12 resultaten
Lutingen, van | 1356
Quellen Stift Xanten p 307
Achternamenindex
pro Nenna Kulen, vrouw van Gerardus van Lutingen, pro Tissen, per miles de Harden, per Gertrudem de Veteri, 6 sol
Heeze, van | 1465-11-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 179
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter Tymansz van Heesse draagt over een stuk veen gelegen tot Heesse, strekkende van den harden noordwaarts 100 roeden lang an Peter Willamsz ende Jutte Geryt Kriex, belend oost: het klooster in die Birckt, west: Gerijt REijersz; vervolgens wordt Evert Petersz van Heesse ermee beleend, en met nog een stuk veen strekkende van den harden aan Buchtmeer, belend oost: Michiels erfgenamen onder die Gaerd te Utrecht, west: Roelof van Baern
mannen: Peter Dyer, Henric van Duven
1559-11-26 | Heemskerk
Arch Marquette no 317
Jaartallenindex
Nicolaes heer van Assendelft, Eemskerck, Cralinge etc, als heer van de hofstede van Haarlem, beleent Geryt Cornelisz met ⅓ deel van een stucke landts gelegen in den ban van Eemskerck, gehieten den cleynen Hemme, mit alle den opgroye die daertoe behoort ende men daertoe meten mach tusschen twee harden landen, ende belent hebben zuid: Claes Gherytsz an den dijck mitten grooten Hem, west: Meynertsven, oost: een water gehieten Poel, hem aanbestorven van zijn vader Cornelis Gherytsz, als onversterfelijk erfleen te houden van de hofstede van Haerlem. Daar hij onmondig is, doet Simon Gherytsz tot Rensburch hulde en eed
hierover waren: Simon Pijl, leenman van de grafelijkheid van Holland, heer Adriaen van Egmondt, mijn leenman. Zegel in rode was: gekwartieerd: Assendelft en Haarlem
Hees, van | 1484-10-06
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 237
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter van Hees wordt na dode van zijn vader Evert van Hees beleend met: 1) een stuk veen met al zijn toebehoren, gelegen tot Heesse, strekkende van den Harden noordwaarts 100 roeden lang aan Peter Willemsz en Jutte Gerit Kreecx, belend oost: het Cloester in die Birckt, west: Gerit Reijersz, 2) ½ hoeve land op Heeser eng, onderdeeld met Gijs Evertsz, 3) een stuk veen, strekkende van den harden tot aan Byrct [?] meer, belend west: Roelof van Baern
mannen: jonge Vrederic van der Zevender, Gysbert van der Weijde
Bot | 1466-02-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 467
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bot Petersz maakt zijn 2 zusters Ermgairt en Dibborch: 1) de rechte ½, onderdeylt, van de helft van 7 vierdel veen in Hezerveen, belend boven: die Soessche Venen, beneden: Aelberts erfnamen van Baern, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Soesserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) ½ van een stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeser Veen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten
mannen: Heynrick van Duven, Evert Petersz van Heesse
Aernt Alertsz | 1473-09-05
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 213v
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aernt Alertsz draagt over ½ van een stuk veen in Zoest Veen, in de cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande dat afgegraven is tot aan Heserveen, belend zeewaarts en landwaarts: Evert van Lodensteyn Gysbertsz, hem aangekomen bij dode van zijn moeije Nelle, die vrouw van Reijer Snijers was, behalve de ofgrift ervan, die zijn broers Aernt en Thomas behouden; vervolgens worden Ghysbert Jansz en zijn vrouw Diewaer ermee beleend; "dit hebben Gysbert en Dieuwer opggedragen en weder ontfangen sub abbate Wilhelmo de nova ecclesia fol 167"
mannen: Gerijt van Rjin, Gysbert Henricsz, Rutger die Beer
Snijer | 1472-07-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 205v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splintersz wordt na dode van zijn neef Reijer Snijer beleend met: 1) de helft van ½ van 7 vierdel veen, onderdeijlt, gelegen in Heser Veen, strekkende van de oude graft tot aan Hesersant, belend oost: de Zoesche Venen, west: Gerijt Kriecx erfgenamen, zoals Reijer en zijn vrouw Nelle de helft hiervan hielden, en Nelle haar deel nog houdt van de abdij; 2) Reijers deel van de opgrift van een vierdel van een hoeve veen gelegen in Heserveen, zoals Roelof van Baern Roelofsz hetzelfde vierdel houdt, en Roelof vroeger dit vierdel veen overgegeven heeft aan Peter Willemsz en Reijer Snijer; 3) de helft van een stuk veen in Zoesveen in de cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande alsoe dat ofgegraven is aan Heserveen toe, belend: Evert van Lodensteijn Gysbertsz; na hem zijn zoon Splinter Jacopsz (fol 219, 220, 209)
