1 resultaten
1539-06-26 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 78v-81v
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, heer tot Zevenbergen, Grevenbroec, Heeswyk, Melyn, Vorsselaar, Rethi, Lachtert, Noordeloos, Nieucoop, Heemskerck, Oosthuizen, Ettersom, der Schellinge etc. oorkondt dat hij vermits een somma van 10000 Brab gld, die hem de Ed en Welgeb. heer Floris van Egmont, grave van Bueren, en heer Robbrecht, grave van der Marck en Arenberge en Philip Pienack, exec. test. van wijlen heer Erard van der Marck, Card. legaat en bisschop van Ludick, wij vercoft hebben een jaarlijkse en erfelijke rente van 500 Brab gld tbv Robbrecht, verzekerd op onze gorsinge genaamd den Moerdyck mitten prangeblock in onsen landen en heerlijkheid van Zevenbergen. Te lossen met 10000 gld Brab. Hij geeft commissie aan Roelof de Bever, onse camerling, mr Balthasar van Hogelande, advocaat, mr Jan Jansz Kinderen, procureur en onse dienaren in den Rade en Hove van Holland, om namens hem te compareren voor de Stadhouder, om namens hem het onderpand voor de rente te verbinden. Gegeven op onse huys Gurnichem. Op 1539-06-30 draagt Jan Jansz Kinderen de voors. rente op tbv jhr Robbrecht jonge grave van der Marck, Arenberg heer tot Egremont, gevestigd op het voors. onderpand, die er vervolgens mee beleend wordt, daar hij onmondig is, doet Fop Willemsz, rentmeester van zijn vader de heer van Arenberg, de leeneed voor zoon Robbrecht
leenmannen: mr Barthout van Assendelft, secretaris ordin. in de Camer van den Rade, Willem Criep