Bedoelde u soms?
godshuus | goedshuis | goedshuus | goedshuys | goudshuus

7 resultaten

1400~1500 (2) |

Arch Abdij Egmond Inv no ….. los vel in doos gemerkt Egmond I
Jaartallenindex

2) item Pilgrum Loeffz heeft an mi vervolcht ende geclaecht dat hij in groete last van sculde was ende anders geen goet en hadde hem mede te behelpen dair hij eede op dede, begerende dat hij een deel lants van den liengoede die hij van onsen Goidshuus te lien hilt vercoepen mochte hem mede te behelpen ende sijn sculde mede te betalen, dair ic om beede van vrunden consent toe gegeven hebben, behoudelick dat op dat vercofte lant erfpacht op geset is tot des Goidshuus behoeff van Egmond. Item op een ander tijt heeft dieselve Pilgrim noch vervolcht om wat lants te vercoepen van sinen leengoede dat ic hem geconsenteert hebbe op alzulken voirwairden dat hij alzoe veel lants weder beleggen sal binnen 3 jaren. Ende want dat hij des niet en dede soe soude hij vervallen wesen van 3 geersen lants die dair bij leggen, die welcke hy oick van den Godshuus van Egmonde te leen hout ende die sullen dan des Goidshuus vrij eijgen wesen, ende op dat lant dat hem geconsenteert is te vercoepen is oock erfhuyr opgeset tot des Goidshuus behoef. Item soe heeft Pilgrim bi minen consente noch een stuck lants vercoft dat hij van den Godshuis te leen plach te houden, mer dat voors. lant hebbe ic weder gecoft ende betaelt tot behoeff des goedshuys; 3) Hij consenteert Jan van Scoirle eveneens om een stuk leenland te verkopen, tegen opdracht van ander land. Vervolgens mag hij nog een stuk verkopen "want hij anders geen goed en hadde hem mede te behelpen" tegen opdracht van ander land, aan welke voorwaarden Jan voldaan heeft; 4) item Aelbrecht Pietersz heeft mi nootarft geclaecht overmits dat een verndel van een doetslach op hem geleyt was, ende hij geen ander goet in der werelt en hadde dair hij sijn last mede vervallen mochte dan dat leengoet dat hij van den goedshuse van Egmonde te leen hilt. De abt consenteert hem dit wegens zijn armoede etc

1450-02-03 | Velsen

Cartul St Jan Haarlem no 400
Jaartallenindex

Reinolt heere tot Brederode, tot Vyanen, burchgrave t'Utrecht, oorkondt dat here Geryt van Schoten, commandeur van St Jan te Haerlem, zich als … vermat aanspraken te doen gelden "totten tyenden van der Breedsaep, alsoe die tyenden in Adrichem totten goidshuus meest behoren, ende die Breedsaep onghewoenlic vas [was ?] te saijen, ende in onsen heerlichede an onsen duijn after Adrichem gelegen is". Reinolt belooft den commandeur als zoodanig nu voor zijn aanspraken op de tiende van de Breesaep voorn. jaarlijks 3 Eng. nobelen te betalen. Door hem bezegeld anno 1450 op ten derden dach in Februario

1374-01-11 (1373) |

Cartul St Jan Haarlem no 720
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat heer Jan Gaude, commandeur van St Jan aldaar, ter eener-, en Jan van Foriest ter ander zijde, gelieden dat zij ene bartieringhe ghedaen hebben in manieren nascreven, dat is te verstaen dattet voorn. godshuis hebben zal 40sc sjaars op ten huis en erf leggende an dat Zant twisken Clais van Adikendamme en Lysebetten, syns wijfs, erfnamen, an die een zide, ende Wouter van Heylighelo an dander zijde, utgaende afterwaerts an St Jansstrate, twisschen Gheryt Baken en Gherijt Zeelander, voor die 36sc 8 penn en 2 hoenre die dat voirs goidshuus jairlicx hadde op Jan van Foreests huis en erf leggende ende staende in St Jansstrate voirn, twisschen den goedshuys ende der steghe

Jan van Scoten en Foytiaen Bannenz, schepenen

1470-12-14 |

Arch Abdij Egmond Inv no 340
Jaartallenindex

jouffr Machtelt van Puelenburch Jan Janszoons weduwe van Aemsterdamme oorkondt: also ic een hofstede mit een sate lants leggende hebbe in den ban van Egmonde ende plach toe te behoiren heren Jan Oidziersz cureyt t'Egmond optie Zee, dairinne dat goidshuus ende clooster van Egmond leggende heeft een stuck lants streckende mit die zuytwestthorn an Boudijn Dircsz tun, ende ic en Marritgen Bruuns belent hebben an die zuidzijde enden noch ic selve mit die papelike provende van Egmonde an die noordzijde, ende die oostzijde. Welcke voirs. stuck lant ic met consent van mijn vader en voogd Florijs van Puelenburch ontfangen en aengenomen heb van den abt van Egmond tot een eeuwige erfpacht om 16 schell sjaars. Bezegeld door haar vader en door haar neef Jacob van Puelenburch, die haar ook zijn nicht noemt (zegel: klimmende leeuw)

