1 resultaten
1467-12-22 |
R.A.H. Coll Aanw 238 fol 95-106/Mem Poes fol 25v
Jaartallenindex
geschil tussen Jan Heinric Hermansz.z ter ener- en de commandeur van St Jan heer Pieter van Schoten en Bernt Jansz schoenmaker ter andere zijde. Alyt Symon Schoutendochter [weduwe van Symon Hughenz van Assendelft] liet haar goed na aan haar zuster Alewaer, die ze weer naliet aan Jan Henricsz voorn. Heer Pieter van Schoten en Symon van Noortich hadden hem evenwel belet de goederen te aanvaarden, zij claimen de goederen: 1) 7 geersen lants leggende in die Ven, 2) 3 geersen in Dirc Meynertsz Ven, 3) 2 geersen geheten die Braicke, 4) een stuk land geheyten Gheryt Molenaerslant in de ban van Oesdom, 5) een stuk land op die Noort, in de ban van Heyloo, 6) 3 overl. Coerv. Rynse gld op Floris Claesz sate te Egmond. Jan verkreeg tot zijn voordeel 7 sententies en vonnissen die hem 200£ gr Vls kostten. Jan Heynricsz ontkent niet dat Alyd deze landen en rente had opgedragen aan de Commandery van St Jan tbv het gasthuis bij het klooster, maar dat dit geschied was onder voorwaarde dat het klooster aan Alewaer 24 R gld sjaars zou betalen op straffe van verval van het land aan haar erfgenamen. Jan Heynricsz stelt nu wanbetaling, dus verval. De commandeur stelt dat Alyd deze goederen in 1437 had opgedragen uit devotie en in rechter aelmisse. Dat weliswaar wanbetaling van 2 termijnen had plaatsgevonden, die het gevolg was van tweedracht over het commandeurschap in die tijd, doch dat Alewaer deze wanbetaling had kwijtgescholden. Dat bovendien land en renten overgedragen waren. Jan antwoordt hierop dat deze overdracht geschied was voor schepenen van Haarlem en niet voor het gerecht waar dat behoorde. Dat bovendien de overdracht gescheedt was door Dirc Bannenz als voogd van Aleid, hetgeen ten onrechte was, daar Dirc Bannenzoons moeder een bastaard was en dat hij dus haar rechte voogd niet kon zijn, maar dat haar voogd in rechte Jacob Meynaertsz had moeten zijn. Hij ontkent tevens dat Alewaer het klooster van zijn wanprestatie ontslagen heeft. De commandeur antwoordt dat een weduwe geen "rechte" voogd nodig heeft, maar daartoe mag kiezen wie zij wil. Partyen moeten 14 dagen na 6 Jan. hun schrifturen overleveren; 1468-10-15: het Hof ontzegt de eiser zijn eis