13 resultaten
1477-06-06 |
G.A. Amsterdam Inv. B.W. no 574c regest 528/Cartul Carthuizers bij Amsterdam fol 56v
Jaartallenindex
scout en schepene in Dyemen oorkonden dat de gasthuismeesters van St Petersgasthuis binnen Amsterdam verkocht hebben aan de Carthuizers bij Amsterdam "2 marghen lants ghelegen in den banne van Diemen in Godevaert Jansz zate, ende placht toe hieten in Diemen", daer naest bij ghelandt sijn zuid: Oudenairtslandt, noord: Jacob Backerslant
Claes Symonsz, schout, Claes Bruninxz en Pillegram Jacobsz, schepenen
1476-11 (2) | Heemstede
Semenarie Hageveld/hs Alkemade en v.d. Schelling: Beschr Klooster Hemelspoort te Heemstede
Jaartallenindex
(vervolg) 1) de kleijne Horst die noortwaarts van haar kerke leijt ende pleeg groot te wesen 3 hont, 2) 4 hont daer haer kerk ende convent meest op staat ende plagt Jan die Voights lant te hieten, 3) 1 hont ende pleeg dat Tarwlant te hieten, ende is zuijtwestwaerts van haer dormpter in haer bogaert, 4) oostwaerts dat Tarwlant voirsz. nog 2 hont lants ende pleeg te heeten die hopkroeft die mit boomen bepootet waren etc, ende voor die tijt dat zylieden die 8 morgen geestlants tiende vrij kregen als boven, t welck die voorn. goede mannen ende geburen zeijden ende affirmeerden hon noch wel indachtich ende kondich te wesen, 5) 1¼ hont die zij gecocht hebben jegens Pieter Havicksz zijn kinderen, ende is nu ter tijt dat uijteynde van haer cloester aen die laen, 6) 1½ hont lants die zij gecoft hebben van die lamme kinderen noortwaerts daeraen, 7) 5½ hont aen die N.W. zijde van de voorn. laen, streckende langs aen die laen tot Heemstede waerts, ende is hem aengecomen van mr Jan Claesz zal. ged, 8) 3 hont t enden an die 5½ hont, streckende westwaerts aen die voorn. laen, ende pleech dat memorylant te hieten, 9) 1¼ hont westwaarts aen dat memorylant vooren langes aen die laen voors. dat sij gerooijlt hebben aen Pieter Havicksz kinderen voorn, 10) item noortwaerts van de voorn. landen een langen acker ende bos, groot 3 hont, die sij gecoft hebben van Floris Gijsbrechtsz, ende plach weleer toe te behoren Zijmen Pietersz in die Willigenhorn, 11) een langen acker van 3 hont, noortwaerts van die voorn. lange acker, die zij gekoft hebben van Zijmon Huijgensz ende pleeg ook toe te behoren Zymon Pietersz voorn, 12) 2½ hont noortwaarts van oude Jans voorn. lant, gecoft van Coman Jansz Ben, 14) 2½ hont oostwaerts daeraen die zij gekoft hebben. Die sij geroijlt hebben jegens Claes Pietersz, 15) 3½ hont oestwaerts daeraen, die zij gecoft hebben van de meesteressen van het Groot Bagynhof te Haerlem. Alle welke landen boven, ende uitgeseit die hopcroft om reden welke voorn, tesamen maken 6 morgen lants ende 1 hont, ende wat daeran gebrecht an 8 morgen geestlants, dat zullen zij mogen nemen ende verhaelen aen andere landen die zij in Heemstede bij hare cloester hebben leggen, na inhout der brieven die Jan van Heemstede voor hem etc daervan gegeven heeft. Genoemde Jacop en Adriaen zegelen in getuigenis van de waarheid
1511-06-18 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 36v
Jaartallenindex
Max. en Karel belenen Kerstyne Heynrick Knobboutsdochter van Osch na dode van haar vader Heinrick Knobbout van Osch met 3 morgen lands in onsen lande van Arckell int lange Nieuwlandt met een hofstad daertoe behorende, aen d'een zyde: erfenis wijlen Enengonde [Cunegonde] s dekens van Deventer dochter was, dat Oliviers hoeve te hieten placht, aen d'ander zyde: erfenisse wijlen Coenen van Hairlaer dat Vakenshoeve te heten placht. Leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een paer wapenhantschoen of met een oude schilt daarvoor, ende voort met alsulke vrijheden als onze lieve oud oom ende overout oom hertog Willem van Beyeren zal. ged. brieff die wylen heere Willem van Gent daerof hadde, dat inhout ende begrypt. Hulde doet voor Kerstyne: Cornelis Jansz als gecoren voogd
