groenevelt | groenvelt | groitvelt | gronsvelt | grootveld | grootvelt | grotenvelt | grotevelt
8 resultaten
Asperen, van | 1525-09-30 - 1526-09-30
Rek Drossaard Land van Arkel 3842 fol 6
Achternamenindex
compositie voor de drossaard gemaakt bij tussenspreken van Folpert Mathijsz en Jan van Groetvelt
Grootvelt | 1423-04-07
Leenregister Culemborg fol 94
Achternamenindex
leenregister Culemborg ± 1410: - Gerifaes Groetvelt 4 morgen in de maelschap van Molderic, belend boven en onder: Gerifaes zelf
Arkel, van | 1548-12-13
Rechterlijk Arch Asperen F XIV 12, akte no 569
Achternamenindex
Adr. Cornelisz en Maryken Cornelisdochter transporteren aan Jan Petersz van Groetvelt de helft van 10 ½ hont land in Cortnerland, hun aanbestorven van Adriaen Aertsz van Arckel
Grootveld, van | 1422-01-23
Leenregister Culemborg fol 40
Achternamenindex
leenregister Culemborg ± 1410: - Jan Kovoet Woutersz is beleend met een hofstad van 1 ½ morgen te Mauderic, belend boven: Yoest Doijs, beneden: Jan Kovoet, strekkende van de dijk tot aan de Weijde, na opdracht door Gerefaes van Groetvelt anno 1422, als lijftocht voor Dyeborch Jan Kovoets vrouw; dit erf was bestorven op Gerefaes van Groetvelt van zijn broer, die het van de heer van Kulenborg ontvangen had en weer opgedragen tbv Jan Kovoet
Lockhorst, van~ | 1593-03-09
R.A.H. Recht Arch no 2816
Achternamenindex
schepenrol Weesp: Ida Cornelisdochter eiseresse contra Gijsbert Claesz en Barent Jansz Groetvelt; 1593-03-16: de gedaagde worden veroordeeld tot betaling van de geeiste som; 1595-11-14: zij doet eis als weduwe van Henrick van Bronckhorst tegen Willem Andriesz; 1597-10-28 en 1597-11-18: doet Jan Jansz Bruyn een eis tegen Yda Cornelisdochter
1476< |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex
vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden": 51) Dirc van Zoemeren, 4 roeden dycx ende 4 voet; 52) heer Jacop, priester tot Ysendoren, 3 roeden; 53) die heren van Mariendael, 2 roeden; 54) Gerefaes Gelisz, 1 roede; 55) Deeuken Foijert, 1 roede; 56) die heren van Mariendael, 1 roede; 57) die heerlicheijt van Lyenden, 19 roeden; 58) Gherit Doijs, Jan van Meeren Stevensz, Geerfaes van Ham ende Geerfaes Maesz, 3 roeden onder hem allen; 59) Geerfaes van Groetvelt, 1 roede; 60) Haes van der Meijen, 2 roeden dycx; 61) Hubrecht van Triest, 1 roede; 62) Elijs kinder van Beijnhem, daer naest; 63) die abt daer naest; 64) Elijs kinderen van Beijnhem daer naest, dus voor en na de abt hebben zij 27 roeden dycx; 65) Huesen Hermansz daernaest, 14 roeden; 66) Hubrecht van Triest, 2 roeden; 67) die heerlicheijt van Lyenden, 15 roeden; 68) Dirc Foijert, 8 roeden; 69) Eerst van Ewick, 4 roeden; 70) die heerlicheyt van Lijenden, 41 roeden; 71) Elijs kijnder van Beijnhem, 12 roeden; 72) Deeuken Foyert, 1 roede; 73) Dirc Foijert, 2 roeden; 74) Henric Foijert, 1 roede; 75) die heren van Mariendael, 3 roeden; 76) Henric van Loenen, 1 roede; 77) Hubrecht van Triest, 1 roede; 78) die kerc van Lienden, 1 roede; 79) Jan van Meerten en Dirc van Elten, 1 roede; 80) Geerfaes Jelisz, 1 roede; 81) Jan Claesz kijnder, 1 roede; 82) Jan Bor, 1 roede; 83) Geerfaes Zuermontsz, 1 roede; 84) Maes Roelessz, 3 roeden; 85) Deeuken Foijert, 4 roeden; 86) die pastoer van Lijenden, 9 roeden; 87) Hubrecht van Triest, 1 roede; 88) Wouter uten Asschengaat, 1 roede; 89) Andries Schuerman, 1 roede; 90) Lijsbeth Spaens, 4 voet dijcx; 91) Alijt Jan Claeszdochter, 4 voet; 92) Jan Noest van Renen en Jan Noest Gerijtsz, 1 roede; 93) Rutger Dirksz en Arnt van Zoemeren, 1 roede; 94) Geerfaes Maesz, 1 roede; 95) Herman Henricsz, 1 roede opt Oert; 96) Henric Foijert, 1 roede op die Buijcrot; 97) Dirc van Elten, 2 roeden, die een op sijn hofstat, die ander op sijn buijcrot; 98) Dirck van den Brenck, 1 roede; 99) Gheryt van Groetvelt, 1 roede; 100) Jan Foijerts kijnder, 1 roede; 101) Bernts erfgenamen van Broechagen, 4 roeden, 102) Elijs kinder van Beynhem, 8 roeden; 103) die heerlicheyt van Lyenden en de abt van St Pouwel, 28 roeden
