geteychent
10 resultaten
1624 |
Memoriaal Nieuwe Grafboek te Alkmaar
Jaartallenindex
memoriaal voor het nieuwe grafboek te Alkmaar (fol 11); fol 14v no 35: 2 graeven onder een blauwe sarck aengegeven door Gerret Harcksz van Houten om geteyckent te worden op de kinderen en kintskinderen van wijlen Harck Jansz van Houten; fol 19v: fol 124 (in margine fol 168v) - no 81: een graf onder blauwe sarck aengegeven door Jan Jacobsz boeckebinder , om geteeckent te worden Silla Jacob weduwe van Ysbrant Hendricksz van Houten, met het wapen; (fol 20) nog een zerk met het wapen als voren; fol 108v: fol 109v no 64 (in margine 109v) een graf onder een cleen blaeu sarcken ende andere stenen aengedeelt aen Grietgen Cornelisdochter, naergelaeten dochter van Jannetgen Ysbrantsdochter, wapen als voren
1519-03-28 |
G.A. Haarlem Inv I no 1600 Lade S/Arch H. Geest Haarlem; G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 5v/Cartul H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Heinrick Heinricxz, priester, en Jan Heinricsz, gebroederen van Delft, voor ⅓ deel, Claes Lottijnsz voor zichzelf, Jan van Ilpendam als man en voogd van Alyt Lottijnsdochter, ende Margriete Lottynsdochter met haar zwager Jan voors. als voogd, tezamen voor ⅓ deel, ende Frans Moensz (2e akte: Frans Meeusz) als vader en voogd van zijn kinderen ook voor ⅓ deel, gelieden dat zij verkocht hebben aan de H. Geestmeesters een stuk lands gelegen buyten die Zijlpoirt binnen die vriheyt van dese stede, daer naeste lenden of zijn oost: die H. Geest, zuid: die Heerwech ende die molenwerf tezamen, west: die Regulieren buiten Leiden genaamd Lopsen, noord: die Corfsloet. Geteyckent: Bolle
Heinrick van Berkenrode en Geryt van Spaerwoude (beide zegels: klimmende leeuw), schepenen
1625-06-22 | Wijk aan Zee
R.A.H. O.R.A. 1326 fol 90
Jaartallenindex
de Vrou van der Binchorst insinueert mits desen den secretarius van der Wijck op Zee ende Wyck aen Duijn, dat een parthije landts leggende onder Wyck op Zee, groot omtrent 7 morghen genaempt Binckersten bosch, sijnde een erfpacht van der Reeckencamer van Hollant, toebehorende Joncheer Jacop Snouckaert tegenwoordich heere van Binchorst, haer soon, hem aenbestorven bij doode van Joffrou Martyna Snouckaert vast gemaeckt is bij desselfs Joffvrou Martina testamente in date den 17e Februari anno XCIv negentien, tot dat de voorn. Joncheer Jacop oudt zal zyn 18 jaren, verzoecke mits desen hiervan notitie gemaeckt ende gehouden te worden volgens placcaten der heeren Staten. Ten oorconde bij mij onderteijckent op ten 13e Juni 1625 bij mij, was geteyckent: Anna van Bredenroode. Deesen by ons, schoudt ende schepenen van Wyck op Zee geonderteijckent op huyden den 22 Juni 1625
1625-03-05
R.A.H. O.R.A. 2100 fol 124
Transportregister Egmond
Trijn Jacobsdochter, weduwe van Floris Willemsz, geassisteerd met Aelbert Wilboertsz als voogd, verkopen aan Adriaen van Veen c.s een croft ofte nolle lants, gelegen tot Egmond, genaempt … (boven staat: kooren kints n. off grote Huijck). Koopsom 260 gld; noch een quytscheldinge van ditzelve land bij Jan van Egmont als erfgenaem van wijlen zijn vader Pieter van Egmond, die t selve lant Jacob van Egmont in denselven schyn heeft opgedragen tsamen met eenen brieff beyde in dato als voren, ende de coop van tselve lant voor dese es 350 gld op twee Maydagen, daerom tselve bij schepenen geteyckent desen 5 Martis 1615
de oorspronkelijke akte staat tussen akten van het jaar 1622. Misschien dat alleen de toevoeging van af "gepasseerd" uit 1625 dateert
1645-05-28
R.A.H. O.R.A. 2103 fol 99, 99v
Transportregister Egmond
