16 resultaten

Firenbais | 1290-12-11

v.d. Bergh II no 754
Achternamenindex

graaf Floris regelt de voorwaarden van de zoen over de doodslag op Claas Oem en de verwondingen aan enige anderen: niet inbegrepen is Pauwels heer Thylemansz, maar Thyleman Thylemansz, Willem Stovenackenz, Heine Diddericsz, Arnout Massez, Willekin Arnoutsz en Thyleman Peters Keysersz zullen varen naar onze vrouwen te Rotsemadoen [bedevaart] voor de ziel van Clais Oem, eer zij binnen onsen lande komen en dat bewijzen met goede oorkonden dat zij daar geweest zijn

borgen: Jan de Keyser, Peter de Keyser, Peter heer Thylemansz, Martiin heer Thyleman Oemsz, Thyleman die Vriese veren Aghetenz, Gisebrechtsz heer Petersz, Gherart van Dovere, Thyleman Fyrenbais, Daniel Firenbais, Jan en Ghene die Smeker, Willem van Doornen alse ute te reikene die zoen van des vaders weghen

Nagel | 1610-06-18

Protocol Schoten, Haarlemmerliede en Akendam fol 76, 77, fol 78
Achternamenindex

Geerte Lambertsdochter Nagel koopt van Pieter Jacobsz van Rijn, coopman te Amsterdam, huyzinge met tuin, boomgaard, groot 9 morgen 4 hont tussen het Spaarne en de Zomerweg; conterij, bloemen en ander gewas niet inbegrepen. Custing: Geerte Lambertsdochter weduwe van Dirk Lambertsz is aan Pieter Jacobsz van Rijn 6000 gld schuldig; zij zal elk jaar op 8 juni 375 gld rente betalen, als onderpand het huis genaamd St Nicolaes op de Vygendam te Amsterdam

[Haarlemmerliede]

Rijn, van | 1610-06-18

Protocol Schoten, Haarlemmerliede en Akendam fol 76, 77, fol 78
Achternamenindex

Geerte Lambertsdochter Nagel koopt van Pieter Jacobsz van Rijn, coopman te Amsterdam, huyzinge met tuin, boomgaard, groot 9 morgen 4 hont tussen het Spaarne en de Zomerweg; conterij, bloemen en ander gewas niet inbegrepen. Custing: Geerte Lambertsdochter weduwe van Dirk Lambertsz is aan Pieter Jacobsz van Rijn 6000 gld schuldig; zij zal elk jaar op 8 juni 375 gld rente betalen, als onderpand het huis genaamd St Nicolaes op de Vygendam te Amsterdam

1504-03-16 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 257/4, 5
Jaartallenindex

notariële akte waarin Henric Joostsz, zijn broeder Wigger Joostsz en hun moeder Geertruid weduwe Joost Henricsz, apotheker, aan de collator en huiszittenmeesters van de St Pieterskerk te Leiden 13 camers overdragen, gelegen in de Zegerssteeg te Leiden (dossier 257/4). Verklaring dd 1512-07-26 van de huiszittenmeesters van St Pieter te Leiden betreffende de overdracht aan hen van een aantal kamers met grond, door Geertruid, moeder van Henric Joostsz, gelegen aan de Blauwe steeg (sub IV). Leiden verkoopt 1514-06-30 een rentebrief aan Geertruid voors (257/5 sub F); 1514-06-30: Leiden verkoopt een erfrente aan Wigger Joostsz, broer van Henric Joostsz (sub G); 1504-06-19: certificatie van schepenen van Oosterland [op Duiveland] betreffende het feit dat Hendrik Joostsz afstand heeft gedaan van het godshuis aldaar een stuk land inbegrepen (257/4 sub III)[Henrick is poorter van Delft, zijn vader was Joost Hendriksz, apotheker te Leiden]

1548-03-21 |

R.A.H. Coll Aanw 251 fol 855v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

gesien bij den Hove van Holland de requeste overgegeven aan die commissarissen en den gedeputeerden an de ingelanden contribuerende in de fortificatien an de duinen van Petten, geordonneert ende gecommitteerd ter auditie ende slot van de eerste en laetste rekening van Adriaen Stalper v.d. Wiele, bij hem geheven ende besteet tot de fonderinge ende makinge van een houten boedem ende steenen sluyse geleyt en gefondeert in den dyck van Sanerdam. Gescreven ende genomineert voor t hoeft van dezelfde rekenig bij Mathys Jacobsz en Aernt Cornelisz van Amsterdam, meester timmerluyden en aannemers van dezelfde grond en bodem, inhoudende, dat zij dit werk hadden aangenomen voor 4800£. Maar dat het werk hun meer dan 5800£ gekost had, zodat zij een ondragelijk verlies van 1000£ dragen moesten, nog niet inbegrepen hun daggeld voor 2 volle jaren, heypalen, schiphuer en arbeidsloon. Zij dreigen geruineerd te worden. Nadat het Hof deze zaak door commisarissen had laten onderzoeken, geeft het Hof hun nog 150£

