Driebergen, van | 1561

Reg 10e penn Heemstede fol 8 no 72, fol 41v post 1

Achternamenindex

vrouwe Cornelia van Driebergen, wonende te Leiden, verhuurt 3 morgen 2 hont weytland [te Bennebroek] onder Heemstede aan Jan Dirksz voor 54 R gld; fol 41v post 1: "An die bregge. De Gecomm tot de taks van de 10e penning hebben hiervoor op fol 8 gesteld bij memorie die grienden van de elstackeren van t huys te Heemstede ende is naderhand deselve grienden bij Claes Jansz Oom, rentmeester van vrouwe Cornelia van Dryebergen vrouwe van Heemstede aangebracht voor 18 Kar gld"

Heemstede

Hoog, de | 1413-10-08

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 170

Achternamenindex

hertog Willem beleent Splinter van den Oudengheyn met 16 morgen land op Rietvelt, die Bouwing geheten, met hofstad en grienden die toebehoorden aan Jansweert van Herlaer, belend tussen Jan Hogen erfgenamen en de sluyzewatering te Kedichem

Loon, van | 1489-02-22 (1488)

R.A.H. Coll Aanw 109 Z.H fol 65

Achternamenindex

Pieter Abelsz disponeert over zijn lenen, hij maakt aan zijn zuster jvr Pieter, weduwe van Airt van Loon, 18 morgen land in de heerlijkheid Puttershoeck en nog 8 nobel per jaar in Sliedrecht aan de Matena met de grienden die daartoe behoren

Arkel, van | 1413-10-08

R.A.H. Coll Aanw fol 170

Achternamenindex

heer Jan van Arkel verpandde vroeger 16 morgen land op Rietvelt, geheten die Bouwing, met hofstad en grienden die toebehoorden aan Jansweert van Herlaer, aan Splinter van den Oudengheijn. Belend Jan Hogenerfnamen en de sluijzewatering tot Kedichem. Daar het land van Arkel aan de hertog gekomen is, beleent hij Splinter ermee

1464-10-03 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 95/Reg Charolais fol 47v

Jaartallenindex

Charles van Bourgoengen, grave van Chairrolois etc, oorkondt dat Walraven bastaard van Brederode begeerde beleend te worden als leen van Huekelem met enen wederwairt [lees: uterwaert], geheten den Coudenhovenwairt, mit den Kettersweert met allen hoeren toebehoeren, mit ackeren, weyden, grienden, ryede, mit steenplaatsen, gelegen in onsen lande van Hueckelem, tegen Vrijeswyck. En dat hij hem daarme heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. behoudelick ons onse heerlijkheid ende thyenden in de voors. wederweerden, en onse visserijen ende optoghen van dien aen denselven wairden, tussen den hooftdycken ende der Linghen. Behoudens ons mede onse lossing an onsen voors. uterweerden. Walraven heeft ons hiervan de eed gedaan. Gegeven in onsen slote van Gornichem

in presentie van: Claes die Veer, Gheryt Dirksz, mannen van Arkel; get. by mynen here den grave J. Gros

Pieter Godschalcsz | 1393-01-22

Ons Voorgeslacht 03-1985 p 75

Voornamenindex

leen van Arkel: Giessen, een hofstede met timmering en grienden daarop, aan de Oude Giessen, belend tussen de Schelluinse Vliet en het land van Brederode, Pieter Godschalcsz bij overdracht door Jan Zegersz; 1407-08-13: Pieter Godschalcsz; 1439-03-09: Andries Claesz

1472, 1474 (12) |

R.A.H. Coll Aanw 148 fol 346v, 368, 388

Jaartallenindex

(vervolg) Walraven bastairt van Brederode hout van der heerlicheyt van Hueckelem eenen uterwairt geheten den Koudenhovenschen weert mit der Kettersweerd, met akkers, weiden, grienden, rieden en steenplaetsen, gelegen in den lande van Hueckelem tegens Vrieswyck etc, 100£. Item desgelycs heeft Dirck van Hueckelem Dircsz den voirs. weert angebrocht als oick te leen houdende van der heerlycheyt van Hueckelom. Die voirs. Walraven hout noch van der hofstad van Vianen een tiende in 's Gravensande, geldende sjaers 40£ [doorgehaald]. Walraven houdt noch gemeen mit syn broeders Reynout, heer Jan ende Henric, oic bastairden van Brederode, van der hofstede van Vianen elk ¼ deel van dat gruitgelt en hopgelt van Haarlem, elk ¼ deel facit 60£ (fol 346v). Lenen van Woerden, Ysselsteyn, Utrecht: jvr Machteld uijt den Broeck Coenen wyf van Oisterwijck ¼ deel van seeckere tienden in den lande van Woerden, en noch 7 morgen lands tot Putcuijp, die tienden gelden sjaers 20£, die 7 morgen lands 6£ (fol 368). Jan van Blochoven 36 morgen land in het land van Ysselsteyn, gehouden van de heerlijkheid van Voorne, gelden sjaars vrij 28£ 16sc. Gerrit die Hoge hout van Hollandt 15 morgen lands gelegen aen die Giessen in Mesienbroeck, gelden sjaers 10£ (fol 388)

