huwelijksvoorwaardaen | huwelijksvoorwaarde | huwelijksvoorwaarden | huwelijksvoowaarden | huweljksvoorwaarden
2 resultaten
1488-12-23 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 52v
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat Willem die Vriese van Oistende ende zyn geechte zone Willem van Oistende, om na te komen de huwelijksvoorwaerden gemaeckt tussen Willem Willems de Vriesenz en jvr Cristyne Heinrichsdochter van Mechelen, zo hebben die vader en die zoon samentlicke bewezen tot douairie en lijftocht voor de voorn. jvr Christyne, 100 R gld van 40 gr Vls per stuk sjaars, in alle alsulcke tienden, ambachten en ambachtsgevolg als die voors. Willem die Vriese van Oistende en zijn zoon nu van de grafelijkheid van Zeeland in leen houden. Zij beloven haar in deze lijftocht te handhaven
present: Jan van Rietvelt, mr Claes Ruychrock v.d. Werve
1567-04-30 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 20~
Jaartallenindex
leenmannen van Brabant te Antwerpen certificeren dat heer Jan heere van Merode, Westerlo, Peetershem etc competeren 600 £ Arthois sjaars erfelijke rente, gerekent van alsulke 1000 £ sjaars als voortyden bij wijlen heeren Aerden van Heurne in zynder tydt heere Gaesbeeck, Heeze en Leende etc bij huwelijksvoorwaerden geloeft syn geweest wylen heeren Ryckalden van Merode heren van Peterssem met vrouwe Margriet van Heurne, dochter van heer Aert van Heurne. Waartoe tot onderpand gesteld waren de heerlijkheden van Gaasbeek, Heeze en Leende, die heer Aerden in leen hield van Brabant. Waarvan de resterende 400£ hebben toebehoord aan zijn oom jhr Ryckalt van Merode, waarover nu questie is tussen hem comparant en Geertruydt de Crom en haar kinderen. Dat de prince heer Lamoraal van Egmond als bezitter van de heerlijkheden Gaasbeek, Heeze en Leende hem nu verzocht heeft de heerlijkheden Heeze en Leende uit het verband van de rente van 600 gld sjaars te ontslaan. Dat hij aan dit verzoek voldoet en voortaan alleen Gaasbeek als onderpand behoudt. Lamoraal stelt vervolgens Gaasbeek, het graafschap Egmond en de heerlijkheid van Beyerlandt tot onderpand. Hij geeft volmacht aan mr Claes Diert, advocaat, Frederick Ottensz en Jan Reynen de Jonghe om beide laatste heerlijkheden voor de stadhouder van leenen in Holland te verbinden (vgl 1569-09-19)
jhr Janne de Mol heere van Oetingen, stadhouder van de lenen van Brabant, heer Charles Hannaert, ridder, heere van Lickerode, borggrave van Brussel, mr Heynrick van der Ameyde, licentiaet in de rechten en advocaat postulerende in den Rade van Brabant, mr Jan Voiscot [Boiscot ?], licentiaet in de rechten en pensionaris van Brussel, Franchoys van den Eede, procureuer voor de Raad van Brabant, leenmannen van Brabant