51 resultaten

Vlaminck | 1406

Rek Rentmeester Kennemerland 837 fol 11
Achternamenindex

"ontfaen vom Bertolmees Tolletgensz van Winkel van sulken gueden als tot Winkel onvertogen ghebleven waren ende Jan Vlamijnc opbestorven was van synre moeder …., daerof gecomen 9 £"

1467-06-23 |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 36
Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Jacob Simonszoen ontvangen heeft van Aef Reyners weduwe sijn zweger een stucke lants gelegen tot Abcoude in Peter Huesschensaet, gerekent voir 100 R gld, dat Willem Huesch nu ter tijt bruyct, utgeseit 1 morgen lants dat Aef voirn. dair in hout uptie oesterzijde, ende 25 R gld an gelde. Ende hiermede so scout Jacob Simonsz quyt Aef Reyners voirs. alle die erfenisse ende gueden, roerende ende onroerende, die hem mit Mergriet Reynerdochter, sinen echten wive, angecomen ende opbesturven mogen wesen van wijlen hoeren vader Reyner Ghysbertsz, so war die gueden gelegen sijn binnen der voirn. stede jof dair buten ende gelovede voirt dat hij geen erfnisse van Aef Reyners voirn. hebben noch nemen en sal voir der tijt dat Aef Reyners kynderen elcx 125 R gld ut die gueden hebben ende nemen sullen, ende dan alle andere gueden gelijc mit malcander te deylen

Lockhorst, van | 1446-08-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 428
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt van Lockorst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Katherijn Jacopp van Rijswycksdochter, 50 overlants gouden Rynse gld "ut alinge die gueden van Lochorst, also alse die van outs gelegen sijn, ende Gerijt voors. van ons en onser abdien te leen houdt"

mannen: Hubert van Pallaes, Goessen van Scadick

1470-11-30 |

Nieuwe Huisarch Almelo Inleiding blz 2
Jaartallenindex

lijst van goederen die Sweder heer van Voorst en Keppel, overdraagt aan zijn broeder Otto van Rechter[en]. "Dyt voirg. sodane regyster van erven ende gueden der herscap van Almelo, dat ick Sweder heer tot Voirst ende to Keppell overghegheven ende ghelevert hebben myne lieven broeder heren Otten van Rechter, ritter, also wess uth der herscap van Almelo ende uth den erven en gueden gheet, daer de maechghescheitbrieff van turhet ende inholdende is den Steven van Haren, Herman van Peijsie, Gerdt van den Cloester, heer Bertolt Leppinck, priester, Ffrederick van Haren en Wolter van Oy met my Sweder ende heer Otto hebbe beseghelt". De definitieve overdracht vond plaats op 1470-12-10

1482-05-08 | Tuyl

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 130/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Johan van Haeften doe kond. Soe in voirledenjaren Aernt Pyeck Bartholomeusz als een dyckgrave in Tyelreweert mitten dyck recht gecomen is geweest in al zulke erfnisse en gueden als die gheestelyken heren van de Carthuizers buiten St Gheerdenberg hebben liggen in Tielrewert ende onder der bancken van Tuyl, ende dieselve goeden opgewonnen had na vonnisse der heemraders, ende zoe Aert Pyeck voirs. mij alzulke rechtfordinge en coop overgegeven had voir denselven heemraden die op die zelve tijt zyn gheweest, ende want daar gheen brieff aff ghemaect en zyn. Nochtans doer frundelyke begeren des dekens ende capittels van Haeften, mynen lieven heeren ende frunden dat an mij versocht hebben, ende oick ter eeren Goids ende om gusnte die ik heb tot den geestelyken Godshuis ende Carthuseren voirs. soe schelde ick die zelve heren en Carthuseren voirs. van alsulcke recht furderinge voirs daer af alinghe ende all quyt, ende denselven godshuis om deser zaken en rechtforderingen will aen hoeren gueden tot gheenre tijt hijnderlyck wesen zal. Ende ick of myn erven nu of naemaels tot gheenre tijt huer gueden hyrmede beclagen of belasten zullen. Bezegeld met mijn zegel anno 1482, des Woensdages na den Sonnendags Cantate