Tielman van Dullekem, Pieter Plumion, Roeloff van Halter, leenmannen
1495-01-07 (1494) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten etc fol 36
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat jonge Henrick Knobbout van Os opdroeg tbv zijn zuster Bertruyt oude Henrick Knobboutsdochter, ½ van 18 morgen lands, gelegen in onsen lande van Arckelle in t lange Nieuwe landt, streckende van den Achterdijck tot die Middelwateringe toe, belend aen die een zyde: erfenis wijlen heer Lambrecht Millincks Wynens, ridder, en heer Rutger Adelisenzoen ..... (priester ?), dat jvr Ermgaerts hoeve te heten plach, an die ander zyde: erfenisse van wijlen Dirck Visscher, van Rotterdam, dat s costers hoeve te hieten plach. Vervolgens wordt Bertruydt met deze ½ beleend, terwijl Heinrick Knobbout dit zal mogen lossen, naar uytwyzen van de brief van huwelijksvoorwaarden van dezelve Bertruyt ende Jan Roelofsz. Leen van Arkel. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een paar wapenhantschoen of een oude schilt daarvoor. Jan Roelofsz doet de leeneed voor zijn vrouw Bertruyt
present: mr Jacob van Almonde, mr Jan van Schoonhoven, Boudyn Hert here in Abbenbrouck, Philips Say, Jacob Adriaensz, Dirck van Boneem, Adriaen Willemsz
Wilde, de | 1396-02-01
Inv Arch Abdij Egmond no 322 regest 632
Achternamenindex
Isebrant Loef Aernt des Wildenz oorkondt dat hij met consent van de abt van Egmond verkocht heeft, met de daarop tbv de abt staande huur, "4 half viertelen mit horen oocken (?) leggende tot Egmond voor die zuytpoort ende 4 slechte geersen die geene oude gheerse en hieten, leggende op die buyrvenne tot Egmond, die Pelgrim die Wilde, wijlen zijn broeder, van de abt in leen hield"; hij ontvangt daarvoor 250£ die hij binnen een jaar in Kennemerland zal beleggen en weer in leen zal houden, met de lijftocht voor Alide, weduwe van zijn broer Pelgrim (1398-02-01)
zegel van Ysbrant Loef: 4 kepers beladen met een rad
1452-06-12 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 70/7/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
scepene in Haerlem oorkonden dat Rycout Jansz geliede dat hij gehuurd heeft tot erfhure jegens den gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis, een erve gelegen opten hoeck van dat Cleyne Heyligelant bij der stede muijer, twisken Godevaert Brasse an die ene zijde, dat Cleyne Heylig Lant an die ander zide, streckende voer van der strate, afterwaerts an Heijnric die molenaer die men hiet piipe Heijne, om 2 g. Beyerse gld sjaers. Vóór 1 Mei e.k. zal hij een huis op dit erf moeten bouwen. Rycout belooft dat hij in dit huis "tot gheenre tijt bordeel, stove, noch cuijpe daer in houden en sal, noch enige dinghen dair in hantyeren dat men quade herberge mach hieten". Gebeurt dit toch dan zal hij het huis terstond moeten ontruimen
Jacob Dirc Bertincxz (zegel: aan weerszijden in het schild een rechtopstaande kam, daartussen een huismerk), Gysbrecht Luydolfsz (zegel), schepenen
1396-11-16 |
R.A.H. Coll Aanw 65 fol 264v/Mem B.D. fol 167
Haarlem Algemeen
gaf mijn heer geleide mr Jan die Wit en heren Pieter Post, gebroederen, durende tot Vastenavont toe e.k. etc. Item heeft mijn heer bi sinen brief geoerloeft Roelof Jansz, poorter tot Haerlem, uijt te leggen op die Oist Vriesen ende die te bescadigen. De hertog belooft hem dat hij, wanneer Oist Vriesland overweldigd is, al zijn goed terug te geven "dat sijn waren doe hi t lant van Oistvrieslandt om mijns Heren wille rumede, van Leeuwarden daer hi te wonen plach". Sterft Roelof vóór die tijd, dan zullen zijn vrouw en kinderen deze goederen ontvangen. Item heeft myn here gegeven Claes zinen zomerknecht die men te hieten pleget Sceve Doedijn een hoet tarwe sjaers uter rentmeesterswchap van N.H, durende tot mijns heren wederseggen. Op 21 november '96 wordt dit laatste veranderd in "zijn leven lang"