mannen: Geryt Zoudenbalch, Vrederic die Voecht van Rijnevelt
Bot | 1483-02-24
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 235
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aermgert Evert Bot Henricsz wijf met haar man Evert wordt na dode van haar broer Henric Bot Petersz beleend, mede namens haar zuster Dibburch (die in een geestelijke vergadering is en daar professie gedaan heeft), met: 1) ½ van ½ van 7 vierdel veen in Herserveen, van der ouder graften aen Heeser sant toe, belend boven: die Zoessche venen en (ook beneden) Aelbrechts erfgenamen van Baren, 2) de helft van een stuk land geheten Oeverveen, gelegen in Zoeserkerspel, strekkende van de Hoijwech op tot die Eme toe, belend zuid: Rijcout Rijcoutsz, noord: Jan die Goeijer, 3) stuk land ook Oeverveen geheten, zuid: Jan Walravens nakomelingen, noord: Evert van Doems nakomelingen, 4) ½ van een stuk veen in Zoeserveen, strekkende van den harden lande westwaarts tot Hoeserveen, zuid: Henric Gijsbertsz en Geryt Rutgersz van Hilhorst, noord: Henrick van Xanten; vervolgens worden beide zusters hiermee beleend [datering onjuist: St Katherinenavond viel op vrijdag, er staat Manendages]
mannen: Claes Jacobsz, Aelbert Dier
1451-1452 (5) |
G.A. Haarlem Inv I no 202 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 59) here Willem Danielsz, die organist, van sijn wedde van 1 heel jaar op die orgelen te spelen 24 £, Willem Paedze, secretarius, van zijn wedde van 1 jaar 76 £, Claes Pietersz der stede knecht in die keller van zijn wedde van 1 jaar 23 £ 5sc 4d, Pieter van Beyeren van die uyrcloc 1 heel jaar te stellen 16£, Valc en Be..ue [?] van t Sant schoen te maken, 1 jaar 16£, Pieter Claesz, van de zuidboom te bewaren ½ jaar, 2£; (fol 59v) Allert v.d. noordboom te bewaren 1 jaar, 12£, Jan Meynsenz afterstal van ¾ jaar v.d. Hout te bewaren 13£ 13sc, van dit jaar v.d. Hout te bewaren 18£ 4sc, van een deel spikeren die hi an den Hout verbesicht heeft 4sc; (fol 61) item gegeven Claes Persyn ende Hubert den bode, der stede messagiers, voir hoir kersavond tesamen 2 gld, 26sc 8d; (fol 63v) item gegeven Dirc Voppenz van den harden steen die opt kerchof leijt ende gecoft is dat men daervan pilaernen maken soude an der stede huijs, 28£ 13sc 4d; (fol 64v) gegeven van die orghel te versien, 15 Mei, 15sc 8d, van dat cloctgen dat opt grote huijs hangt 6sc 8d; (fol 65v) van t groete huijs schoon te maken ende van besemen 5sc 4d; (fol 68) gegeven Thamis van Hogendorp van die pacht van der marcttol die hij der stede overgegeven heeft 24£. Item Lottyn Gherytsz gegeven van die ander helft van den pacht van die marcttol 24£; (fol 69) item gegeven des commendyers dieners van St Jan doe die van den gerechte na ouden costumen aldaer gegeten hadden 1£ 17sc 4d. Item op die selve tijt so bad men den schoolkinderen oirloff daervan gegeven 4 stuvers, ende op die tyt enen ghokelair gegeven tot Sinte Jans, 2 stuvers, tesamen 8sc; (fol 71) op 10 Jan. zo at het gerecht met de here van Brederode en zijn broeder, de domproost tot Claes Dyerts ten eten, de here van Brederode betaalde de maaltijd, de schout 4 kannen wijn, daer de Domproost kort te voren tot Raad van Holland gecozen was
Splinter | 1475-03-13
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 217, 217v, 300v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jacob Splintersz draagt over: 1) ⅓ deel van ½ van de ½ van 7 vierendeel veen, onderdeylt, gelegen in Hezer Veen, opstrekkende van der ouder grafte tot aan Hezer sant toe, belend oost: de Zoestsche Venen, west: Geryt Kriecx erfgenamen, 2) het recht van ofgraft van ¼ deel van een hoeve veen in Hezerveen, dat Reijer Snijer in leen hield, en Jacob Splinter geerfd heeft, 3) ⅓ deel van ½ van een stuk veen in Zoest Veen, inde cleyne slage after die Haer, strekkende van den harden lande dat afgegraven is tot aan dit veen, belend: Evert van Lodensteyn Gysbertsz, dat hem aangekomen is bij dode van zijn neef Reyer Snijer, 4) tijnsgoed: ⅓ deel van ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in het Over Veen, in het kerspel van Zoes, waarvan Nelle, vrouw van Reijer Snijers, de andere helft heeft, belend landwaarts: Rutgher Jacobsz erfnamen, zeewaarts: Pouwels van Opbueren, Jacob aanbestorven van zijn neef Reyer Snijer; "habet Albert Petersz ende Ruesselt zyn wijf in fol 302 sequenti"; vervolgens wordt Symon Gerytsz van Rietwijck ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen, behalve het recht van de erfgenamen van Nelle Reyer Snijers hieraan
mannen: Geryt van Rijn, Willam vann der Meer, Johan van Helmond; tijnsgenoten: Willem van der Meer, Jan van Helmont