Robbijn | 1336-07-23

Bijdr Hist Gen jg 1901 p 155/Reg EL 5 fol 31v/A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 87v/Leenregister 11 fol 31

Achternamenindex

Gheret Sackenz heeft graaf Willem opgedragen zijn huis, hofstede en land te Westenwoude, groot 4½ gairde, tussen de Wisende en de Zwaachdijc, belend oost: Arnoud Robbijn (1355-09-23, 1368-12-19: idem) en west: Guerard [Everardt] Aelsz, en wordt ermee beleend; 1376~: Gherbrandus dictus Grebber

Grebber, de | 1336-07-23

Bijdr Hist Gen jg 1901 p 155/Reg EL 5 fol 31v/A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 87v/Leenregister 11 fol 31

Achternamenindex

lenen in Vriesland: Gheret Sackenz heeft graaf Willem opgedragen zijn huis, hofstede en land te Westenwoude, groot 4 ½ gaarde, en de werf die gelegen is aan de westzijde van de hofstede, streckende tussen der Wisende en de Zwaechdijck, belend oost: Arnoud Robbijn, west: Guerard [Everardt] Aelsz, en krijgt die weer in leen, binnen achterzusterkind niet te versterven. Aantekening uit 1376~: mortuus et Gherbrandus dictus Grebber habet et tenet nunc temporis [dezelfde als Gerbrand Mossendez ?]

1567-07-10 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Zeeland, Voorne fol 24v, 25v

Jaartallenindex

notaris P. de Greve, presbyter, instrumenteert dat vrouwe Anna Sterck, vrouwe van Grimbergen, met haar man en momber heer Tserry de Glimes, baanderheer van Grimbergen, volmacht geven aan Heyndryck van Ranst om namens hen voor de stadhouder van lenen in Holland te verheffen een losrente van 125 gld per jaar, losbaar den penn. 16, op de stadt van der Veere en Vlissingen, haar aangekomen bij dode van heer Ocharat [Guerard] Stercke here van Busquoy, Casterlee en Wyneghem. Gedaen ten huyse van de voors. heer van Grimbergen, staende in den Bruel binnen Mechelen; 1567-07-26: koning Philips beleent vrou Anna Sterck vrouwe van Grimbergen, na dode van vrou Anna Sterck vrouwe van Grimbergen, na dode van haar vader heer Gerardt Sterck, ridder, heer van Busquoy, Casterlee, met een losrente van 125 gld sjaars, te lossen met 2000 gld, uit de domeinen van de stad Vlissingen in Zeeland. Als haar gemachtigde doet Heynrick van Ranst de eed

getuigen: Jan de Wilde, Aert Cleijnen