18 resultaten
Goijert Jacobsz | 1472-09-28
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 208v, 444
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goijert Jacobsz draagt over de helft van 4 vierdel veen, gelegen tot Zoes after den enge, waarvan 1 vierdel uit Jacob Fyenz hoeve en de andere 3 vierendeel uit Willems hoeve van Hamertveld, belend zuid: Dirc Poeijt, noord: Jan Gerytsz en Geryt Conincs kinderen, strekkende aan Hezer Veen; vervolgens wordt Henricgen Jan de Wijsen dochter, vrouw van Aernt Evertsz hiermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, hulde en eed doet Jan van Helmont; "Littera Godefridi Jacobi in folio 167"; Goijert Jacobsz maakt voor zijn zuster Bessel een erfelijke rente van 2 gouden R gld per jaar uit 3 vierdeel uit Vliegenfengershoeve met husinge, hofstede, roomolen en getimmerte tot Zoest, belend zuid: Jacob Goedenz, noord: Geryt Ricoutsz, west: die Hulle, oost: de gemene brinck, dat Goijert van de abdij in leen houdt; Goijert mag deze rente lossen met de penninc 20; Goijert maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Gheertruid de helft hieruit, 10 R gld per jaar, ½ van 3 vierdel out lants tot Vlieghenfenger hoeve en noch een stuk lands van den brinck an des biscopsweerd, noord: Gysbert van Hamerberge, zuid: Rutger Jacobsz. Ende voerts alsuclk enge lant als Goert Jacobsz van de abdij houdt, 10 R gld
mannen: Geryt van Rijn, Evert van Heze
Banne | 1469-09-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Lubbertsz wordt na dode van zijn oom Goijert Banne beleend met een stuk land op Seldert, beneden weges, belend tussen Jan Hamertvelt en Goijert Vlug, strekkende van de oude weteringe aan de Hairsche lodijck; "item dit heeft ontfangen Wolfert van Huelcenhorst, bij overgift"
mannen: Claes Jacobsz, Henric Bossche Goesenz
Vlug | 1471-01-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 200v, 215
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheertruyt Vlugge Goyertsdochter van der Maet met haar man Goijert Vlugge, draagt op ¼ deel van dat heel slach land, onderdeijlt, in den slage, belend landwaarts: jvr Belije die Vrederics wijf was van der Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrics erfgenamen van Endoven; vervolgens wordt Mechtelt, vrouw van Jan van Westrenen, dochter van Gheertruyt en Goyert Vlugge beleend; "Peter hoir sone habet"; 1473-11-09: Goijert Vlug verzoekt belening van wege Jacob Jansz van Westrenen met dit leen, na dode van zijn moeder Mechtelt; "modo Peter ejus filius"
mannen: Gheryt Meusz, Peter Dier, Evert van Hese; 1473: Vrederic uten Ham, Gerrit van Rijn
Ban | 1461-02-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 466
Achternamenindex
leenregister abdij van St Paulus Utrecht: Goijert Ban maakt tot lijftocht voor Elsabe Jacob Gerritszdochter, zijn vrouw, 200 Arnh gld zolang zij leeft, met een stuk land gelegen op Seldert, beneden de weg en Goyert van de abdij in leen houdt
Botter | 1467-02-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 193v, 236
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Henric van Tessel, prior van het Clooster van de Regulieren in de Birckt bij Amersfoort, verklaart dat een geprofesside broeder in zijn klooster, geheten broeder Goijert Botter Henricsz, van het klooster in leen houdt de helft van 2½ vierdel veen in Heserveen, oost: Willem Hangoedenz, west: jvr Lysbet van Wede; "van welken goede Henric geen dienst kon doen overmits hij professie gedaan had", en de abt verzoekt dat broeder Goijert een ander in zijn plaats mag aanwijzen, vervolgens doet Symon Sarasaen Jansz de eed; 1484-01-07: belening van Heynric Botter Heynricsz na dode van zijn broer heer Goert Botter Heijnricsz, belend oost: Willem Kuijck, west: jvr Lysbeth van Wede of erven, ende Dirc Aertsz nu ter tijd bruict
