Bedoelde u soms?
gorchem | gorchom | gorckum | gorcum | gorichem

10 resultaten

Muylwijk, van | 1518-11-20

Grote Raad Mechelen EA dossier 297 I onder g
Achternamenindex

Rutger van Muylwyk passeert te Gorchum een procuratie

1528-05-09 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten, Strijen fol 19
Jaartallenindex

Karel beleent Claes Gerritsz na dode van zijn broeder Antheunis Gerritsz met ½ van 4 ½ morgen lants gelegen op Gorchum in de slagen, belend zuid: de beghynen van Gorckum, noord: de H. Geest te Gorchum, streckende voor Papersgat ten Hoogenlant toe, leen van Arkel, te houden tot een erfleen

Vincent Dammas, auditeur v.d. rekeninge, Cornelis Barthouts, Louis Bruueel, Anthonie le Bucq, Hubrecht van Hoef, leenmannen

Asperen, van~ | 1556-08-22

Leenregister ? fol 88v
Achternamenindex

Joost van Ouwelande heeft de eed vernieuwd krachtens procuratie voor burgemeesters en schepenen van Gorchum, gepasseerd voor Jan Folpertsz voor een huis en erf binnen Gorinchem; actum 1556-09-04

1540-11-04 |

R.A.H. Coll Aanw 144 fol 127v
Jaartallenindex

verlijt Jan Folpaartsz bij overgifte van heer Govert Jansz van der Haar, een huysinge ende erve met ten annexen ende toebehoren, staande binnen Gorchum oost ende west van den haven rechtuyt tot die Stadthave

1541-03-19 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 130
Jaartallenindex

Claes Pietersz wordt, na dode van zijn vader Pieter Claesz beleend met alsulcke goeden als Willem Wisschenz toebehoorden, gelegen binnen den schependom van Gorchum ende Jan Cnobbout Heindricsz in zijn leven dat angebracht, gelegen te zijne an seecker lant [!] gelegen in Lutteke Waart ende op te Hare in het land van Arkel, groot 8 morgen. Te houden tot een erfleen

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Buschhuysen

1542-06-14 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 171, 172
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Neij Antheunisz, poorter van Gorinchem, opdroeg tbv Gerrit Cristoffelsz ½ van 4 ½ [vijf halve] morgen lants gelegen in den lande van Arckel op Gorchum in de corteslagen, noord: zijne majesteit en het gasthuis binnen Gorinchem, zuid; de H. Geest binnen Gorinchem, streckende van den kleynen cae of tot den halven bansloot toe, leen van Arkel. Op 1543-03-10 beleent keizer Karel Gerrit Christoffelsz met dit leen

get. G. Dudyn; 1543: leenmannen: Claes Dircsz, baljuw van Rynland, Cornelis Barthouts, Willem v.d. Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Buschuysen, Nicolaes Barthouts

1536-09-30 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 141, 143
Jaartallenindex

compareerde in de griffie van den Hove van Holland Gerrit Jorisz van Gorichim, en passeert een volmacht op Pieter van Nes, procureur postulerende voor den Hove van Holland, om namens hem op te dragen tbv Marie Leeuwen, van Gorchum, een seeckere stucke leens begrepen in de geinsereerde leenbrief dd 1514-12-15, waarin na opdracht door Jan Mertensz de onmondige Gerrit Jorisz beleend wordt met 3 morgen lands geheten "die onghenoeglyke camp", gelegen in die Steilkeersen op die Haer in de ban van Arkel. Ende de voors. Marie Leeuwen die mede compareerde gaf desgelyks den voorn. Peter van Nes last om dit leen namens haar te ontvangen en de leeneed te doen; 1536-12-23: Pieter van Nes draagt op uit kracht van een door Gerrit Jorisz [van Gorichem] voor het Hof gepasseerde procuratie tbv Mary Leeuwen [van Gorichem] 3 morgen lants geheten "den ongenuchlijcken camp" gelegen in de Stalkerssen op te Haer in de ban van Arkel, en dat de keizer haar hiermee beleend heeft

get. Boeijmer; 1536-12-23: Cornelis Barthoud Jansz, Claes van Nes, Anthone le Bucq, Barhoud van Outenae, leenmannen