Koevoet | 1410~
Leenregister Culemborg: fol 20, 24v, 32, 35, 35v, 40
Achternamenindex
leenregister van Culemborg: - Johan van den Wael 2 morgen land, van de Waelerdijck in Scalcwiker weteringe, belend boven: Daniel Covoet van Bonendael, beneden: Steven van der Sevendar; - Reynout Willems Wuestenz 2 morgen, belend boven: Wouter Koevoet, beneden: Reynout zelf; - Heijmeric Koevoet zijn halve hofstede en 1 viertel van Splintershoeve; - Gerijt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderic, belend boven: Henric Doijs en beneden: Geryt die Brune [dit heeft Jan Kovoet Woutersz]; - Gerefaes van Hollant 3 morgen tot Mauderic in die Nuwe Weijde, en Dirc Koevoeet Hubertsz waren, belend boven: de heer van Culemborg, beneden: Hubert van Meere, dit leen wordt later vermeerderd: Jan Kovoet Woutersz is beleend met een hofstad van 1 ½ morgen te Mauderic, belend boven: Yoest Doijs, beneden: Jan Kovoet, strekkende van de dijk tot aan de Weijde, na opdracht door Gerefaes van Groetvelt anno 1422, als lijftocht voor Dyeborch Jan Kovoets vrouw
1476< |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex
dit is alsulcke dijck als van den gericht van Lienden gelegen is end in eenen ijgheliken synen dyck van beneden opwaert tot des papenstege toe: 1) Trude Slewen neffens hoer anschot omtrent 10 ½; 2) die heerlicheit van Lienden, 15 roeden; 3) Dirck van Elten, 8 roeden; 4) Willam Wijnaltsz, 7 roeden; 5) die abt van St Poulus, 28 roeden 4 voet; 6) die buer van Lienden, 4 roeden; 7) Jans ende Dircks erfghenamen van Groetvelt, 3 roeden; 8) Henrick Foijert, 1 roede; 9) die heren van Merrijendael, 4 roeden; 10) Pieter Wijnaltsz, 4 roeden; 11) 13 roeden verloren dijks die zijn ½ gegeven den abt van St Pauwels, andere helft gegeven Peter Wynaltsz; 12) die abt noch 8 roeden dycx; 13) daer naest Peter Wijnaltsz tot Hermans dijck van Oemeren; 14) Herman van Oemeren sijn aenschot; 15) die heericheit van Lijenden daer na hoer anschot; 16) Jan Foijerts erfgenamen daer naest; 17) Bely Zuermonts ende haer kijnder, daer naest haer anschot; 18) die kerc van Lijenden, idem; 19) die beghinen tot Rhinen, idem; 20) Jan Foijerts erfgenamen, idem; 21) die heerlicheijt van Lijenden, idem; 22) die pastoer van Lyenden, idem; 23) der capellen van Verhusen, idem; 24) die abt van St Pouwel, idem 35 roeden; 25) daerna Ot van Meerten; 26) daerna des H. Cruijsaltaer tot Lijenden 1 roede; 27) die pastoer van Lyenden daer naest 2 roeden gegeven; 28) Deenken Foijert Arnt Walravensz en Dirck van den Brenck 2 roeden dycs; 29) heer Goijert Jager van der capellen weghen, 3 roeden gegeven; 30) heer Goijert Jagher van der capellen weghen sijn anschot teghen die weem tot Verhusen; 31) daarna Jan Vonck Gerijtsz ende Haes van der Meije, 1 roede; 32) die kerck tot Lyenden, 1 roede; 33) onse vrouwe tot Verhousen vijff roeden dycx; 34) Ludolfs erfghenamen van Hoeve en Gherijt die Kemp, 6 roeden; 35) die abt van St Pouwel, 4 roeden; 36) Dirck Foijert, 1 roede; 37) Roelof van Mouderick, 1 roede; 38) Jan Foijerts erfgenamen, 1 roede; 39) die kerck van Lyende, 1 roede; 40) daernaest Henrick Foijert sijn anschot; 41) daernae die heerlicheijt van Lyenden, 4 roeden dycx; 42) Deeuken Foijert, Dirc Foyert en Geerfaes Zuermontsz, 4 roeden; 43) Goessen Maessz, 9 roeden; 44) Gosen die Leeu, 9 roeden; 45) daernaest die abt sijnen dijck, 37 roeden; 46) daernaest die heerlicheijt van Lyenden, 6 roeden; 47) Deeuken Foyert, Dirc Foijert en Dirc van Derthusen, 5 roeden; 48) heer Hubrecht van Mouderick op den Coekamp, 12 roeden; 49) Deuuken Foijert, Claes Jan Claesz en Margariet Jan Claeszdochter, 8 roeden; 50) Gosen die Leeu, 3 roeden