mannen: Alfer Ruysch, Henric van Duven; 1484: Claes Jacobsz, Aelbert Dier Petersz
Herlaer, van | 1585-04-26
R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 1
Achternamenindex
Jan Goijertsz, oud ± 50 jaar, getuigt dat enige jaren geleden Spaanse soldaten in de heerlijkheid van Ammerzoden gelegen hebben en dat hij vis gevangen had, zodat hij aan een trommelslager gevraagd had of Adriaen van Herlaer vis zou willen kopen etc; hij getuigt dat Herler "oeijt in enich belleth van ruiter ofte knechten vrij gewest is"; Goijert Heinricksz Brandt getuigt dat er Italiaanse ruiters gelegen waren etc
voor burgemeestersHeinrck Jansz, oud 70 jaar, Huybert Aertsz, 55 jaar, Loen Jansz, 54 jaar, Claes de Beij, 60 jaar
Ammerzoden
1476< |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex
dit is alsulcke dijck als van den gericht van Lienden gelegen is end in eenen ijgheliken synen dyck van beneden opwaert tot des papenstege toe: 1) Trude Slewen neffens hoer anschot omtrent 10 ½; 2) die heerlicheit van Lienden, 15 roeden; 3) Dirck van Elten, 8 roeden; 4) Willam Wijnaltsz, 7 roeden; 5) die abt van St Poulus, 28 roeden 4 voet; 6) die buer van Lienden, 4 roeden; 7) Jans ende Dircks erfghenamen van Groetvelt, 3 roeden; 8) Henrick Foijert, 1 roede; 9) die heren van Merrijendael, 4 roeden; 10) Pieter Wijnaltsz, 4 roeden; 11) 13 roeden verloren dijks die zijn ½ gegeven den abt van St Pauwels, andere helft gegeven Peter Wynaltsz; 12) die abt noch 8 roeden dycx; 13) daer naest Peter Wijnaltsz tot Hermans dijck van Oemeren; 14) Herman van Oemeren sijn aenschot; 15) die heericheit van Lijenden daer na hoer anschot; 16) Jan Foijerts erfgenamen daer naest; 17) Bely Zuermonts ende haer kijnder, daer naest haer anschot; 18) die kerc van Lijenden, idem; 19) die beghinen tot Rhinen, idem; 20) Jan Foijerts erfgenamen, idem; 21) die heerlicheijt van Lijenden, idem; 22) die pastoer van Lyenden, idem; 23) der capellen van Verhusen, idem; 24) die abt van St Pouwel, idem 35 roeden; 25) daerna Ot van Meerten; 26) daerna des H. Cruijsaltaer tot Lijenden 1 roede; 27) die pastoer van Lyenden daer naest 2 roeden gegeven; 28) Deenken Foijert Arnt Walravensz en Dirck van den Brenck 2 roeden dycs; 29) heer Goijert Jager van der capellen weghen, 3 roeden gegeven; 30) heer Goijert Jagher van der capellen weghen sijn anschot teghen die weem tot Verhusen; 31) daarna Jan Vonck Gerijtsz ende Haes van der Meije, 1 roede; 32) die kerck tot Lyenden, 1 roede; 33) onse vrouwe tot Verhousen vijff roeden dycx; 34) Ludolfs erfghenamen van Hoeve en Gherijt die Kemp, 6 roeden; 35) die abt van St Pouwel, 4 roeden; 36) Dirck Foijert, 1 roede; 37) Roelof van Mouderick, 1 roede; 38) Jan Foijerts erfgenamen, 1 roede; 39) die kerck van Lyende, 1 roede; 40) daernaest Henrick Foijert sijn anschot; 41) daernae die heerlicheijt van Lyenden, 4 roeden dycx; 42) Deeuken Foijert, Dirc Foyert en Geerfaes Zuermontsz, 4 roeden; 43) Goessen Maessz, 9 roeden; 44) Gosen die Leeu, 9 roeden; 45) daernaest die abt sijnen dijck, 37 roeden; 46) daernaest die heerlicheijt van Lyenden, 6 roeden; 47) Deeuken Foyert, Dirc Foijert en Dirc van Derthusen, 5 roeden; 48) heer Hubrecht van Mouderick op den Coekamp, 12 roeden; 49) Deuuken Foijert, Claes Jan Claesz en Margariet Jan Claeszdochter, 8 roeden; 50) Gosen die Leeu, 3 roeden