1487-07

folio 90v LXXXIII 1486-1489
Transportregister Haarlem

Pouwels Gerytz van Heemskerck in de naam van zijn wijf Zasburch Dircsdochter voor hemzelf en voor Pieter Dircsz, der voirs Sasburchs broeder, lyt dat zyn wijfs moeder Reynou Dirc de Volders hem voldaan en betaald heeft de erfenis van wijlen Dirc geheten Vriestge de Volder, des voirs Zasburchs vader, desen is hier niet inbegrepen t huis mitten erve gelegen in de Seuyerstraet, daer de voors Dirc in gestorven is

Keijser, de | 1290-12-11

v.d. Bergh II no 754
Achternamenindex

graaf Floris regelt de voorwaarden van de zoen over de doodslag op Claas Oem en de verwondingen aan enige anderen: niet inbegrepen in de zoen is Pauwels heer Thylemansz, maar Thyleman Thylemansz, Willem Stovenackenz, Heine Diddericsz, Arnout Massez, Willekin Arnoutsz en Thyleman Peters Keysersz zullen varen naar onze vrouwen te Rotsemadoen [bedevaart] voor de ziel van Clais Oem, eer zij binnen onzen lande komen en dat bewijzen met goede oorkonden dat zij daar geweest zijn; verder genoemd: Henric Tater (40 £), Martiin 30£, Hughe Pauwels broer 15£, Blancart 10£

borgen: Jan de Keyser, Peter de Keyser, Peter heer Thylemansz [van Striene], Martiin heer Thyleman Oemsz, Thyleman die Vriese veren Aghetenz, Gisebrechtsz heer Petersz, Gillis Woutersz van den Windase, minnebroeder, Gherart van Dovere, Thyleman Fyrenbais, Daniel Firenbais, Jan en Ghene die Smeker, Willem van (Doornen ?) Binnen: alse ute te reikene die zoen van des vaders weghen; borgen moederswegen: Willem Hugemansz, Gherart van Wieldrecht, Gilis van Wendelnesse, Jan van Tolhusen; verdere borgen: Wolbrant, Gillis heer Vredericsz van Rijedike, Heineman Suus

1488-01

folio 116 CV, CVI 1486-1489
Transportregister Haarlem

Hillebrant Willemsz, Lambert Willemsz voor hen zelf en Margriet Willemsdochter, bagyn op ten Groten Hof, met haar broeder Hillebrant als voogd, lijen dat Symon Dricsz de maetselaer hen voldaan heeft van al de goederen hun aengecomen van mr Jacob Jansz de barbier, hoer drier oem, doe hij leefde Geertruud Pietersdochter geechte man, niet inbegrepen de huijsinge ende erve gelegen in de Veerstraet op ten houck van de Corte Veerstraat, dat zij onder hen drien eigentlic behouden

1672-06-08

R.A.H. O.R.A. 2107 fol 6v
Transportregister Egmond

Cornelis Miessen en Tijs Willemsz, beide voogden over Neeltje Aris, dochter van Aris Symonsz bij Neeltje Huijgen, voor ½. En deselve Cornelis Miessen en Teunis Clementsz [van Poelenburg] als voogden over Maritje Fransen, dochter van Frans Huygen voor de ander ½, verkopen aan Arijen Huijgen ⅓ part van een stuk land in desen banne in Sammerspolder, genaamd "Matten acker" waarvan de resterende ⅔ parten den coper toecomen, groot in het geheel 600 roeden, oost: Barthout van der Holk, zuid: het gasthuis van Egmond op Zee, west: de erfgenamen van Cecilia Boelisz, noord: de kinderen van de E. Symon van Hoorn c.s. Met vrijwaring voor het bovengemelde ⅓ part van het land, wesende hierbij niet inbegrepen het fideicommis daarmede hetzelve int regart van de vercopers is belast als erfgenamen van Huyg Reynen, volgens desselfs testament gemaakt voor Pieter van Everdingen, notaris en zekere getuige tot Alkmaar op 1666-10-06, waaromme geen alteratie door desen werd gemaakt. Koopsom 150 gld (vgl 1672-06-07)

1563-02-16 |

Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 143v/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex

de 4e brief de prescriptis 2 morgen terre op Kekum. Schepenen in Gorinchem oorkonden dat Adriaen Dircsz alias Smeerom erkende dat heer Erasmus de Vrome, procurator van het Carth convent bij St Geerdenberg, hem voldaan en betaald had van alsulcke scattinge als het convent nu zeer onlangs gedaen heeft van 2 morgen lands gelegen op Kekum, diewelke hem comparant toebehorende waren en hem door het convent afgeschat weren, breeder blijckende bij de bezegelde schepenen schatbrief hieraf zijnde. Ende dit beruerende alle alsulke somme van penn. als hem Adriaen Dricsz voors. uyt zaecke van t selve afgeschat landt noch suvers competerende waren, dat is te verstaen boven zekere rentebrief houdende 7 Kar gld sjaars, ter los mit 100 Kar gld hoofdsom, mitten afterstal daeruijt gesproten oick onbetaelt staende. Welke rentebrief Aerdt Roelofsz ingesetene poorter deser stede daerof sprekende heeft ende onder den secretaris alleenlick gecomen was ende anders geen meer. Welverstaende dat in dese voirs. betalinge mede inbegrepen is alsulke 77 Kar gld eens als hij comparant den voirs convent nog schuldig was van landpacht en waer voiren tselve convent enen vangbrief op hem comparant rechtelick gewonnen heeft, in dato 1562-10-13 (vgl 1653-03-27 en 1563-02-11)