1480-07-11 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 168/Cartul Zijlklooster (er staat Amsterdam, bedoeld is Haarlem ?) fol 9
Jaartallenindex

leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Garbrant van Buijten geliede dat hij voir sekere heerlike gueden die Kathrijn Gheryt Bercmansdochter hem in handen gheset heeft, ghelegen in den ban van Beverwijc, derselver Kathrijn bekent sculdich te wesen 9 R gld sjairs jaarlykse lijfrenten, zolang zij leeft. Onder verband van zijn goederen

Willem van der Voirde en Floris Gael Claesz, leenmannen

1485-01-18 |

Cartul St Jan Haarlem no 1153
Jaartallenindex

schepenen in Hoghentwoude oorkonden dat jvr Jan Jan Reynersdochter opgedragen heeft aan haar zoon mr Jan Willem Jansz, commandeur van St Jan te Haerlem, alsulc tenich recht ende toesegginghe nae uutwysinghe allen hoeren brieven die zij daeroff hadde op Eoijtet Claesz. Ende dat bij vonnissen van ons scepenen voerscr alsoe gewijst, op welken den voorn. mr Jan, commenduer, een vonnesse begeerde van ons alsoe hem synen moeder joncfrou Jan voirn. dese voerscr quytsceldinge gedaen hadde alst recht was nae den rechte van onser stede van Hoghentwoude, dat hij mit desen voirscr eyghendoem van desen landen ende gueden doen ende laten mochten gelijc mit synen anderen vrijen eygentlicken gueden. Twelck wij scepenen alsoe gewijst hebben na den rechte van onser stede alsoe als dat behoert. Ende want wij scepenen nu ter tijt selver gheen zegelen en hebben, soe hebben wij samentlicke gebeden Jan Claiszoen Mouwerijn, onsen scout van Hogentwoude, desen brief over ons ende voir ons te zullen bezegelen, hetgeen deze doet

Jan Pieter Mathijsz, Claes Harkesz, Claes Claes Fepz, Pieter Bruijnsz, Dirc Louwersz, Herman Jacobsz en Heynrick Allertsz, schepenen

1514-05-09 |

A.R.A. 488 afd 2 no 5/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

Pieter Jansz Ackerman contra Floris van Wyngaerden heer van Ysselmonde, Raidt ordinaris van denselven hove. Het Hof declareert en ordonneert dat de voirs. impetrant mede zall doen roupen Thomas Bokelair ende tegens hem tot purificatie van der obligatie daer questie off is, nemen sulcke conclusie als zijne gueden raidt gedraglyen sall, omme den voirs. Boecklair in zijn defentie daertegens gehoirt in de voirs. saicke geappointeert te worden alsoe t behooren sal

1467-04-10 |

G.A. Amsterdam Inv B.W. no 554 regest 497/Cartul St Lucienconvent Amsterdam fol 351
Jaartallenindex

schout ende schepenen tot Apcoude St Pieter oorkonden dat Gheryt Symonsz kwijtschold aan zijn zoen Claes Gherytsz, van allen dien gueden die Claes voirscr hem voir ons gegont ende ghegheven hadde, te weten dat hus myt eenre morghen lants in die zaete ende voirt de heele bruckweer daer Claes Gherytz voirscr huden des daichs op ende in woent, ende noch een morghen lants in dat Sijellant tot sijnen vrijen eyghen wille dairmede te doene

Willem Ot Jansz (zegel: alleen een rand), Heynric Willamsz: (gedeeld a) een lelie, b) 3 spitsruiten, 2,1), Claes Dirc Ruskenz (a) 3 strydkolven [?] in het midden een …, b) 3 spitsruiten, 2,1), schepenen [afbeelding in regestenlijst Amsterdam]

1514-04-08 |

A.R.A. 488 no 184/Sententiën Hof van Holland
Haarlem Algemeen

Gheryt van der Laen impetrant in cas van reformatie contra Mergriet Jacobsdochter weduwe van Frans Lubbertsz, roerende zeker vonnis gewezen door het gerecht van Haerlem. Eiser eist vernietiging of corrigering hiervan "ende dat die gedaechde verclaert zall zijn niet ontfangelycke omme te eysschen voir den gerichte van Hairlem inventaris van den gueden van wijlen Frans Lubbertsz gelegen in Vrieslandt, mair was ende is schuldich tselve te doen ter plecken daer die gelegen zijn". Gedaagde: t sterfhuis is te Haarlem gevallen. Het Hof verklaart de eiser niet ontvankelijk en veroordeelt hem in de kosten