1542-06-20 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Asperen, Altena etc fol 15

Jaartallenindex

volgens akte dd 1542-05-27 wordt Wouter van Outhuesden als oudste zoon beleend met: 1) de ambachtsheerlijkheid van Alblasserdam met de subburgen, aenwerpen, andrifte, swaandrifte, visserie, vogelrie, molen, tollen, veren, tienden, tynsen, excysen, aertgelt, hofstedegelt. Tot en goed erfleen; 2) 6 morgen lands in de ban van Uytwyck, belend west: de broeders van Eemsteyn, oost: Dirc Dircsz, schout van Uytwijk. Mit 4 morgen, zuid: die Pelstege, noord: Ryswijk bansloot, 3) een sate lands gelegen tot Giessen, met huijzinge, hofstede en erve, belend oost: Wouter Lonckm.. [afgekort ?] erve, west: het leen van Ghysbrecht van den Zande, dat men hield van Vastaert van Ghiesen, noord: de Alm, zuid: de oude hofstede van Ghijsen, daer t huys op placht te staen. Tot een erfleen. Zijn oom en voogd Godschalk van Oudheusden doet de leeneed voor de minderjarige Wouter (vgl 1542-05-27)

leenmannen: Cornelis Berthault, Willem van der Criep, mr Jan Pluymeon, Anthonne Lebucq

1619-12-12

R.A.H. O.R.A. 2100 fol 14

Transportregister Egmond

schout en schepenen van Egmond oorkonden dat Willem Jansz van Molevliet als geordonneerde voogd over de nagelaten kinderen van wijlen Cornelis van Ryetwyck, in zijn leven bailliu van Egmont, met autorisatie van de weesmeesters der stad Alkmaar dd 11 December, transporteert aan de E. Hendrick Stock, zoo voor hemzelve als uit naam van de andere mede erfgenamen van mr Symon van Veen, in zijn leven advocaat fiscaal en Raad Ordinaris in de Hooge Raad: 1) seeckere huijsinge ende erve in de Hoffstraet, 2) een cleyn huysken aan de westzijde van dezelve huijzinge staand, noord: de Hoffstraat, zuid: de huysinge en boomgaard van Neel in den Ruijter, oost: de Corte Hoppestraat, west: de huysinge en boomgaard van Jacob Jansz lyndraijer. Belast met een erfpacht van 5 gld per jaar voor de grafelijkheid van Egmond. Koopsom fl 252

1585-02-15

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 72

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in de ban van Overveen en Aelbertsberge oorkonden dat Symon Maertsz, buerman tot Aelbertsberge, geliede schuldig te wesen Pieter Jan Baertsz scheepmaker en Neeltgen Pietersdochter, 150 Kar gld, spruytende uijt zake en als reste van de coop van een hofstede, huijzinge en 7 morgen lands gelegen aan 3 croften aen den anderen in de ban van Aelbertsberge bij hem comparant daarvoor gecoft, oost: Arijs Gerritsz, de kinderen van Hillegond Jansdochter, van Aelbertsberge, en Willem Jacobsz, van Aelbertsberge, zuid: die wildernis en Wigger Claesz Koussebant, noord: die wildernis en Floris van Jutphaes, west: die wildernis. Eodem die transporteert Pieter Jan Baertsz scheepmaker, poorter van Haerlem, voor hemzelf en voor zijn ander broers en zusters, tesamen kinderen en erfgenamen van wijlen Jan Baertsz scheepmaker en Maritgen Pietersdochter, heurlieder vader en moeder, aan Symon Maertsz, buerman tot Aelbertsberg de voorscr. hofstede

Dirck van Bronchorst van Batenburg, schout, Floris Jacobsz en Willem Jansz, schepenen