3 resultaten
1468-11-08 |
R.A.H. Coll Aanw 240 fol 1393/Mem Hof van Holland, Poes 3e dl fol 386v
Jaartallenindex
roerende Coppijn v.d. Binchorst cum sociis contra Pieter Dircsz, duerwaerder. Op ten voirs. dach [8 Nov] soe compareerde voir den Hove van Hollant Pieter Dircsz, als gestelt bij denselven Hove tot den regimente ende administracie van den goeden tot Liesvelt, ende nam dach te betalen Coppyn van den Binchorst, Dirck van Oeveren ende Joost Harmansz van sulke gelden als hem die bij den voirs. Hove toegetauxeert is van dat sij op ten huijse tot Liesvelt gelegen hebben gehadt binnen vier weecken naestcomende ende daertoe binnen denselven vier weecken te betalen Duijst Pietersz, duerwaerder, sulke 5 schellingen groten als denselven Duijst bij den voors. Hove toegetauxeert zijn om dat exploit van deser sake te doen ende dit op heerlicke executie van den voirs. Hove
Doijs | 1477-04-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 447
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Steven Doijs maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Hanniken Gerrit Krijxt dochter, "ut die heerlicke goederen die hij van ons te leen houdt geheten die Schalbrinck, die Rutger Gerijtsz nu ter tijt bruict. Noch een maet gelegen over die Eem dat Heyn Nagel bruyct, en 2½ schepel roggelants dat Aefken Gherbarts bruyct en noch 5 spijnt roggelants dat Willem Jansz bruyct", 10 gouden Rijns gld per jaar aan rente
mannen: Peter Dijer, Peter Willamsz, Evert van Heze
1567-12-14 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht etc fol 130, 28
Jaartallenindex
testament van Jacob van Nienrode, volgens octrooi op 1558-10-21 van de koning, en nog 1563-05-04 van heer Gerrit van der Nykercke, abt van St Pauwels te Utrecht, verkregen. Tot zijn universele erfgename benoemt hij zijn moeder jvr Cornelia van Waveren, ten aanzien van zijn eigen goederen, na haar dood te komen op zijn rechte leenvolger. Zijn heerlijkheden, erfpachtgoederen zullen na zijn moeders dood succederen op zijn broeder Cornelis van Nienorde. Zijn moeder en haar navolgers zullen moeten geven en betalen aan de twee achtergelaten natuerlycke twijlinghen ende kinderen van wijlen zijn broeder Heynrick van Nienrode, elk jaar 100 Kar gld (20 Brab t stuk), losbaar den penn. 20. Hij doet dit omdat zijn broeder al zijn lenen en erfpachten op hem had laten succederen, zonder zijn twee kinderkens iets daeruijt voorseijt te hebben, dat hij wel had mogen doen. Hij bepaalt verder dat den groten bongaert met 6 morgen lands daerachter aen gelegen tot Breukelen aen de noordzijde van den huyze Guntersteijn, sal blijven succederen en erven ten eeuwigen dage aen den huyse voors, gelycxs off t zelve leengoet ware alst niet is, willende en ordinerende voorts dat mijn moeder voirs, ende oick dieghene daer die voirs heerlicke goederen, boomgaert ende 6 morgen lants op zullen comen ende succederen aen Joostgen, mijn natuerlycke zuster, ende nae haer overlyden haer dochter zal gheven ende laten volgen uijt de voirs. boomgaert en 6 morgen lants een jaarlijkse rente van 40 Kar gld, losbaar den penn 20 (vgl 1568-04-21, 1568-04-27)