162 resultaten
Huycker | 1534-1550
Velius: Chronyk van Hoorn p 14, 27
Achternamenindex
schepen van Hoorn: Jan Dirksz Huycker; 1593, 1609, 1618 Raad: Sijmon Cornelisz Huijch
Merens | 1530-07-15
Schepenrol Hoorn no 4145
Achternamenindex
Simon Huijch vellich contra Em Joost Jan Thaemsz wijff om 5 ½ gulden ende een stoter
Repelaer | 1596-1666
Balen: Dordrecht p 329-342, p 297
Achternamenindex
Acht, schepen, Raad van Dordrecht: Huijch [Hughe] Repelaer Anthonisz; 1478, 1479: schepen van Dordrecht: mr Anthonis Jansz [zonder Repelaer]
Cornelis Huygenz | 1603-06-11
O.R.A. Alkmaar 139 fol 53
Voornamenindex
Cornelis Huygen, orgelist van Huysduynen: bij zijn vrouw, wijlen Jannitge Jans, had hij een zoon Huijch Cornelisz; Jannitge was hertrouwd met Jan Laurensz, herbergier; de voogd over Huijch Cornelisz verkoopt een huis en erf te Alkmaar
Huych Claesz | 1468-01-28
Coll Aanw 238 fol 200/Memorien Hof van Holland
Voornamenindex
Huijch Claesz: maag van Barthoud Willemsz, die gewond werd te Vlaardingen, doch zelf een doodslag beging
1536-12-11 |
Ms Opstraeten III fol 1444/Gaasbeek
Jaartallenindex
Huijch Pot na dode van zijn vader Jacob Pot: ⅓ deel van 11 morgen te Abcoude, heergewade ½ viertel botters
present: Cornelis van Meerenborch, Jan de Wit stevensz
1573-09-10 |
Ms Opstraeten III fol 1496/Gaasbeek
Jaartallenindex
Hubert Both: door opdracht van Huijch Pot, ⅓ deel van 11 morgen te Abcoude, genaemt Bredencamp met dat ses hoeckien
present: Lucas van Berlicum, Peter Segermans
1539-01-08 |
Ms Opstraeten III fol 1446/Gaasbeek
Jaartallenindex
Claes Dircsz: 4 morgen in Oudecoep, Loenresloots gerechts, belend noord: Peter Ruijsch Dircsz, soo Huijch Ruijsch Dircsz des utgegaen is
present: Cornelis van Merenborch, Gerrit Jansz van der Meer
1571-02-08 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1375
Jaartallenindex
Lodewyck de Ruw, schout van Rynsburg, oorkondt dat Huijch Pietersz erkend heeft schuldig te zijn aan het convent van Rijnsburg een jaarlijkse erfpacht van 14st op zijn huis in de Koestraat aldaar en deze erfpacht van 1553-1570 niet te hebben betaald, en dat door de vrouw van Rynsburch is toegestaan dat Huijch Pietersz en zijn vrouw ook voortaan niet betalen, op voorwaarde dat het convent na beider dood de achterstallige pacht op genoemd huis zal mogen verhalen