Bedoelde u soms?
gedr | geer | gelder | gever | goede | goeder | goedert | guder | guede | gueden | guedert | gunter | gutter | guuter

3 resultaten

1488-03-13 |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 142/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

Worcum en in den lande van Altena. "Quitsceldinge Jacob Woutersz van allen compostien tussen ons gheset". Schepenen tot Wouderichem oorkonden dat Jacob Woutersz met het convent van de Sartroysen te St Geerdenberghe een compositie gemaakt had van alzulken lande als dat voirg. convent heeft liggende in den ouden polre van Woudrichem, die welke Jacob voirs. in een erfchyns van den convente ontvangen zouden hebben, dat die conventie, compositie, apositie en aanneminge van den erfthynse haere lande voirgeroert doot, teniet en van geenre weerden en is, en dat diezelve Jacob aen den voirs. lande diewelke hij in erfchyns gehad zoude hebben van den convent hem gheen rechts noch toezegghen meer aen en bekende toe hebben noch te behouden. Ende Jacob Woutersz schout dat voirs convent van die voirs conventie ende aenneminge haeren lande in erfchijns ende van alle dat Jacob tot hueden datum s briefs op den convente te segghen mochten hebben ende alle anderen die deze quitancie zellen mogen betonen daervan quyt, bedanckende hem dairvan alzo vele gueder betalinge wel vernuecht en voldaen te wesen

Danckaert Jansz en Dirc van Dockenbeeck, schepenen

1476-01-03 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 7v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

scout en scepenen in Katwoud oorconden ende kennen dat voer ons ghecomen is Gheryt Paeu van Amstelredam mit ghesonde live ende welberaden moede, wetende synre vyf sinnen ende verstandenisse, ende heeft ghegheven ende quytghescouden, noch ghift ende quytscelt voer hem ende sinen naecomelinghen den cloester ende convent van Galilea van Sinte Bernaerdusoirde, die helfte van die Brede Venne ghenoemt Claes Dircsz weer, dat welken vier stucken is, mit syn aendeel van den uterdyck ghelegen op Katwoud. Belend oost: Claes Vrericksz mit Hennighelant, Lambert Jansz ende Geryt Garbrantsz, west: Herman Jansz als een voecht van heer Jacob Proeijs ende Jan Florijsz, tot enene vrien eyghendom. Met belofte van vrijwaring. Hier hebben bi, an, ende over teghenwoerdich gheweest als sevenenen ende tughen: Herman Jansz als een voecht van heer Jacob Proeijs, Jan Florisz, Claes Vrericksz mit hem inghelant, Lambert Jansz, Gheryt Gherbrantsz ende noch veel ander gueder mannen. Ende want wi scepenen selver gheen zegelen en hebben soe hebben wi ghebeden Pieter Claes, scout in Katwoud dese brief over ons te bezeghelen

Peter Claesz, schout, Symon Gherijtsz ende Peter Jansz, schepenen

1483-02-14 |

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 183/Arch Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen

Jan Thatixz en Herman Jansz, welgheboren mannen, oorkonden dat Pieter Dirc Zoyersz.z geliede "hoe dat hij mit rijpen rade ende gueder voirsienicheijt quijt gheschouden heeft ende schelt quyt mit desen brieve etc, den convent der regularissen te Zijl binnen Hairlem, van alle alsulke costen ende moijnisse als hij ende zijn evenknijen ghehadt mogen hebben tot dezen dage toe, uten name ende van wegen zijn nichte Katheryn Gheryt Bercmansdochter, wesende een nonne gheprofessijt in den convent voirs. Pieter belooft het convent schadeloos te houden en te zullen verhinderen dat het convent moyenisse ondervindt. Behoudelic ist zoe dat Pieter of die zijnen voirscr, hebben enige costen ghehadt off moynisse om zuster Katherinen zaken voirn, die sellen sij na der doot van Aerst Gherijtsz Aert mogen verhalen an alsulke 10 R gld welc t convent van Zijl voirn denselven Aerst onderghelaten heeft van Katherijnen moederlyke erve voirs, tot behuef Gheryts desselven Katherynen brueders, dair Aerst voirs vader off is, welc Aerst oec mede wijleneer getrouwet hadde Geertruyt Dirc Soijerszoonsdochter die een moeder was van suster Kathrijn Bercmans voirn. Mit voirwairden wairt by alzoe dat Geryt Aerstenzoon oflivich werden ende storve voir zijn vader Aerst, soe souden als dan de voirscr 10 R gld int geheel comen ende erven na overlijden ende doot van Aerst an Pieter Dirxz mit sijn evenknijen voorg, sonder yemants wederseggen van Aersten wegen of zijnen erven"

bezegeld door welgeboren mannen en door Aerst Gherytsz Aert