1 resultaten
1455-1456 (2) |
G.A. Haarlem Inv I 205 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 7) ontfaen van Dirck Hoen ende onder hem geset waren in den jare '53 om Jan Gorys te Mechelen mede te betalen, die deze niet wilde ontvangen 27 £ 12sc, ontfaen van Willem Jacobsz midsomer ½ jaar pontgelt 40 £; (fol 10) Dirck Soijersz ontvangt 211£ 15sc 8d om lijfrenten in Brabant en Vlaanderen te voldoen, Gheryt van Noortich ontvangt 38£ 18sc 8d om idem te voldoen; (fol 12v) op 11e Juni reis (?) van 2 burgemeesters, 1 schepen, de tresorier en de secretaris in die Santpoert bij den here van Brederode om hem van der stede wegen 4 punten te kennen te geven roerende Martyn van der Laen ende t gasthuijsbreg; (fol 13) getuigen gezocht tegen Pieter Jansz van Werre; (fol 13v) op 8 Juli naar den Hage o.a. Ocker Claesz, Jacob Dircsz vroescip Claes Gherijt, Jan die Vlaminck goutsmit en Willem Paedze clerc, roerende t proces van der stede met Pieter Jansz Werre. Ook om te spreken met Gheryt van Assendelft van Gheryt Claesz, der stede poirter, roerende t paert dat hij bij Jan Claesz zynen soen in die hoeij tyt over 2 jaren doet ghemendt soude hebben; (fol 15v) Also myn here van Oostervant in die jachtyt [Aug. 1455] tot Teylinghen gecomen was, so reijsden aldair bij hem om hem welcome te hieten dat gerecht ende sommigen van den ouden recht metter stede dyeners, ende om mit hem te spreken ende raets te vragen op die coemste van mijn genad. Here, zij namen mee 5 amen hypocras gecoft bi Dirctgen in die apotheke voor 46st, en 10 mengelen malenezeije gecoft bij Ocker Claesz voor 20st; (fol 17v) op 27 Sept. reisden tot Alcmair Symon van Noortich als burgemeester ende wairdeyn ende Dirck Pietersz oick waerdyn om te besien of sij t laken souden moghen crighen van den scout van Alcmer op borchtocht dat hij Joffr. Mosselt offgenomen hadde mit anderen hoeren lakenen soe dat laken een onrecht segel hadde; (fol 18) Op 6 Oct. naar den Hage o.a. om te spreken met den Rade van Aetsert van Naerden, die over den scepenen van Haerlem geclaecht hadde van een vonnis dat gewijst was tussen hem ende Heijn Stael; om een mandement te verkrijgen om Jacob de moelnaer van t kerchof te nemen, en om Mosselden lakenen