1577-04-20 |

R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Arkel fol 10v, 10; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 317/Reg Nassau fol 196
Jaartallenindex

scepenen van Noordeloos oorkonden dat Jan Dircxz als oudste zoon van Dirk Jan Hagenz, volmacht geeft aan Henrick van Nes, onse schout van Noordeloos, om namens hem bij de stadhouder van de leenen in Holland te verheffen zekere 8 morgen land in Luttelweert in den lande van Arkel, ende eene Geertgen Jacob Hogensdochter by dode geruymt ende achtergelaten heeft; 1577-04-30: koning Philips beleent Jan Dircxz na dode van zijn nicht Geertgen Jacob Huijgenszdochter met alsulcke goederen als Willem Wissen te wesen plagen, gelegen binnen onsen scependom van Gorchum ende Jan Knobbout Henricxz in zijn leven die angebracht heeft, gelegen aen seecker landt in Lutteke Waert ende op te Haere, in onsen lande van Akrel, groot 8 morgen, te houden als leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Jan Dircxz onmondig is, doet Henrick van Nes, schout van Noordeloos, de eed. Op 28 oktober heeft Pls (?) van Mierop Stoffels als versogte voogd in dese voor Jan Dirksen die onmondig is, volgens het placaat van de Staten dd 1573-03-03, stilo communi

Lenaert Cornelisz en Henrick Adriaensz, schepenen, ondertekend door Isbrant Gerritse, onse secretaris; 1577-04-30: mr Cornelis Oem, Vranck van Berendrecht, leenmannen

1545-02 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 286-294/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

vyf placcaten, 4 roerende t verbieden van den boucken, printen van vicecureiten en van fugitieven en dat ander van paarden niet uit den lande te voeren (1545-09-22, 1545-12-18, , 1545-01-26 en 1545-01-19), gepubliceerd bij Jan Pauw, deurwaarder over het land van Delfland, verzonden aan: mr Jacob de Jonge heer van Baertwijk, Heynrick van Naeltwyk, baljuw van sGravensande en Santambacht, Vincent van Lenesteyn [Levesteyn ?], baljuw van den Hage etc, mr Dirck Pynssen, schout van Delft, Frans Duyst, baljuw van Delfland, Geryt Pier Schouten, baljuw van de Lier, Cornelis Cornelisz Haescop, baljuw van Vlaerdingen, Pieter heer van Roen, Jasper van Treslong, baljuw van het land van Voorne, Jan Symonsz van Voorne, baljuw van Middelharnis, Adriaen Jansz, baljuw van Abbenbroeck, Joost van Ratingen, baljuw van Heenvliet, Adriaen Ysbrantsz, stadhouder van het land van Putten, wonende te Geervliet, Floris van Wyngaerden, baljuw van Rotterdam, Cornelis Cornelisz [van Reynegom], baljuw van Schieland, Dirick Oetziers, baljuw van Schiedam, mr Jan van Hoekesloot, baljuw van Naaldwijk, Adriaen Gherytsz, baljuw van Bleyswyck, wonende te Vlaerdingen, Simon Pietersz, deurwaarder, publiceert ze overal in Zuid Holland, Jan Willemsz van Drenckwaert, schout van Dordrecht, Jacob Quekel, baljuw van Zuidholland, mr Tielman Schoeck, baljuw van Papendrecht, mr Pieter Strijp, secretaris van Sevenbergen, aan de huisvrouw van de schout van St Geertruydenberg, Lambert Millinck, Gerit Spierink, casteleyn tot Heusden, joncker here van Hontsvoert [Onsenoort ?], Godschalk van Oudheusden, Geryt van Malsen, drossaert van Woudrichem, Anthonis van Bruheze, drossaert tot Gorchum, Joest van Rijswijck, Jacob van Wena, here van Giessenburch, Adriaen van Nes, schout van Noordeloos, Walraven Roeloffsz tot Spijck, Jan Thonisz, schout tot Heuckelum, Gysbert Valck, drossaert van Leerdam, Jan Dobbez, burgemeester tot Asperen, Cornelis van Culenburch, broeder van de schout van Culenburch, die absent was, Arent de Joede here van Herdincsvelt

