Bedoelde u soms?
gehesciet | geschiet | gesciet | ghesaeit | ghesaint

17 resultaten

1529 |

G.A. Monnikendam 154/Diversorum Galileaconvent fol 56
Jaartallenindex

ick bruer Lambert, prior onwaert der Cartusaren buten Amstelredam, bely vernoecht ende voldaen te sijn van alsulcke coep ende quijtsceldinghe ghesciet wesende van onse broeder Symon Gheritsz van Groet Overleeck van die helft van een stuck lants ghehieten Gherits goechcamp, dat van sijn ouders ghecomen was, ende plach toe te behoren ende onse broeder Symon Gheritsz den convent van Galilea vercoft heeft integhenwoerdicheit van onse me bruer bruer Jan Gheritsz ende andere goede mannen wiens naem mij onbekent sijn, ende dat na utwisinghe van scriften daerof ghesciet. Aldus ondersocht anno XVcXXXIX, ende dit soude ghesciet syn anno 1493

1494-05-21 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 56v/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex

Dirc Jacopsz voernoemt [zie 1493], Symon Gherytsz susters soen, quijt scoude den convent van Galileen den eyghendoem van sijn deel dat hi had in die goegcamp voern. ende beliede ende bekende voldaen te wesen den lesten penning mitten ersten. Ende dese quytsceldinghe is ghesciet in teghenwoerdicheit van eerbaren mannen Jan Jansz Verscheng ende Pieter Grebber van Cleyn Overleeck ende Claes Claes Jansz, Jan Coppenz ende Claes Roeijncs van groet Overleec ende het is ghesciet in onse poerte van onse convent van Galileen opten Wonesdach van Pinxteren heilighe dach die toe quam opten XXI dach in den maent van Meije [zonder jaar]

Dirc Florisz | 1384

Rechtspraak Graaf van Holland II p 177
Voornamenindex

dit sijn sulke dootslagen als ghesciet sijn binnen Haerlem: van Dirc Florysz doot zijn gebleven: zijn broer Willem Florysz, Gheryt Taemsz, Martyn Taemsz, als magen van Dirc

Nyensteyn, van | 1437-09-09

R.A.U. Arch Domkapittel Oorspr Charter no 1011
Achternamenindex

Goessen van Nyensteyn, Jan Sconouwen en Dirck Hoevenaersz getuigen dat Harmen van Puffelick, pachter van de Domproosdij, goederen en tienden te Wadenoyen heeft opgegeven; "dit is ghesciet binnen Vyanen in Goessens huys van Nyensteyn"; met opgedrukt zegel van Goessen: 3 rechter schuinbalken

1506-03-15 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 121/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex

ic broeder Jan, kelre van Galileen van St Bernardusoerde gheleghen bi Monickedam, bekenne ende belie dat ic vercoft heb bi consent ende wille mijns prioers ende convent, hoe dat Jan Arijsz van Hoeghentwoud ons een huus ende erve mit XV morgen lant ende een verndel, gheleghen in Hoeghentwouder weren voer een summe van penninghen als 180 gld current, 40 groet Vlaems voer die gld gherekent, behoudelic dat Jan Arijsz soude dat ⅓ deel van de voers. penninghen reed gheven nae dien dat die voers. coep ghesciet was, ende dat anderde ende dat derdeneel binnen 12 nacht van t jaer 1507 ende waer dat hi den voers. penn. niet betaelde etc dan zal het convent het verschuldigde mogen verhalen aan Jan Arijsz huis en goederen. Ende dese coep is ghesciet int jaer ons Heren 1506 op Cijriatusavont in Jan Mourijsz huus tot Hoern ende die segslude waren Jan Mourijsz voers. ende Jan Roelisz en Eef Jacobsz ende Jan Wirop van Twisch, ende JaepHeijn van Lubbic scouwen ende oec mede tot een teijken der waerheit soe sijn daer cedulen of ghemaect ghescreven mit A.B.C.D. E.F.G

