1411-08-03 | Vraechel sub Oosterhout

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 100v/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

"den brief van 8 lopen rogs die Jacob myns heren zoen ons gaf". Schepenen in Oesterhout doen cond dat Cleijs Aernt Cocsz erkende schuldig te zijn Jan den brouwer Meusz 8 lopen rogs erfpachts. Onderpand: zijn huysinge en hoeveninge, houdende een bunder gelijk als t gelegen is tussen Aernt Goedevaertsz erve ende dat Valveken tot Vraechel. Vrij met sheren chyns en met 11 lopen rogs jaerlics. Item noch 2 lopen saetlants bij der Aelst gelegen neffen Godevaerts kinderen van Dorst (vgl 1412-12-23)

Gheldolf Haeck en Zebrecht Zebrechtsz, schepenen

Arkel, van | 1401-03-09

R.A.H. Coll Aanw 97 fol 166v/Reg Rotterdam en Schieland no 1491/Reg Vrouwe Margriet fol 82

Achternamenindex

Jan van Arkel beleent Claes Jan Goedertsz met een halve zate, een half huis en een half van een berch te Bleijswijck, waar hij nu in woont, ingemeten van de noordkant, belend noord: Claes Goedevaertsz, zuid: Claes Jan Goedertsz, strekkende van de Rotte tot aan de landscheiding van Berkel

1563-01-30 (2) |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 145v/Cartul St Geerdenberg

Jaartallenindex

schepenen ter manisse van de scoutet van Gorinchem, rechterlijk aengeschat sijn sekere 2 morgen lands op Kedichem, toebehorende Adriaen Dircsz alias Smeerom, oost: Claes Jorisz, west: mr Marthen van Os Goedevaertsz, streckende van der halver thiendtwetering af totten heynthuyn toe, tesamen voor de somme van 450 Kar gld eens, belast met erf- en losrecht. Zo werd op 30 januari 1563 met het convent overeengekomen dat al degenen die rente- of losbrieven op dit perceel bezaten in te leveren bij mr Gerardt Dudyn als secretaris in der tydt deser stede en van den lande van Arckel, afgekondigd door Aerdt Jansz gesworen bode of roedrager, opgemaakt ter certificatie dat dit alles geschiedt is

1427-11-08 |

G.A. Haarlem Inv 1638 Lade T/Arch St Barbara Gasthuis Haarlem

Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat Jan Goedevaertsz die moelnaer, Dirc Heynricsz en Matheeus Heynricsz gelieden dat zij gezamenderhand ten vrijen eigen verkocht hebben aan mr Huge van Assendelft en Dirc Willem Korversz tesamen de helft van den molen metter helfte van den werve metter helfte van den huse ende anders datter molen toebehoert, onderdeel leggende ende staende buten der Cruijspoerte binnen der Vrihede van Haerlem ende in voertiden plach toe te behoeren Dirc van den Woude. Met belofte van vrijwaring, behalve voor 2 g. Vrancr scilde sjaers die daer op te hure staen

Ysbrand van Schoten (zegel: gedeeld, klimmende leeuw en een kruis), Dirc Gheryt Gherytsz.z (een kruis), schepenen

Spijcman | 1415-06-10

Cartul Marienweerd no 553

Achternamenindex

Marienweerd hebben beloofd aan Geraet van Ackoy om wekelijks 3 missen te doen op Dirk Splintersaltaar in de kerk van Beesd, op een boete telkens van 1 oude Vr schild, verzekerd op: - 10 morgen land min ½ hont, in Roemde in die Overhengemenge, tussen de erfgenamen van Arnt Wreede en Roloef Pollim; - uit 6 morgen land in hetzelfde gerecht op de Weyde, tussen Roloff Pollim en de erfgenamen van Ghisebrecht Spijcmans Goedevaertsz

