22 resultaten
Beest, van | 1411-03-28
Inv Arch Medemblik regest 33
Achternamenindex
hertog Willem geeft aan Bartelmeeus Claesz, "onse ende onser liver gesellinne cock", de helft van het bode ambacht van onser baljuwschap van Medemblick, met de dijk en schoutambacht op de dijk, waar Jan van Beesde, onze camerlinc, de andere helft van heeft
1528-12-31 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 53
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hem van wege Joost van Buren, schiltknape, en zyn gesellinne Franchoyse wijlen Tomas Beuckelaer oudste dochter van den tweeden bedde, vertoond is zeker contract van huwelijkse voorwaarden dd 1524-08-18, en dat zij hem verzocht hebben dit te willen confirmeren. Hij voldoet aan dit verzoek
Dalem, van | 1492-02-03
Gedenkw. Kerken Zuidholland IIA p 35
Achternamenindex
praalgraf van Assendelft te 's Gravenhage: van Gerrit van Assendelft heer van Assendelt en bezoijen "hier leit begrave joffrou Beatris van Dalem, vrou van Assendelft ende van Bezoijen, gesellinne van de voirscr heer van Assendelft ende starff up ten derden dach Februiarii int jaer ons Heeren duisent vierhondert ende twee en tnegentich"
1566-07-23 |
P.N. van Doorninck: Inv Verz Charters v.d. Does regest 82/Mathenesse
Jaartallenindex
schout en schepenen van Spanbrouck en Opmeer oorkonden dat Jan Pietersz van der Heijden als gemachtigde van Agatha van Alckemade vrouwe van Opmeer (procuratie dd 1566-06-25) transporteert aan Johan van Mathenesse heer van Riviere tbv zijn tegenwoordige gesellinne, alle landen, erfpachten, renten en andere goederen als Agatha liggende heeft in de heerlijkheden en ambten van Spanbrouck en Opmeer
Jan Jansz, schout, Arijs Cornelisz, Claes Dircksz, schepenen der stede van Spanbrouck, Cupren Reyloffsz, Cupren Jacobsz, Evert Jacobsz en Jan Jansz, schepenen in Opmeer
1562-04-02 |
Ms Opstraeten III fol 1480/Gaasbeek
Jaartallenindex
heer Dirc van Suylen, ridder, here van der Sevender, verklaart voor de subst. stadhouder van de lenen van Utrecht: dat hij acquirerende die goederen soo heerlyke als eygen gelegen in dese landen van Utrecht, achtergelaten bij sal. jhr Dirck van der Horst, syn neve, daertoe geimployeert heeft 4000 gouden Phil gld, die vrouwe Josina van Dreaeckenborch, sijn gesellinne, ter begeerte van hem comparant gehypothequeerd heeft op seeckere hare tienden gelegen tot Emmenes, by haer te leen gehouden van de abdij van St Paulus te Utrecht. Soo ist dat hij comparant ter vrijinge van deselve tiende seyde belooft te hebben ende beloofde bij desen sijn voorn. gesellinne ende dengenen die haer in de voorn. tienden succederen sal, van de voorn. somme te indemneren, costeloos ende schadeloos te houden, ende dat sijn comparants erfgenamen ende leenvolger die voors. goede gecomen van jhr Dirck van der Horst sal. ged, niet en sullen aenveeerden aleer sylieden de voorn. tienden van de voors. hypotheeck effectualycken gevrijt sullen hebben
present: here Gerard van Renes, ridder, subst. stadhouder van de lenen in Utrecht, jonker Jan van Renes van Wulven, mr Gysbert van Baern
1365-04-03 (1364) |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 262/St Bavo Haarlem; R.A.H. 44 fol 145/Reg Albr. IV fol 88
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht oorkondt dat hij gegeven en bevolen heeft, omme dienst wille, die hi onsen lieven broeder gedaan heeft ende noch doen zal, aan Mathyse Willemsz, onser liever gesellinne pentier, onse boedambacht tot Haerlem, tot sinen live te bewaren. Hij beveelt de schout van Haarlem om hem uit te reiken jaerlixe van onser wege: een pair cledere ende enen winterroc; 1365-04-03 (1364): Mathijs Willemsz gegeven dat bodeambacht tot Haerlem tot sinen live, mit een paer cleder ende enen winterroc, die him die schoute aldair van myns heren wegen alle jaer utreyken sal