1564-04-24 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 2v
Jaartallenindex

schepenen der stad Brielle oorkonden dat Adriaen Colff transporteert aan Servaes Adriaensz uyten Briele, nu woonachtich binnen Gorcum, al zijn rechten op de navolgende rentebrieven: 1) ½ van een rentebrief van 3 £ 8sc 8sc groten Vls losbaar den penninck 14, daer die ander helft van voor schepenen in de ban van Cleyn Oosterlant afgelost is 1539-02-10 door Jacob Claesz op Cleijburch tbv Durff Claes Claesz weduwe, verleden 1531-01-18. De helft was comparant getransporteerd door Gerrit Melsz Coevoet, wonende tot Gorchum, als man en voogd van Catrina Claesdochter op 1562-01-15; 2) rentebrief van 20 schell gr Vls per jaar, te lossen den penning 14, verleden bij Cornelis Jansz van Zwarte Wale tbv Rutger Cornelisz de Burchgrave als man en voogd van Josina Claesdochter, gepasseerd voor schepenen in de ban van Cleyn Oosterlant op 1556-03-01, brief door Rutger getransporteerd op 1558-11-28; 3) jaarlijkse lijfrentebrief van 50 Kar gld, die hij op 1560-07-16 gekocht heeft op de stad Brielle, tbv een jongen genaamd Adriaen Adriaensz geboren van Wouterken Jansdochter van Culenborch; 4) een van 25 Kar gld, te lossen den penn. 16, verleden bij Gerard Koevoet Melsz voor schepenen van den Nieuwe Goete tbv hem comparant op 1562-01-16, welke brief hij op 1562-05-22 getransporteerd heeft tbv zyn natuerlyke sone Adriaen Adriaensz; 5) een van 9 Kar gld te lossen den penning 14, gepasseerd voor leenmannen van Holland op 1551-10-05 by Willem Jansz in den Gulden Pot in den Briele tbv Barthoudt van Cranenbroeck Adriaensz, waarop Barthout op 1551-10-07 brieven van verlij verkreeg. Deze brief werd op 1552-11-19 voor leenmannen van Voorne op hem getransporteerd en hij werd er 1553-02-11 (1552) mee beleend. Onder voorwaarde dat Servaes Adriaensz na verloop van 13 jaren na dato deses, indien hij comparant alsdan overleden is, gehouden is dese brieven of de hoofdsom daervan, wederom te transporteren tot alimentie van Adriaen Adriaensz, zyns comparants natuerlicke sone. Bovendien is het voorwaarde dat dit tegenwoordige transport eerst effect sorteren zal na de dood van de comparant, en dat hij zolang hij leeft zelf de renten ervan genieten zal. Voorts zal Servaes Adriaensz na de dood van de comparant jaarlijks uitreiken aan Wouterken Jans van Culenborch 25 Kar gld per jaar zolang zij leeft. Zodra de renten aan Adriaen Adriaensz zijn overgegeven, zal deze die 25 gld per jaar aan Wouterken moeten uitkeren. Sterft Adriaen Adriaensz kinderloos vóór dat hem de rentebrieven overgedragen zijn, dan zal Servaes de brieven moeten overdragen aan de rechte erfgenamen van de comparant (vgl 1567-03-17)

Cornelis Jacobsz en Cornelis Adriaensz, schepenen der stad Brielle