Lienlaer, van | 1473-07-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 214v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goijert van Lielaer Lambertsz wordt na dode van Lambert van Lielaer Jacobsz beleend met ½, onderdeijlt, van een ½ hoeve land, die het wederdeel van de Zijlhorst geheten is en Lambert van Lielaer Jacobsz van de abdij in leen hield; behalve de lijftocht van Oede, weduwe van Lambert van Lielaer; Goert Lambertsz van Lielaer houdt in leen de helft van een ½ hoeve van der Zylhorst, zoals Lambert die van de abdij hield; "ut in littera Jacobi de Lielaer, vide supra folio 161"
mannen: Willam van Lielaer Willemsz, Jan van Helmont
Bosch | 1469-07-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190v, 237v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bossch Goesenz wordt na dode van zijn vader Goessen Bosch Willemsz beleend met de helft van het goed in Zoes: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Gerrit Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Henric Bosch, 3) 6 vierendeel hooijland in der Herenmaet, landwaarts: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel Engelants, geheten de Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem van Doems erfgenamen, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Gysbert Aertsz, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Gysbert Woutersz (1485: Gysbert Wouterszszonen), landwaarts: Wouter Scae [= Scade], 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemcuel", belend boven: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), beneden: Rutger Jacobsz, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz erfgenamen, 9) 2 dachmaet land (1485: Heynrick Bosch en Gijsbert Dirck Aelbertsz); Henric Bosch zal deze helft houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1485-04-07: beleend Heynrick Bosch Heynricksz na dode van zijn vader
mannen: Jan Brant, Pouwels Cornelisz; 1485: Jan Zael, Goijert Lambert Jacobsz
1459-1460 |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 Caput 5
Jaartallenindex
leenregister St Paulusabdij Utrecht: dese nabescreven personen hebben hoir leen versocht mitter lediger hant te goeder tyt, bij tyden heren Johan Clauwerts, abt: Dirc Gout, Gysbert Spruijt, van wege zijn wijf Geryt Jan de Conincsdochter, Pouwels Cornelisz, van wege zijn wijf Mechteld Jacob Nenninc Rutgerszdochter, Goesen Bosch, Jacob Jansz, Evert van Loijensteijn, Wouter van der Maet, Willam Jansz, Roeloff Woutersz, Henric Bosch, Henric Botter van wege zijn dochter Margriet en zijn zoon Gerijt, Goijert Vlug, Lambert Pijl, Dirc Aelbrecht Heijn Nagelsz, Willam Doem, Lauff Mouwerijnsz, zijn zoon Mouwerens, Goert Jacobsz, Reijer Lambertsz, Willam van Lijelaer, Steven Maesz, Lambert Willamsz van Lijelaer, van wege zijn vader also dese beddevast was, Eerst van Drakenborch, Eerst Taets van Amerongen, Johan van Ameronghen, Aernt Evert Jacopz.z, Dirc van Oestrum, Rutger die Beer Jacopsz, Ghysbert Henricsz, Jan Willam Willam Jansz, Willam Ricoutsz 2 lenen, Wouter Woutersz, Wouter Scaij, Peter Willamsz, Peter Lubbertsz, Jan Stuep en Evert zijn wijf Jan Evertszdochter, Jan de Beer Jacobsz, Gysbert de Beer Jacobs, Jan die Sluter Steven, van wege Lysbeth Jacop de Beer Rutgerszdochter, Dirc van der Beeck en zijn vrouw Alijt, Gysbert Willem die Brouwersz, Loeff van Jutfaes, Lambert Jacobsz van Lienden, Evert van Benscop, Jan Seijbert, Jan Hermansz, Tyman Mouwer van Heersel van wege Kerstijn Bannen, Jutte Geryt Krijex wedue, lege man [= ledig man] Henric van Duven, Peter Tymenz, Jacob Nennijnc Petersz, Peter Hamersvelt, Lambert Hamersvelt, Willam Scael, Evert Freijse van Dolre, Dirc van Zulen van Hermelen van der Zevender, Gheryt van Lochorst en van der Merwe, Gosen van Scaijc, Gosen van Voird, Geryt Zoudenbalch en mede voir myn jvr van Culenborch, Jan van Blochoven, Peter Lubbertsz