Bedoelde u soms?
gravensloot

1 resultaten

1413-04-05 |

Arch Kerkvoogdij Inv 186 fol 37 regest 68/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Dirck vuijten Haghe an die een sijde, Zaelman Jansz met zijn momber Claes Pietersz ter ander zyde, met consent van de Raden der stede en Saelmon vierendelen "gelijeden an beyden zyden dat zij van malcander gedeylt, geschift ende gescheyden sijn van sulker erfnisse ende goede als hem beyden aengecomen mach wesen mit besterften van Jacob Jan Willem Manssoensdochter [v.d. Haer leest: Jacob Willem Manssoensdochter, is onjuist] , Dircx wijf vuyten Hage was, daer god die ziele of hebben moet. Dirk zal hebben: 1) alle goederen hem aangekomen van zijn vader Willem vuyten Hage, het zij van medegave of besterfte, 2) ¼ deel van de 5 campen land gelegen bij de Zomerwech, 3) de ½ van 35 schell sjaars op Reyner Doevensz huis en erf buten Scalcwykerpoirte in de ban van der Liede, 4) ⅛ deel van 1 nobel sjaars op de stad Haerlem. Zaelman zal hebben en behouden: 1) ¼ deel van de 5 campen bij de Zomerweg, 2) ½ van 35 sch sjaars op Reyner Doevenz huijs voirscr, 3) die zevendeyle van 1 nobel sjaars op der stede van Haerlem, 4) ¼ deel van het erve, brouton en schuer, staende op die Spaerne, belend zoals de brief inhoudt, 5) ¼ deel van een huis en erf in St Jansstrate, zoals de brief inhoudt, 6) ¼ deel van 11£ Holl sjaers op huse ende erven binnen Haerlem, 7) ¼ deel van 1£ sjaars op Jan Pietersz huis en erf ter Liede, 8) ¼ deel van 12 maden in de ban v.d. Liede buten Spaernwouderpoort, 9) ¼ deel van 10½ mat lants in de ban van der Nuwerkerk , 10) ¼ deel van een camp lants in de ban van Heemsteden ende is geheten "die Cabbroec", 11) in t Nuwelant ¼ deel van zevenachtendeel sadinghe, 12) in des grevensloot een campgen lant ende is geheten Janslant, 13) ¼ deel van een campgen lants daerbij ende is geheten Schovaertswerf, 14) ¼ deel van 4½ morgen gelegen ter Goudesluijs. Ende hiermede lyeden sij an beyden syden voers. van malcander gedeylt, geschift ende gescheyden te wesen van de erfnisse ende goede voers.

Willem Engbrechtsz en Doeve van Riedwijc, schepenen