8 resultaten
Luytgen Goutsz | 1587-04-15
O.R.A. Alkmaar 133 fol 50v
Voornamenindex
Luytgen Goutsz, van Bovenkarspel bij Enkhuizen: Dirck Claesz Everaet belooft hem schadeloos te houden van de hoofdsom van 150 gld en 80 gld 11st van verlopen rente waarvoor Luytgen zich borg gesteld heeft bij weesmeesters van Bovenkarspel als oppervoogden van Thijs Gerritsz en de kinderen van Reyer Vrericsz, ook uit Bovenkarspel, en voor de kosten die Luytgen had in het procederen voor het Hof van Holland tegen Frederick Reyersz, schout van Heyloo; Dirck stelt tot onderpand zijn woonhuis te Alkmaar
1516-11-13 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 78
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat Adriaen Jacobszoon Goudtszoon opdroeg tbv zijn broeder Jacob Goutsz 4 gemeten land, waarvan 2 gemeten liggen in Nieuw Pernis, die andere 2 gemeten in Portingael, met Beije Beyenz gemeen, leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen. Vervolgens wordt Pieter Jacobsz Goudt hiermede beleend. Heergewade: een stoop rijnwijn. Gegeven in onsen dorpe van der Hage
mr Barthout van Assendelft, onse secretaris ordinaris, Cornelis Barthouts, Jan van Barry, leenmannen
Hilhorst | 1423-11-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ermgaert Jan Hilhorstsdochter met haar dochter Eest, Evert Willam Goutsz, Henric Gysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, Eesten vier vierendelen van maechtael, dragen over 3 acker land met huis en hofstede in het kerspel van Zoes op der Beec, opstrekkende van de Brinc tot aan de Turfwech, hof- en tijnsgoed, belend oost: Peter Gout, west: Willem Jacobsz van Doem; vervolgens verleent de abt dit goed aan Gheryt Willem Goutsz, tijns: 1 penn te betalen in onsen hof tot Emminclaer; "nu Meijs zijn sone"
tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz
1462-10-28 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 74v/Reg Charolais fol 38v
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz beleent Dirck Claes Goutsz met een huijs met eenre berghe, met zijn toebehoren, staende op dat oesteynde van den Lombaerdschen dyck, ende oick denselver Lombaertschen dycke, van der huele die leyt an dat oosteinde voor die voirs huysinghe, streckende westwaerts an den drie dycken toe after Willem Hughensz. Hem aanbestorven bij dode van zijn vader Claes Gout, die dit alles van de heerlijkheid Putten in leen hield. Te houden tot een recht erfleen. Behoudens de here van Charolais als heer van Putten, sulke 4½£ Holl payments per jaar als men in der tijt van synen renten ontvangen sal
leenmannen van Putten: Ollairt Jansz, Pieter Walravensz
Bemmel, van | 1441-04-26
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 287v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meijs Geryt Willem Goutsdochter met haar gecoren voogd Claes Goessen, draagt over 3 acker land gelegen op die Beeke, met de timmeringe die erop staat, "ende gelegen is [!] Johan Jan Goutsz mit Gherit Haessenacker, ende westwaart: Ricout Ricoutsz"; vervolgens ontvangt Gherijt van Bemmel dit goed tot een erftijns voor 1 penn jaarlijks te betalen in onsen hof tot Emmijnclaer
tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Mercelys die Viscoper
Bemmael, van | 1445-03-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 289v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt van Bemmael en zijn vrouw Alyt dragen over: - 3 acker land in Zoeskerspel, tijnsgoed, dat op die beeck leyt, met alle tymmer als daer op staet, strekkende van de brenck tot aan de Torffwech toe, belend oost: Johan Jan Goutsz met Geryt Haessen acker, west: Ricout Ricoutsz, - 6 veen acker als van ouds daartoe gehoord heeft, belend oost: Nanne Tymensz, west: die veengraft, noord: Jacob Ghysbertsz, zuid: Geryt van Bemmael met vergraven veen; vervolgens ontvangt Goedert Henricsz dit goed tegen een tijns van 1 penn, ieder jaar te betalen in onsen hof tot Emiclaer
tijnsgenoten: Willem Henricsz, Jacob van der Weteringe
Hillegont Jansdr | 1597-05-19
O.R.A. Alkmaar
Voornamenindex
Hillegont Jansdochter, weduwe van Dirck Claesz Everaert, van Medemblik, koopt een camer te Alkmaar (137 fol 66); 1598-06-05: zij verkoopt met haar zoon Jan Dircsz, een camer te Alkmaar (137 fol 199); 1596-03-15: de weduwe van Dirck Claesz, van Medemblik, belend (136 fol 223v); 1583-04-18: Dirc Claesz Everaert, belend te Alkmaar (132 fol 104); 1587-04-15: Dirk Claesz Everaert belooft Luijtgen Goutsz van Bovenkarspel schadeloos te houden (....)
Hilhorst | 1423-11-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 285v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gherijt Gout als momber van Eest Jan Goutsdochter en met haar vierendelen van maechtalen: Evert Willem Goutsz, Heynric Ghysbertsz, Willam Woutersz en Aernt van Hilhorst, dragen over: - een hofstede tot Zoes, die van Ermgaerts vader Jan Gheryt Hilhorst was, belend zuid: Aernt Hilhorst, noord: Goeswijn Henricsz, - een vierdeel veens in den kerspel van Zoes, dat van Ermgaerts vader Jan geweest is, belend zuid: Ghysbert Scaed Dircsz met zijn broers, noord: jvr Lysbeth van Brandenburch, hof- en tijnsgoed; de abt verleent dit goed vervolgens aan Henric Gysbertsz tbv Wendelmoet, dochter van Aernt Hilhorst, tijns: 2 penn goet gelts sjaars te betalen in onsen hof tot Emminglaer; 1474: dit goed staat op Arnt Hilhorst
tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Wouter Aerntsz