1400~1500 (1) |

Arch Abdij Egmond Inv no ….. los vel in doos gemerkt Egmond I
Jaartallenindex

1) item Geryt die Bloet helt van den Goidshuus van Egmond 7 ½ morgen lants tot enen onversterfelijken lien, welk land syn vader den godshuis opgedragen heeft ut sinen eygen goede om gunste die hij totten godshuus hadde ende omdat hij wilde dat zijn kinder des godshuus mannen wesen souden. Item doe Geryt voorn. verdreven was uten lande ende ter Goude lach dae worde ic vervolcht van vrunden die mij te kennen gaven dat Gerijt voirg. groet gebreck hadde ende baden dat ic hem consentieren woude te vercoepen 2 morgen lants van die 7½ morgen om sijn noetorft dair of te nemen, daer ic consent toe gegeven hebbe dat hise vercoepen soude. Item daernae doe myn heer van Bourgonge en myn vrouwe van Hollant versoent waren ende die ballingen weder in t lant quamen etc. Gerijt verzocht hem toen uit nood nog 4 morgen te mogen verkopen, tegen opdracht van 4 andere morgen. Item die ander 1½ mergen heeft Gerijt voirg. sinen broeder Philipps die Bloet voir ons quytgescouden ende Philipps helt se weder te lien ontfangen van den Goidshuse van Egmond. Vervolgens consenteerde hem [Philips] de abt om ook deze 1½ morgen te mogen verkopen tegen opdracht van ander land

1477-03-10 |

Inv Arch Abdij Egmond no 846 fol 88
Jaartallenindex

heer Dirck Struijs, conventuaal ende sacriste des Goidshuus van Egmonde, zijnre zinnen ende verstants machtich, zeijde ende kende onder andere punten, dat hij bij beliefften van zijnen prelaet in der tijt gecoft hadde hier voermaels tegens Alyt zyner zusteren, een stucke lants, gehieten Liescamp, ende pleecht te bruken Phillips Mertynsz voor 3 R gld (t stuck 40 gr Vl) gelegen ende beleyndende zo hier nae gescreven staet, om een zeker somme van penningen die hij wel betaeld hadde. Dat heer Dirck bij wijze van uterste wille begeerde dat het land zou komen aan het Godshuis van Egmond, onder conditie dat indien de abt het zou willen behouden "tot zynen tafelen" dat de abt dan jaarlijks aan de memorie van Egmond 15 R gld en aan Alyts vors. dochter genaemt Machtelt nog eens 15 Rgld jaarlijks zou moeten uitreiken (in het 2e geval totdat Machteld in een klooster geproffesijt zou worden en langer niet). Als de memorie dit land neemt zal deze memorie 15 R gld sjaars aan Machteld moeten uitreiken. Dit voors. stucke lants heeft angetast up vorwaerden als boven de abt en convent tbv de memorie onder de last van uitkering van 15 R gld sjaars aan de abt

1515-11-25 |

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1132
Jaartallenindex

ick mr Joest Matheusz, vicecureijt van St Bavenparochiekercke binnen Haarlem, certificere dat Dirck van Bekesteijn en Gerijt van Warmond als hoogheemraden van Rynland in den cloester ende Goidshuus van St Jans binnen Haerlem die meeste ingelanden onder die parochie van Haerlem gelegen dewelcke doe ter tijt bij huijs waren, navolgende een cedulle bij den rentmeester Willem Bolle uten register geschreven, ende is hemluijden geseyt bij monde van Dirck van Bekesteyn als dat die oude heemraden den here van Dormans verdachtvert hebben ende die nieuwe heemraden intimeert te recht te comen voor de H. Raad tot Mechelen op 7 Dec. e.k., also datter seeckere costen gedaen waren ende noch meer sullen moeten doen indien men de oude [?] heemraden weder soude staen off t waer geschapen dat sij wederomme in hoeren ouden officie souden komen. Beide hoogheemraden moesten buiten staan en werden vervolgens binnen geroepen, waarop mr Joest hun in name van de ingelanden ende meer andere van den ingelanden, die alle tesamen machtich maecken mits desen mynen Ed. Heere van Dormans ende van Vadans, ridder, en camerling alder H.H. rechtelijcke weder te staen de oude heemraden tot costen van de gemene ingelanden, in ende also verre als die ingelanden van Rynland ende van Amsterdame datselfde mede doen oft dede. In kennisse etc heb ick mr Joest t segel van der cure ende parochiekercke voors. hier beneden aengehangen (zegel was nog aanwezig)

ingelanden: Willem here van Hogentwoud, ridder, Henrick van Berckenrode, voor hemzelf als gemachtigde van zijn vader Gerrit van Berckenrode, mr Jan van Schalckwyck, Claes Jansz van Schalcwijck, Claes Pietersz voor hem zelve en in de naam van zijn vader Frans Gerritsz, mr Henrick Albout, Daniel van Alphen, Claes Gerritsz van Houte, Willem van Assendelft, Willem Dircsz van Paenderen, Jan Coy