2 resultaten
1534-11-07 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl II dossier 363
Jaartallenindex
akte te Haestrecht, houdende attestie van de schout Jan Cornelisz, betreffende een verklaring van Aernt Schijff Ghysbertsz uit Haestrecht, dijkheemraad van de Krimpenerwaard, over de vergadering van de magistraat van Schoonhoven met dijkgraaf en heemraden. De laatsten beloofden na een bijeenkomst met ingelanden te zullen antwoorden. Akte als voren waarin de schout verklaart dat genoemde bijeenkomst te zijnen huize heeft plaatsgehad. Getekend: Heyndrick van den Oever Egbertsz, secretaris van Haastrecht. Ordonnantie dd 1527-11-16 tot het maken van een schotdeur in de sluis te Haastrecht en het aanleggen en onderhouden van andere verdedigingswerken. Brief dd 1527-11-26 van de stadhouder aan de castellanus met de opdracht aan de castellanus [van Schoonhoven] om fortificaties bij Oudewater en Haestrecht aan te leggen. Relaas van de deurwaarder dd 1534-10-22/23: dijkgraaf en heemraden van Krimpenerwaard worden te Schoonhoven in de herberg "de herdebol" gegijzeld (onder h). Verklaring van Michiel Claesz, voormalig waarsman te Bergambacht dd 1534-12-04 (onder n). Het betreft een proces van magistraten van Dordrecht en Gouda namens geerfden in de (Neder-) Krimpenerwaard contra de magistraat van Schoonhoven. In 1527 werd opdracht gegeven verdedingswerken in de Krimpenerwaart aan te leggen wegens de invallen van de Geldersen, hieronder begrepen sluizen te Haastrecht en Schoonhoven (met talrijke bijlagen)
1537-03 |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 259v-278 [!]/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
keizer Karel ontvangt de supplicatie van mr Pieter van Montfoort, geboren in Haerlem, die stelt dat hij in juli 1534 met groot gevaar van zijn leven binnen de stad Munster gegaan is, die toen door de Anabaptisten was ingenomen en daar gesproken heeft met Bernart Rotman, toen ter tyt principaal predicant van Munster, om dat stad weer in onsen handen over te leveren, in de hoop op enige promotie. Dat hij ook op de hoogte is van de dwalingen van de Lutheranen, daar hij "mit die cardinael van Mens" gediend heeft. Hij had ook 2 maar met de predicant van Soust [Dld] heer Jan Frij gesproken. Om heer Frederick Aertsz, priester te Amsterdam, te bewegen naar Munster te gaan, had hij een brief gefabriceerd als afkomstig van de stadhouder waarin deze hem last gaf naar Munster te reizen. Suppliant was aan een burger te Amsterdam, Claes Pietersz Vercken, 100 gld schuldig. Hij had ook aan de Raad van Fin. mr Vincent Cornelisz (verteld ?), dat er van deze zake 30 man in Munster afwisten, (vooral ?) Bernart Cniperdol, burgemeester aldaar. Een Anabaptist Cipriaan van Dordrecht, die uit Munster gecomen was, verraadde hem het plan van een aanslag op Amsterdam in de Kerstdagen 1534, hetgeen hij terstond overbracht aan mr Vincent. In Munster teruggekomen was Cijpriaen door de bisschop gevangen genomen en geexecuteerd. Verder was er een anabaptist uit Munster, Doude Heddinx Hardebol naar Amsterdam gekomen. Een Jan van Geele had de suppliant belet om weer naar Munster te reizen. Herdebol en Jan van Geele en Bertelmeus pompemaker waren uitgezonden om hulp voor de anabaptisten te zoeken. Zij waren door een Henricus Gras bedrogen. Hij suppliant had ook gesproken met Jacob van Campen, bisschop van de anabaptisten die zich heymelick in Amsterdam ophield, gepakt en geexecuteerd werd etc. Suppliant was wegens zijn heulen met de vyand, wat dus volgens hem niet waar was, ter dood veroordeeld door het Hof. Daar hij zich beriep op zijn staat van clericus was de executie "gesurseert". Zijn vader en moeder vroegen gratie "ansiende zyn joncheijt". Wegens de verdienste van zijn vader voor de kezer wordt aan suppliant gratie verleend en de sententie van het Hof herroepen. Een boete van 800 Kar gld moet betaald worden
[een zeer louche figuur, die van 2 walletjes at. Leugen, bedrog, verraad, valsheid in geschrifte pleegde. interessant voor de anabaptisten in Munster en Amsterdam. Of een onbesuisde adolescent?]