1470~ |

Cartul St Jan Haarlem no 340
Jaartallenindex

item altera die Gregorii worden ghesceiden die commenduer ende Dirc Gherytsz van Graft van allen ghescel dat si hebben mochten op malcander, in deser manieren primo dat Dirc voorn. terstont sel laten legghen dat lant dat hij plach te bruken van den commenduer ende syn hant of sel houden, ende sel de commandeur gheven nu tot St Lucasmarct binnen den staende cruys 2 Ryns gld. Dit is ghesciet al te mael op een peen van 10 gouden Ryders [zonder datum]

presentibus: domino Nycolao Visscher, domino Nycolao, vicecurato in Graft

1558-06-16 |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv no 67a regest 105
Haarlem Algemeen

Dierick Corstensz, pater, en Haes Ysbrantsdochter, mater van St Michielsconvent binnen Haerlem, erkennen verkocht te hebben aan Arent Symonsz een huijsken met zijn erve in St Annensteech, oost: t voors. convent, west: Aernt Symonsz voers, zuid: Arent Symonsz voors, noord: de St Annenstege. Dit is ghesciet in onze gastcamer in presente van Cornelis Willemsz Boogerman en Cornelis Pietersz timmerman als getuigen. Met het conventszegel. In dorso: Arent Symonsz van Veen genoemd (1555-03-31)

1515-12-06 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 210
Jaartallenindex

Mennardus Man, abt van Egmond, erkent verkocht te hebben aan de gasthuismrs van St Elisabethsgasthuis te Haarlem, al de eigendom van sekere portie van lande of opstal leggende of staende in ende op een stuck lants gheleghen in den ban van Limmen ende in den ban van Akersloot ghemeen twee gasthusen, omme die summe van 3£ groot Vlaems. Welcke penningen wij terstont wederom beleyt hebben an en acker saetlants gheleghen in den ban van Limmen, ghecoft van Dirc Stevensz tot behoef des gasthuys van St Aelbrechts binnen onsen convent van Egmondt. Ende dit is al ghesciet om vrede twisken den voers. twee gasthuysen want sij tegen makanderen grote costen in processe van recht daerom ghehat hebben

1486-09-04 |

Cartul St Jan Haarlem no 955
Jaartallenindex

Thomas Dircz van Medenblick oorkondt zijn uitspraak in het geschil tusschen mr Jan Willem Jansz, commandeur van St Jan te Haerlem, en Bartholomeus Heynricsz, diens rentmeester. De uitspraak luidt dat de rentmeester den genoemden commandeur 7 jaar lang elk jaar 3 hoet goede versche tarwe en een zak witte erwten zal leveren, de rentmeester zal gedurende deze 7 jaren ontvangen de heele rente en huur van 14 morgen lands in Monsterambacht, die Dirck Mertienz nu in huur heeft, en den commandeur toebehooren etc. Dit is aldus ghesciet in den Haghe in den huyse van Claes Gerijtsz van Polenborch, dair bij waren als tuygen heer Pieter die Vrijese en Claes Gherytsz voors. Door Thomas Dircsz zelf geschreven en met zijn hantteyken onderteykent. Thos med notarius scripsit

Veen, van | 1344-01-23

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 2 p 171
Achternamenindex

schepenen van IJsselstein verklaren dat Arnoud heer van Ysselsteyn voor het gerecht kwam: "ende vervolghede op Hildegonde Brandsdochter van den Vene, mit volre claghe ende mit gheachten daghen hoer liif ende hoer goed, et si erve of ghelt, ende al goed ghenoemt ende onghenoemt, also alse ziit te voren voer richter ende voer scepene verwilcoert hadde, alse hem recht ende oerdeel wisede, van wilken live ende goede voerscreven Hildegont vellich ghewiist is tot siinre behoef mit rechte na alre varnisse ende dinctale, die voer ons ghesciet is"