Breukelerveen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 1 (A.R.A.)

Jaartallenindex

vrouwe Gheertruyd van Liere als voochdes van haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoorde oorkondt dat zij Jan Dircksz als momber en voogd van Marijtgen Jan Snellertsdochter na dode van Jan voirs, beleend heeft met 4 morgen land in Brueckeleveen in Jan Jan Barentsz saet nu ter tijt na Cornelis Danijelsz saet met zijn medewerkers, streckende van den Zeedijck tot die Wiltbanck toe, belend zuid: Elis Pietersz c.s, noord: Cornelis Danijelsz. Ende noch 2 morgen lands in een becorven camp gelegen in Lubbert Gerrijtsz saet alias Sas, belend noord: die heren van St Pieters te Utrecht, zuid: Lubbert Gerrijtsz voors. Tot een onversterfelijk erfleen. Jan Dircksz doet de eed voor haar (vgl 1547-07-21, 1563-03-18)

1554-08-17 | Maarssen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 52

Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Dirrick Aertsz hem heeft overgegeven 4 morgen lands in t gerecht van Maerssen, belend boven: Cornelis Jansz, beneden: dat convent van Oudwijk, tbv Cornelis Gerrijtsz die er vervolgens mee beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1550-07-27, 1559-07-17)

hierover waren: Dyrrick Heynrijcxz, Jacob Pietersz

1563-02-13 (1562) |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 5v

Haarlem Algemeen

Vrederyck Gerrijtsz verkoopt Pouwels Jacobsz linnewever een huis en erf in de Vranckestege, aen d'een zide: Heijnsoon Adriaensz, scoelapper, aen d'ander zide: t huys daer Mary Berduijrs nu ter tijt in woondt, achter streckende aen Adriaen Pietersz van Hoorn. Koopsom 350 Kar gld

1593-01-17 (IV) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 68

Jaartallenindex

Huybert Gerrijtsz scheldt quyt Reijer Cornelisz, schotvanger, ½ van de saetacker, die hij hadde leggen after Jacob Jan Symons. De andere helft toecomende Jan Cornelisz hopman. Groot in het geheel 21 sneesen. Onderpand: zijn huis en erf, daer hij nu ter tijt in woont, gelegen op het suytendt van Coedyck, belend zuid: Gerrit Yfsz, noord: Jan Cloocken. Cornelis Aris kinderen Heyndricx Gerryts daer vooren hebben ut coop gedaen van de kinderen haar schot staende tot Coedyck, groot ½ van 4 sneesen en 2½ verndel

Jan Gerritsz, schout, Aeriaen Dirck Yfsz en Jan Claesz, schepenen

1558-06-27 |

G.A. Haarlem Inv I no 1618 Lade S/Arch H. Geest Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haarlem oorkonden dat Adriaen Jansz Cuper opgaf ten vrijen eigen aan de H. Geestmeesters binnen de stad een huis en erf gelegen op Bakenessergraft op den houck van de Cockstege, tusschen deselve stege an deen zijde, Symon Cornelisz, drapenyerder an die ander zijde, achter streckende met een stege an Adriaen Gerrytsz cuper, in welcke stege dieselve Adriaen Gerritsz en Symon Cornelisz een bruijckwaer hebben, streckende met noch een erve tot in die Biggestege, belent met Govert Fredericsz, Theus Jansz, Jacob Florijsz en Adriaen Gerrijtsz voors. Onderteekend: Borryts

Jan Mathijsz en Ysbrand Claesz, schepenen

1514-06-10 |

Cartul St Jan Haarlem fol 211v

Jaartallenindex

schepenen in Alcmaer oorkonden dat Aecht de weduy van wilen Geryt Woutersz met haar zoon en voogd Claes Geritsz te kennen gegeven hebben dat de voorn. Geryt Woutersz in zijn leven verkocht heeft aan de Regulieren buiten Alcmaer in Heyloe, een crofte zaedtlants liggende in den banne van Alcmaer in den Varden brouck, groot omtrent 5 want lants geheten Wiven Jacop Gerrijtsz croft, daer naeste lendens aff zijn noord: Claes Flooren, west: die voorsz. Regulieren, zuid: die gemeen laen, oost: die Lijdtwech. De weduwe erkent betaald te zijn en belooft vrijwaring, met consent van haar zoon. Borg voor haar is Dirrick Woutersz in de Nyeuwepoort. Op de plique stond: Andries Pietersz Zel

Jan Jansz Buyser en Pieter Garbrantsz, schepenen

1559-07-17 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 3v

Jaartallenindex

vrouwe Gheertruyt van Liere, weduwe heer Jacob van Duvenvoorde, ridder, here van Opdam ende Hensbrouck, als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoerde, oorkondt dat Wouter Gerrijtsz Spijcker als momber over Ghysbert Cornelisz mit pntie (?) ende believen van hem vertegen gesamender handt tot behouff Elyzabeth Aertsdochter sijnre moeder, van alsulcke recht ende actie hem competerende aen 4 margen lants leggende in den gherecht van Maerssen, belend boven: Cornelis Jansz, beneden: dat convent van Outwijck. Vervolgens wordt Elyzabeth Aertsdochter met haar man en voogd Pieter Cornelisz hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen. Rechtevoert so gaff over deselve Elysabeth met Gerryt Jansz de Jonge, haer gecoren voogd in dezen zake, dat haar man Pieter Cornelisz de lyftocht aan dit leen zal hebben zolang hij leeft, tenzij hij wederom trouwen zou (vgl 1554-08-17)

Ghysbert Claesz, Aert Jansz [van Dorselen], Wilhelm Lambertsz, leenmannen