Joost Ariaensz Rijscamp verkoopt aan Pieter Adriaensz Valc en zijn zwager Pieter Symonsz, beide buerlieden tot Wimmenum, het 2e stuk land van de Bommersmeer, zijnde in de oude kaert het 24e stuk geteyckent met de letter Z, gelegen in het 4e block, getekend met de grote letter D, groot 1271 roeden (op de kaart staat 316 roeden, zijn er percelen samengevoegd?), soo groot en cleyn als hij comparant ende Albert Jacobsz Walenburch 1 folm [?] heeft ontfangen, in de jurisdictie van Egmond, belend oost: de grote Molensloot, zuid: de erfgenamen van Jacob Claesz, wijncoper tot Amsterdam, west: de Ringsloot, noord: Gerrit van Vladderack. Eodem die verkoopt Pieter Symonsz, buerman te Wimmenum, zijn helft van dit perceel aan Gerrit van Vladderacke, out burgemeester en buerman op de Hoeve
1605-01-08
R.A.H. O.R.A. 2098 fol 39v
Transportregister Egmond
mr Jan Warrebroeck, wonende te Alkmaar, verkoopt aan Louris Pietersz, vleeschouder en poorter der stede Alkmaar twee stukken land, beide gelegen in de jurisdictie van Egmond, onder Moolant. Het eene benoorden de vaert naer Egmont op die Hoeve bewesten het rietstuck gelegen in de Vaerte, met B. int oosten, met Cornelis Pouwelsz in de Verdenbroeck, in t zuyden te voorn. verkoper, in t westen mette Crooncamp, ende in t noorden mettet abdijelant. Het ander mede benoorden het voors. rietland, achter ende aen het moolants huijsgen bij de Ringdyck lants ende bewesten t rietstuck int V block mette letter A geteyckent, waarvan de hooffsteede in erfpacht uijtgegeven is, oost: tsheeren rietland, west: de Crooncamp, zuid: de Ringsloot, noord: de verkooper, groot tesamen 3 morgen 137 roeden
1613-08-07~
R.A.H. O.R.A. 2099 D fol 6
Transportregister Egmond
"Dit compt voir, argo alhier nihil". Abraham Jaspersz, poorter tot Alkmaar, verkoopt tbv mr Augustijn Bas Medenblyck, poorter tot Alckmaer, een stuk lands gelegen in onsen banne van Egmont op Nuelant in de Egmondermeer, eertijts gecomen wesende van t graefschap Egmont, genaempt "Cosgijscamp", groot 1874 roeden, gelegen in t 5e block geteyckent mette letter A ende 23, oost: het Molck, zuid: Gerrit Diercksz, lantmeter, west: de vuijtwateringe der visscherij moolen, noord: de Coetecamp. [Het slot en de datering ontbreken. Dezelfde akte nogmaals op D fol 1, eveneens ongedateerd. Daar het register begint met 7 augustus 1613 en dit de eerste akte is, moet deze gedateerd worden op 1613-08-07. De vraag is echter of de akte werkelijk gepasseerd is]
niet gelokaliseerd op de kaart van Lauris Pietersz, wel op de kaart van Langedijk (Karsgis camp)
1506-10-21 | Alkmaar
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 38/1 no 252/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
schepenen in Alcmaer oorkonden dat joncffrouwe Katheryn Vernouwen weduwe van salige Pieter Heyntaijckszoon (?) met haar gecoren voogd Merten Pietersz, en liede dat zij verkocht heeft aan heer Cornelis Ottenz, nu ter tyd proost van de Witte Heren of Praemonstreyten binnen Haerlem, een stucke weydlants gelegen in de vrijheid van Alcmaer, belend west: Wouter Woutersz brouwer, oost: den driespronck van den heerwech, zuid: OLVr gasthuis binnen de voirs. stede, noord: Willem Ariaensz. Als onderpand voor de vrijwaring stelt zij haar huis en erf gelegen binnen de vrijheid van Alcmaer opten hoeck van den Voerdam, daer lendens off sijn oost: Reijer die schuytemaker, west: die Meent
Adriaen Dircxz en Symon Reyersz, schepenen; geteyckent: J. Sandersz
1538-07-12 (3) |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 94-95v
Jaartallenindex
Hendrik grave tot Nassauw, mercgrave tot Zevette, grave tot Catzenelleboge, tot Vyanden ende tot Eijd [!], heere tot Breda, Diest, Grimbergen, oorkondt: also ick diverse communicatien ende handelinge hebbe doen houden met sommige mynen vrunden en dienaren mit der weduwe van wijlen mr Floris Oom van Wyngaarden en Pieter Schaart, om by vruntlyke wegen schuwende rigeur van processsen, van hemluyden te reconvereren ende te krygen alsulke visscheryen als sij hebbende ende hem competeren mogen in de rivieren van der Lecke ende Merwede, zowel die zij met mij gemeen hebben als anderen. Ende hetzij dat daarop