1530-06-02 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 85v-91v

Jaartallenindex

schepenen van Dordrecht oorkonden een boedelscheiding van de goederen die Marijtie Adriaensdochter, met haar gecoren voogd Aert jonge Adriaensz, gemeen had met (wijlen) haar man Aernt jonge Adriaensz, aan de ene zijde en Pieter Gerritsz op [?] Schaarlaecken als gemachtigde van Adriaentie jonge Adriaensdochter, syn wyfs moeder, Aert Hendricxz, onse mede schepen, als man van Antonia Jacobs Jans Weynisdochter, heer Jacob Cornelisz, priester en Canonic van OLVr kerk binnen Dordrecht, en Marytie Cornelisdochter, elk met hun gecoren voogd ende Adriaen Cornelisz, tesamen en alleen erfgenamen van heure broeder en oom Aert jonge Adriaensz, ter andere zijde. Toebedeeld is aan: 1) Marytie 12 morgen leen in Bleskensgraaf, genoemd die Gouthouff, 2) Ariaentie jonge Adriaensdochter 5½ morgen leen in Molenaersgrave en gebruickt Huybrecht Adriaensz en Adriaen Ariaen Z[!]eyersz.z, 3) Marytie 1½ morgen leen in Molenaersgraaf in een weer land van 10½ morgen, genoemd "Houvast", 4) Aert Hendricx 2 morgen 4½ hont land in Molenaersgrave in een weer land van 8 morgen 1½ hont, waarvan Ariaentie voor de andere 5½ hont bedeeld staat, 5) Marytie voor ½ en Aert Hendricxz voor de andere ½: 9 morgen land gelegen in Molenaersgrave in een weer van 10½ morgen, genoemd Houvast, waarvan Ariaentie Ariaensdr op die 1½ morgen bedeeld staat, ende bruyct Cornelis Vastertsz, 6) Marytie voor ½ en Ariaentie Adriaensdochter en Aert Hendricxz tesamen voor de andere ½: 50½ morgen met huis, berg, teelinge, boogaert, gelegen tot Sleewijk, 7) Marytie voor ½, Ariaentie Ariaensdr en Aert Heyndricxz samen voor de andere ½: 38 morgen lands, mit die griendinge, buitendyks gelegen in Sliedrecht, genoemd die Pyp, 8) Marytie voor ½, Ariaentie en Aert Hendricsz tesamen voor de ½: 7 [? er staat selve] morgen lants in Wyngaerden en bruict Adriaen Laurensz schout, 9) Marytie voor ½ en Ariaentie en Aert voor die andere ½: 3 morgen grienden, gelegen in Papendrecht aan die Mathena, 10) Marytie ½: 6 morgen 1 hont in Papendrecht aen die voorn. 3 morgen grienden ende bruyct Pouwels Pietersz, 11) Marytie voor ½ en Ariaentie en Aert de andere ½: 5 morgen 2 hont land in Blocland, genoemd de Hooge Werff, en bruyct Jacob Joostenz, 12) dezelfden ½ ½: 10 ½ morgen in Brandwyk en bruict Aert Jlet (Het ?) Willemsz, 13) dezelfden ½ ½: 7 morgen in Bleskinsgrave, genoemt dat Vleyshouderslant, bruiken Aert Tonisz en Adriaen Heyndricsz, 14) dezelfden ½ ½: 16 R gld losrente per jaar verzekerd op 19 morgen lands in Ghibelant, gecoft van Adriaen Woutersz, 15) dezelfden: een losrente van 8½ gld per jaar verzekerd op 4 morgen lands gelegen in Sliedrecht, in een weer lants van 6 morgen 1 hont

Heukelom, van | 1472, 1474

R.A.H. Coll Aanw 148 fol 404, 406v

Achternamenindex

lenen aangebracht in 1472 en 1474. Lenen van Heukelom en Asperen: Daem van Hueclem en zijn broer Otte 40 morgen in de Rubroek in Hueclem, gelden per jaar vrij 50 £ (fol 404); Claes Otten bastaard van Hueclem houdt van Hueclem 8 hont in de Aftercamp op Hueclem, gelden per jaar 3 £ (fol 406v); Dirck van Huekelem Dircsz houdt van de heerlijkheid Huekelem een uiterwaard geheten de Koudenhovense weerd, met de Kettersweerd, met akkers, weiden, grienden, rieden en steenplaatsen gelegen in den lande van Hueckelem tegen Vrieswijck, geldende 100 £ [Walraven bastaard van Brederode brengt datzelfde leen aan !]

Heukelom, van | 1424-11-16

R.A.H. Coll Aanw 105 Heukelom fol 19

Achternamenindex

Johan heer tot Huekelem, Lienden en Millingen oorkondt dat hij aan zijn neef Dirck van Huekelem 1000 Vrancr oude schilden schuldig is, van de broederscheiding van wijlen zijn oom Dirck van Hueckelem, vader van deze neef Dirck, waarvoor hij hem bewijst: de Koudenhovenseweert of Corenweert met de Keetersweert, behalve zijn heerlijkheden, tienden en visserij in de Linge tussen de Hoofdijck en de Linge, met akkers, weiden, grienden, riede en steenplaatsen bij Vrieswijck in het land van Heukelom; Dirk zal deze weerden gebruiken totdat hem de 1000 schilden betaald zijn; sterft Dirck kinderloos, dan zal zijn moeder jvr Zweder haar lijftocht behouden (vgl 1474-03-08)

getuigen: onse lieve magen heer Dirck van Lyenden heer tot Hemeren, Otto van Haften, ridders; Jan van Langerak, Otte van Hueckelom, Goessen van Lienden, Roelof van Dalem, Coenraet van Oesterwijc, Dirck de bastaard van Huekelom, Gerijt de bastaard van Ackoy, Bruijsten bastaard van Ackoy, Johan bastaard van Huekelum, Otte Henrics bastaardzoon van Huekelom, knapen