hamelberch | hamelenberg | hamelenberge | hamelenbergh | hamelenberghe | hamelenburch | hamellenberch
15 resultaten
Hamelenberge, van | 1467-05-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op tbv zijn zoon Dirc van Hamelenberch, alle lijftocht die hij had aan ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, die Dirc in leen houdt; zijn dochters Mechtelt, Korstijn en Cornelis, die hij heeft bij zijn vrouw Angniese Gerytsdochter van Hensbeeck, met Jan van Lewen en Jacob Henricsz als mombers, afstand tbv van hun broer Dirc, elk van 1 Eng nobel per jaar rente uit dit leengoed; vervolgens draagt Dirc van Hamelenberch dit leen van ½ van ⅓ deel van deze 4 campen, over tbv Pouwels van Malsen, die ermee beleend wordt; "Pouwels is doot ende dit heeft ontfangen Jan sijn soen"; op dezelfde dag wordt met de andere helft van ⅓ deel van deze vier campen beleend Aernt Knoep, na opdracht van Dirc van Hamelenburch
mannen: Henrick de Wit, Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersel
Hamelenberge, van | 1467-05-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 196v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt van Hamelenberch Gysbertsz, met zijn mombers Jan van Lewen en Jacob Henricsz, draagt op een erve gelegen tot Zoes mitten camer en husinge soe die nu betimmert staet, strekkende van de brinck in die Eem, zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: het convent in de Birckt; vervolgens wordt zijn broer Dirck van Hamelenberch ermee beleend, behalve de lijftocht van Dircs vader Gysbert van Hamelenburch; "item filia Agnes habet"
Hamelenberge, van | 1465-10-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 176v, 177, 177v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert de Wolff van Hamelenberch draagt op ⅓ deel, onderdeylt van 4 campen land, gelegen tot Zoes bij den goede te Hamelenberch, geheten: de Stocmaet, de Nijecamp, de Oude Weyde, de Hoetmaet, zoals Gysbert die tevoren in leen hield; vervolgens wordt zijn zoon Dirc van Hamelenberch hiermee beleend, behalve de lijftocht van Gysbert aan dit goed; de 2 andere delen hebben ontvangen: Pouwels van Malsen en Aernt Knoip (fol 196); Gysbert draagt ook over tbv zijn zoon Geryt van Hamelenberge: een erve gelegen tot Zoes mitter camer ende husinge die nu betimmert saet, streckende van de brenck in die Eme, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: de Birct, Gysbert behoudt zijn lijftocht hieraan; Dirc van Hamelenberch Gysbertsz maakt aan zijn zusters Mechtelt, Korstijn en Cornelis een erfelijke rente elk van 1 Eng nobel per jaar, uit te betalen na dode van hun vader Gysbert, uit ⅓ deel van de 4 campen, en 1 Eng nobel uit zijn leengoed; "dese brieve syn doot"
Knoop | 1482-11-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 98
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Claeuwert beleent Gheryt Knop na dode van zijn vader Aernt Knop, met ⅓ deel, onderdeylt, van 4 campen land gelegen tot Zoes, bij den goeden te Hamelenberch, geheten: Stocmaet, Nyecamp, Oude Weyde, en Hoetmaet [Hoeijmaet], waarvan Pouwels van Malsen de andere helft van het rechte ⅓ deel in leen houdt; deze 4 campen zijn gesplitst in 3 lenen: Gereijt Knoep heeft ⅓, zijn broer Dirck Knoep ⅓ (in margine: obiit XXVI, ut infra fol 237), Jan van Malsen het derde ⅓ deel (in libro abbatis Mathei de Goch fol 42)
mannen: Jan van den Anxter, Henric van Ryngenberghe
Aller van Stoutenborch, van | 1443-02-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 141
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Huekelem beleent Claes van Aller van Stoutenborch met het gericht van 2 malen land, die van Wede en Emelaer huurden, gelegen bij Hoeflaken, zoals zijn ouders van Stoutenborch van de abdij hielden
leenmannen: Ghysbert van Hamelenberch en Roelof van Baern
Mün | 1422-10-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 325
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jacob Mün Henric Haveloesdochter met haar man Wouter Colyn als voogd, wordt beleend met 4 gemeten lands in Walcheren in den kerspel van Coudenkerke, de de abdij aangekomen waren bij verzuim na dode van Henric Haveloes, vader van jvr acob Mijnen, die zij nu van de abdij gekocht heeft, gelegen onderdeeld in 12 gemeten land die heer Jacob Boudewijnsz van de abdij in leen hield, per jaar te betalen 1 scellinc goets gelts en een goede maaltijd of 2 oude Coninx groet Tourn daarvoor
mannen: Willam van der Maern, Johan van Hamelenberch
Beer, de | 1471-09-20
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 441v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan de Beer Jacobsz maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Merrijgen de helft van: 1) een camp land in de Slage, geheten "dat Cleyne Broeck", belend landwaarts: dat goed dat van Evert van Crachwijc was, en het goed dat roert in Roedekynscamp, zeewaarts: erfgenamen van Dirc Willemsz van den goede van Hamelenberch, en een camp geheten dat Grote Broec, 2) een camp land geheten "dat grote broeck", 3) 1½ morgen veen after Zoes enge in de Cleyne Slage, strekkende van Hezer Veen then Herden waert, belend oost: Rutger Jacob Tymansz.z, zuid: Jacob Scaijen erfgenamen, 4) ⅓ deel van 5 morgen veen in Hezerveen, strekkende van de meer ter graft waarts, onderdeylt met Gysbert Henricsz, belend oost en west: Peter Lambertsz van Hamersfelt, of zijn erven
mannen: Gheryt Scade, Tyman Mouwer van Heersell
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met: 1) ⅓ deel van 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: der nonnensloet, landwaarts: Rutger Goede Scaelsz also sij Rutger Jacobsz was, 3) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Rutgersz en zijn broer Dirck Rutgersz, landwaarts: Jacob van den Doem, 4) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachtwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamellenberch, 5) een kamp land geheten dat Grote Broeck; behalve de lijftocht van zijn moeder Geertruijt Rutgers aan het Cleijnebroeck; "nu: Henric, zyn zoen, apud abb. Wilh. de nova ecclesia fol 76"
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goese van Scadick
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145, 151
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger de Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met een erve geheten die Scalbrenck [te Soest], belend landwaarts: Ave, vrouw van Jacob Lambertsz, zeewaarts: Henrick Jacob Goedenz.z, strekkende van de Brinck tot aan de Biscopsweg toe; "dese helfte is opgedragen ende heet Lysbeth Andries Botsdochter in leen, ut folio in eodem libro fol 210", "ende ander helft heeft versocht Henrick die Beer, zyn zoon, post mortem patris, apud dom. Wilh. de nova ecclesia fol 61"
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goesen van Scadick
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamelenberge, 2) een kamp land geheten dat Grote Broeck, 3) 2 morgen veen in de cleyne slage in ⅓ deel van het veen an 7 hoeveslagen, belend landwaarts: Vranckenhoeve met de grote slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, strekkende van Zoesenge in Hezerveen toe; vervolgens worden de broers van Rutger, Jhan en Gysbert, beleend elk voor de helft, behalve de lijftocht van hun moeder Geertruijt aan de Cleijne Broeck; hun oom Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en manschap tot zij mondig zijn
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goesen van Scadick