1 resultaten
1540-08-25 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 144, 148
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Digna Aerntsdochter met haar man Reijer Roelofsz erkende verkocht te hebben aan Hindrick Brunt, outste zone van wylen mr Reinier Brunt, in zijn leven Raad Ordinaris in Holland, de somma van 6 gouden Kar gld (20 st het stuk) eeuwige erfelijke rente, losbaar den gulden met 16 gld. Zij erkennen het geld ontvangen te hebben en verbinden voor deze rente hun persoon en goederen, nl op: 1) 6 morgen lands met de timmeringe en grindinge alsdaar op staan, gelegen in Poederssins ambacht, 2) 12 morgen lands gelegen boven Gysekerke, streckende van de Ghijsen totte nieuwen dyck toe, belend oost: de H. Geest, west: Cornelis Willemsz. Leen van Arkel. Verzoekende den keizer hierop brieven van confirmatie. In margine: dese rente is, als blyckt bij quitantie van jvr Hillegont Hendricsdochter, afgelost bij enen Adriaen Govertsz, met noch een rente van 3£ gr per jaar, hier naar in dato 1552-03-17. Op 1540-11-29: Hendrik Brunt verzoekt na de koop van een jaarrente van 6 gouden Kar gld, ter losse den penn. 16, van Digna Aerntsdochter met haar man Reyer Roelofsz, belening met deze rente die hem gegeven wordt. Daar Hendrik Brunt onmodig is, doet zijn oom mr Gerrit Hendriksz de eed voor hem
leenmannen: heer Zegelijn van Alveringen heer tot Hofwegen, Cornelis Barthouts, Vranck van der Houve