per dominos de Brederode, de Egmond et Ysselsteyn, G. de Heemstede, get. Th Vopponis
1514-10-21 |
Carth Raamsdonk anno 1518 fol 155v/Carth Sint Geerdenberg
Jaartallenindex
Gherit van Arkell, heer tot Heukelom, Amersoyen, ter Merwede, oorkondt dat jouffrouw Kathryn van Hokelom, onse lieve nichte, weduwe van Hubert van Boxmeer bastaard, met haar gecoren voogd ons opdroeg 34 morgen land, gelegen in onse heerlijkheid van Hokelem, gheheten "het ruwe broeck". En dat hij vervolgens zijn neve Ghysbert van Boxmeer met dit leen beleend heeft als leen van Hokelem. Behoudens joufr. Catheryne van Hokelem, Gysberts moeder voirs, haar lijftocht aan de helft van dit leen, en jouffrouw Cornelis van Malsen echte gesellinne en huisvrouw van Gysbert van Boxmeer behoudt haar alinge lyftocht hieraan (vgl 1495-04-15, 1520-04-13)
Otto die bastert van Hokelem, Anthonis Claesz, en meer goede luden, mannen
1468~ (1469~) |
Genealogie v.d. Does/Familiearchief Bredius
Jaartallenindex
jvr Catarina van der Does bekent in de sententie interlocutoire gepronuncieert ter cause van seeckere proces by haar geintendeert, zoo voor haar selven als voor haer broederen Dirc ende Foije van der Does, mitsgaders voor jvr Lysbeth, haer suster, contra de hooge ende geboortige jvr van Cleve ende van der Marck, roerende zodane 100£ sjaers erfelijkcke renten als wijlen haar vader Mouweryn selfs bij hertog Aelbrecht mitsgaders bij vrouw Margriet van Cleve, syn gesellinne, met jvr Alyd van Dochem des voorn. jvr Catarina moeder, mede ten huwelycke ende in dote belooft ende gegeven waren, gehypothekeert op de goederen van Sloten ende van Oostdorp
1521-06-28 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 70v, 69v
Jaartallenindex
leenmannen van Zeeland oorkonden dat de edele, wijse, voirsienige Lodewyk van Bloys heere tot Reslonghe, opdroeg tbv zijn wettige gesellinne jouffrou Charlote de Hunneres, ½ van alsulcke tienden, leen en andere goederen als hij heeft en van de grafelijkheid in leen houdt, onder die heerlyckheden van Tholen en van Vosmaer, om daaruit als zij haar man overleeft, zolang zij leeft jaarlijks hieruit 50 £ gr Vls te ontvangen, die haar bij hun huwelijkse voorwaarden toegezegd zijn, met het verzoek aan de vorst om deze te confirmeren; 1521-09-09: Karel oorkondt dat Lodewijk van Bloys heer van Treslong hem dit opgedragen heeft tbv zijn vrouw, en geeft confirmatie
leenmannen van Zeeland: Joos van Boys, riddere, Jan Willemsz Soete, Simon Thonisz
1506-06-27 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 3
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat "onse lieve getrouwe Bonet Desne eerste stalmeester van onse lieve gesellinne die Coninginne, als man en voogd van jvr Cornelie van Outhuesden, tevoren weduwe van mr Geryt Numan, in zijn tijd onse eerste secretaris en audiencier, mitsgaders die voochden en momboren van de weeskinderen en erfgenamen van wijlen mr Geryt Numan, die hy hadde bij jvr Cornelie voors, vertoond heeft dat s konings vader bij brief dd 1492-07-18 l.l. den voors. mr Geryt in erfpacht heeft gegeven de nieuwe aenwassen, uitgorssen, slycken en rietbroeken, mitsgaders zekere visscherij en vogelrije daer aen clevende, liggend in onsen lande van Holland, te houden te leen, en dientengevolge de requestranten aanbestorven". Er was echter verzuimd leenverheffing te vragen. Philips vergeeft hun dit verzuim en staat hun toe dit leen alsnog te verheffen (vgl 1506-07-02)