Ackoy, van | 1415-06-10

Cartul Marienweerd no 553

Achternamenindex

Wilhelm van Gellichem en Rolof van Gellichem, schepenen van Deyl oorkonden dat de abt en de proost van St Marienweerd hebben beloofd aan Geraet van Ackoy, bastaard, wekelijks 3 missen te doen op Dirk Splintersaltaar in de kerk van Beesd, op een boete telkens van 1 oude Vr schild, verzekerd op: - 10 morgen land min ½ hont, in Roemde in die Overhengemenge, tussen de erfgenamen van Arnt Wrede en Roloef Pollim; - uit 6 morgen land in hetzelfde gerecht op de Weyde, tussen Roloff Pollim en de erfgenamen van Ghisebrecht Spijcmans Goedevaertsz

Pieter Woutersz | 1425-05-29

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 125

Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: [doorgehaald] Pieter Woutersz als momber van Wouter Woutersz, de zoon van zijn broer, wordt beleend met een camp land van 5 schaerweyden, belend oost: Wouter Woutersz, west: Jan Camp, en een stuk veen gelegen in Zoesterveen, strekkende van Zoes enghe an Heserveen toe, belend oost: Jacob Goedevaertsz, west: Aelbert Heijnenz, gelijk dat Wouter Ezenz van de abdij in leen hield; zodra Wouter mondig is, moet hij zelf belening vragen

mannen: Gysbert Godscalc, Tyman de Lange

Haestenberch, van | 1381-01-07

A.R.A. Leenkamer 51 Reg Oostervant XIV fol 14

Achternamenindex

schepenen van Woudrichem oorkonden dat de burgemeesters vanwege de poort van Woudrichem "op drogen ende gaven Claese van Haestenberch alle recht, dat si hadden aen die husinge ende ghesaet mit hoeren toebehoeren die ghelegen sijn in die oude Steenstrate, dat Liebrecht Liebrecht Pelsers soen plach te wesen"; belend tussen: Aleyde Liebrecht Goedevaertsz wijf was ende hoere kinderen hus ende hofstat en Liebrecht Peter Helvoertsz huus ende hofstad; welk huis en erf de stad aangekomen was van Liebrecht wegens schuld. Anno 1380: zaterdag na O.Vr dag Purificatis had Willem van Hoorn en Altena deze hofstede in leen gegeven aan Claes van Sevender [dezelfde als Claes van Haestenberch]

Zevender, van der | 1381-01-07

A.R.A. Leenkamer 51 Reg Oostervant XIV fol 14

Achternamenindex

schepenen van Woudrichem oorkonden dat de burgemeesters vanwege de poort van Woudrichem "op drogen ende gaven Claese van Haestenberch alle recht, dat si hadden aen die husinge ende ghesaet mit hoeren toebehoeren die ghelegen sijn in die oude Steenstrate, dat Liebrecht Liebrecht Pelsers soen plach te wesen", belend tussen: "Aleyde Liebrecht Goedevaertsz wijf was ende hoere kinderen hus ende hofstat en Liebrecht Peter Helvoertsz huus ende hofstad"; welk huis en erf de stad aangekomen was van Liebrecht wegens schuld. Anno 1380: zaterdag na O.Vr dag Purificatis had Willem van Hoorn en Altena deze hofstede in leen gegeven aan Claes van Sevender [dezelfde als Claes van Haestenberch]

1417-12-14~ | Waspik

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 102/Carthuizers St Geerdenberg

Jaartallenindex

"den brief van 4 achten rogs, die Peter Paeu coft op 1 ½ geerden land". Schepenen in St Gheerdenberg oorkonden dat Jan Schaert Diericsz ende Gheryt Schaert Heynmansz erkennen dat zij gesamender hand verkocht hebben Pieter Jan Pauwenz vier achtendeel goets kustbaren rogs sjaers erfpacht op 1½ gheerden lands in den ambacht van Cleyn Waspik, op ten oesteren kant in een weer lants dat Heynmans van Diest te wesen plach. Losbaar deze pacht met 18£ Holl (15 leeuwen voor elk pont) en met dubbele pacht. Bezegeld met onze zegelen anno 1417 des Donresdages na St Luciendach. In margine: Dit is afgelost geweest anno 1532 (vgl 1420-06-22) (fiche zonder datum)

Willem Goedevaertsz en Aernt Molenaer Jansz, schepenen