1509-07-08 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 51v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat onse lieve en getrouwe ridder ende tresorier generaal van al onze financien en domeinen Heere Roelandt le Fevre, heere van Teemseke en Lisvelt etc heeft verkregen in koop: die ambachten van Arlenderveen, Outshoerne ende die Vrye hoeve met alle hoere toebehoren. Te weten dat ambachte van Arleveen t schoutambacht, de thyns, die erfhuyrpacht die placht te hieten Raephorstpacht, die turfmate, ende annexe van dienaers, van collatien van der kercke, capelrye en kosterye aldaar. Tot den ambachte van Outshoerne behoren: dat schoutambacht met de visserij, ⅓ van de coren- en smaltienden aldaar. Tot der Vryer Hoven: eerst seeckere percelen van landen die men weyden en met beesten beslaan mach. Item de erfpacht van 4 hofstedekens staende op dieselve Vrye Hoeve. Mitsgaders die vrye hoge heerlijkheid, baljuwschap en schoutambacht op dieselve Vrye Hoeve. Op de grafelijkheid bestorven bij dode van jhr Jaspar Heeren van Culemborch etc ende den heere van Vijle, die gestorven zijn zonder wetachtig man oir achter te laten. Daar het quade lenen waren die slechts op zoons mochten succederen. De koper zal deze lenen ten rechten leen houden. Here Roulant le Fevre wordt er vervolgens mee beleend (vgl 1509-06-29)
present: mr Bertoult van Assendelft, Dirck van Boneem, Crispyn Jansz van Boschuysen, Augustyn van Teylingen
Gruyter, de | 1484-03-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 20v, 20
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Maria Gruijters met haar zoon Jan de Gruter opdroeg al haar recht op een camp land gelegen beneden in die Marssche, beneden t griet in den kerspel van Renen; vervolgens beleent de abt Loedewyck van Levendaell daarmee tot een onversterfelijk erfleen, van oudsher geheten "Ver Grieten oird" (vgl 1475-10-10); fol 20: ongedateerde akte "ick Loedewyck [van Leefdael] houdt van der abdien te lien een stuck lants gehieten "Borrencamp" ende plach te hieten "ver Grietenoird" (in libro domini Henrici de Reno abbatis fol 7v). Ende dit ontfenc hi van heren Johan Clauwert abt anno 1484. Ende dit goet ligt in der marsschen inder kerspel van Renen. Dit soldt staen gescreven in Sticht van Utrecht"
leenmannen: Marcelys van Scarpenseel, Otto van Oorde
1500-05-17 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 66v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat voor stadhouder en leenmannen van Holland gekomen is jonge Henrick Cnobbout, ende om te volcomen seeckere loftenisse bij hem ondermeer gedaen zijn zuster Margriete Henricxdochter, bij schepenenbrieve van onser stede van Gorinchem, soo heeft dieselve Henrick Cnobbout ons opgedragen tbv zijn zuster Margriete een camp land van 4½ morgen groot, liggende in 18 morgen lands in onsen lande van Arkel in t lange Nieuwelant bij onser stede van Gorinchem, noordwaarts of, neffens een gelycken camp even groot wesende, toebehorende den voors. Henrick Cnobbout, die voorder noortwaerder van des voors. stede leijt. Welke gehele 18 morgen gelegen zijn tussen erfnissen van wijlen heren Lambrecht Millincx wynen [wylen ?] ridder ende heren Rutger Adelysensz, procureur, dat Ermgaerden hoeve te houden placht an die een zyde, an d'ander zyde: ende erffenissen wijlen Dirck Visscher van Rotterdamme dat Costerhoeve te hieten placht. Vervolgens wordt Margarite Henrixdochter (beleend met ?) die voors. camp lants van 4½ morgen groot wesende, gelegen ende bepaald als voors. is. Te houden als leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een paar wapen handschoen of een oud schild daarvoor, zoals onse over oudoom hertog Willem van Beyeren indertijd in leen gehouden deze 18 morgen door wijlen heeren Willem van Gent. Hulde doet voor haar Henrick Anthuenisz alias Smout als haar gecoren en gesette voogd (vgl 1503-05-31)
present: Floris Oom van Wyngaerden, onse griffier, Dirck van Boneem, Jordin van Raemsdonck, Crispyn Jansz