zekere concepten van accoorde en transactien begrepen zijn, soodat het van noode is enige te committeren om eyntlick hierin te sluiten en de besoigneren, geeft volmacht aan mr Francois Boot, advocaat in den Rade van Holland, mr Steven van den Berge, mijn raad, en Zeger van Halveringen, mijn rentmeester van der Lecke, volmacht om met de voors. weduwe te accorderen over deze visscherij, om de gesloten overeenkomst te bevestigen en diens volgens de voors. visserij te ontfangen en de daarop rustende erfpachten te accepteren. Ook om de voorn. weduwe haar leeftocht te verzekeren op myn goederen en erflosrenten te quiten tegen den penning 16. En mijn goederen, visserijen etc. daarvoor te verhypothequeren. Geinsereerd in een akte van dezelfde datum. Op de ploye staat: bij mijn here den graven ende geteyckent Strepen ter eenre, ende joncvrouw Aernt van Duvenvoorde van Leeuwensteyn, weduwe mr Floris van Wyngaerden, voor haar zelve, Adriaen van Borsselen als man en voocht van jvr Adriana van Wyngaerden, mr Balthasar van Hogenlande, advocaat van deser Hove, als procuratie hebbende van mr Jan Oom van Wyngaarden blijkens acte van procuratie dd 10 juli j.l
1571-09-10 |
R.A.H. Coll Aanw 137 Caput Sticht etc fol 48-51v
Jaartallenindex
compareerden voor notaris Johannes van Kessel en leenmannen jvr Cornelia van Waevre, weduwe van jhr Gysbrecht van Nyenrode, mitsgaders jhr Johan Monnincx als man van jvr Margaretha van Nyenrode, oudste dochter van jvr Cornelia, en haar 2e dochter jvr Mechtelt van Nyenrode, weduwe jhr Gerart Spierincx van Wel, in zijn leven casteleyn van Heusden. Zij dragen gezamenlijk op aan heer Gaspar van Bruxelles, heere van Heijsbroeck en raad ordinaris in den lande van Utrecht, oudste zoon van wijlen heer Philibert van Bruxelles, ridder, het huijs, hoff en boomgaert in den lande van Utrecht binnen den bedrijve van Bruekelen, genaempt "Guntersteyn", met noch zeeckeren morgen landts leengoets, leen van de grafelijkheid van Holland. Te houden als man en voocht van zijn jegenwoordige huysvrouw jvr Cristina Monincx en hun kinderen en erfgenamen, naar inhoud van het huweljkscontract van 1571-07-04, een morgen leengoet die gelegen en begrepen zijn onder 2 hoeven land groot 34 morgen de voors. van Bruxelles insgelijks als medegave gegeven. Met sulken last als daarop staat volgens het testament van wijlen Jacob van Nyenrode, tbv twee bastaardkinderen van wijlen jhr Heynryc van Nyenerode. Verder belooft jvr Cornelia aan haar schoonzoon van Bruxelles vrijwaring. Jvr Cornelia geeft volmacht aan mr Heynrick Meijster, advocaat in den Hage, om dit voor de stadhouder van lenen te regelen. Vervolgens cederen jvr Margaretha mede namens haar man jhr Johan Monicx en jvr Machtelt met Janne van Kessel als haar gecoren voocht, afstand te doen tbv de voors. van Bruxelles, zijn huisvrouw en kinderen, van al hun rechten, ook die hun competeren zouden na dode van hun moeder jvr Cornelia. Aldus gedaen te Utrecht ten huyse van jhr Johan Monincx, all waer ons Goessen Pynappel als stadhouder van heer Jacob van Brecht, ridder, schoutet van s Hertogenbosch ende haerder meyerwegen derde [?] geleent ende gegunnen heeft om hier over te staan; 1571-10-18: mr Gasper van Bruxelles geeft volmacht aan mr Bartelt Ernst, griffier v.d. Hove van Holland om het huys Guntersteyn te Breukelen in leen te ontvangen, en ook een jaarlijkse rente van 70 Kar gld, geconstitueert en verseeckert bij vrouwe Marie van Lannoy, tbv heer Philibert, op al haar heerlijkheden, tienden en incomsten van St Adolfslant, genaempt Oelkensplate, Bommenee, hem bij dode van zijn vader aanbestorven (vgl 1571-04-28)
Henrick van Berckelaer en Jacob Willemsz, leenmannen; geteyckent: Heynrick Heynricksz Berckelaer, Cornelie van Waenre [Waveren], Jacob Willemsz, Margriete van Nienrode, Johan Monincx, Machtelt van Nyenrode, G. Brucxelles, Johan van Kessel, notaris