Bedoelde u soms?
gelde | gelre | gelres | ghebure | gheere | ghelae | ghelde | gheldre | ghele | ghelen | ghelren | ghered | gheret | gheve | goerle

15 resultaten

Gelre | 1307-12-22

De Fremery no 17
Achternamenindex

vidimus van Gerardus heer van Voorne en frater Arnoldus dictus Ghelre

Voorne, van | 1307-12-22

De Fremery no 17
Achternamenindex

vidimus van Gerardus dominus de Vorne et burghgravius Zelandiae, ac frater Arnoldus dictus Ghelre, custus ordinis fratrum minorum per custodiam Hollandiae

Tuyl, van | 1424-03-02

Indices Brugse Poorterboeken 1418-1434 p 196
Achternamenindex

Jan van Thuul filius Jans, van Maesbommele in het land van Ghelre wordt poorter van Brugge "omme te doene de neeringhe van den brauwers"

Asperen, van | 1360~

R.A.H. Coll Aanw 44 fol 115v
Achternamenindex

Ghelre: - van Otto van Asperen 2 hoeven land gelegen in het gerecht van Herwijnen geheten Cocshoeven ten erfleen; - 8 morgen in het gericht van Deijl

Bronkhorst, van | 1337-04-27

Ned Leeuw 1915 p 357/Fahne "Mumm" I no 12; Nichtstaatliche Archive Heft IV Kreis Steinfurt p 42
Achternamenindex

Giselbrecht van Bronchorst, ridder, drossaard van de graaf van Ghelre in het land van Zutphen over een twist tussen de proost en het convent van Bethlehem; 1340-10-25: genoemd o.a. Gyselbert van Brunchorst

Ammersoyen, van | 1342-10-02

Bijdrage Hist Gen jg 1901 bl 137; Reg EL 5 fol 8 r
Achternamenindex

Hildegont van Hedichuysen draagt over 15 morgen in de Welsche hoeve te Poederoyen en Everaert van Ammersoyen wordt ermee beleend. (Aantekening van ongeveer 1376: "Everart droeghet up tot Aernds behoef ende is in novo registio in Ghelre")

1556-08-20 |

R.A.H. Coll Aanw 259 fol 531/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

alsoe vrouwe Katheryna van Gelre, nagelaten weduwe heeren Walravens van Arckel, ridder, heere van Heuckelem, Waardenburch, Amersoijen etc, ons bij requeste vertoont heeft dat zij suppliante genoodsaact is geweest joncker Otto van Arckel heere tot Heuckelem ende d'andere haere kinderen, die in den lande van Ghelre gheboren, woonachtich en oock meest gheghoet zijn, behalve dat het sterfhuis daar gevallen is, te versoeken "momboirs tutores et curatores". Dat hiertoe benoemd was joncker Wessel van den Boetselaer here van Asperen, die echter een questie pretendeerde te hebben tegen haar kinderen, insonderheid tegen haar oudste zoon jhr Otto, zodat door de stadhouder tot Gelre benoemd waren tot curators Frederick Turck here tot Heemert, Claes Vyghe, ambtman van de Neder Betuwe met Willem van Thuyl tho Bulkesteyn. Zij verzoekt nu het Hof van Holland om genoemde personen ook als curators aan te stellen over haar kinderen voor wat de goederen in Holland betreft. Het Hof willigt dit verzoek in

Heerd, van | 1420-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat "wij om kenlike scout ende noets wille daer wij ende onse goedshuus zwaerlike mede belast sijn overmits oerloge tuijsschen den lande van Ghelre ende Hollant tezamen eendrachtelic teghens den ghestichte van Utrecht ende zonderlinge mede van ons monicker weghen here Willam van Heerd die sonder oirlof ut onsen cloester is op dese tijt. Ende syn brueders mit horen vrienden onse goedshuys ontseit hebben overmits beticht ende veel scaden gedaen hebben mit roef ende ghewelt ende onse monick noch doet. Ende Thyman Willamssoen, onse bouman, ten hove after Amersfoirde ghevanghen is aen handen des hertoghen van Ghelre. Ende hem ghecoft heeft om een zekere summe van ghelde buten onsen scouden of toen doens. Soe willen onse here van Ghelre ende sijnen raet van onsen goedtshuus dat ghelt hebben ende hebben onse goed tot Ermelen [Ermelo ?] daervoer vercoft"; verder verkopen zij nu aan mr Henric Foeken een rente van 12 g.g. Wilh Holl scilt ten lijve van mr Henric en van Wendelmoet Gheret Foeken bastaarddochter, te betalen binnen Utrecht (vgl 1420-12-06)

Polanen, van | 1382-08-28

De Raadt III p 282
Achternamenindex

Jan heer van der Lecke en Breda oorkondt dat wij voor ons, "alsoe verre alst onsen persoen aenrueren mach, ende voir Gielys uten Campe, Roever Roeversz van Rijsberg, Petre van der Daesdonc, en alle andere die onder ons neder laghen oft scade ende verlies genomen hebben in den orloghe onser gehandegher vrouwen van Brabant teghen den hertoge van Ghelre", kwijtschelden alle kosten en schaden

Mekeren, van | 1420-12-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geheryt van Damassche erkent ontvangen te hebben van Ghysbert van Mekeren, rentmeester van het land van Gelre, de renten "van enen jaer St Martyns misse in den winter laetste verleden, als 12 g.g. oude Vrancr. scilden voer 3 goede vette beren sjaers die ons onse lieve ghenedige here die hertoghe van Ghelre jaerlix sculdich is van onsen ghericht van Lyenden ende van Driel"; 1420-12-06: Ghijsbert van Mekeren, overste rentmeester van het land van Ghelre, oorkondt dat hij kwijt gescholden heeft aan abt en goedshuis St Paulus en Tyman Willamsz "van allen zulken 100 scilden als wij dieselve heren gheloeft hadden int Tyman voirs voor zyn gefenckenisse tot behueff mijns alre liefsten genedichtsen heren s hertogen van Gulick ende van Gelre ende greve van Zutphen. En schelden den voirs. Tyman mede los, ledich en quyt an sijnre gevenckenisse wijtgesacht sijn oirvede die hi noch doen sall" (vgl 1420-11-30) [het geld zal niet werkelijk ontvangen zijn, maar gediend hebben als losprijs voor Tyman]