2 resultaten

Herlaer, van | 1627-03-17

O.R.A. 2082
Achternamenindex

vierschaar gehouden te Egmond: Geldolff Jansz van Harlaer eiser in cas van indemnite contra Pieter Valcksz, gedaagde; 1627-04-22: Geldolff Jansz van Harlaer contra Pieter Adriaensz Valck; 1627-05-05 en 1626-09-02: dezelfden

1606-02-02 (3) | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1152
Jaartallenindex

vervolg: jhr Johan van Duvenvoorde c.s. voeren als redenen van oppositie aan, dat zij zich hadden borg gesteld voor 5000 gld bij de impetrant alhier van jhr Johan van Steelandt opgelicht, en dat de impetrant voor hen als borgen speciaal verbonden had de goederen van jvr Cornelia van Foreest, die op hem impetrant zouden comen te erven, gelegen in Wyck aen Duyn, en beloofde deze niet te verkopen of te bezwaren voordat hij de 5000 gld afgelost had, blijkende uit de brieven dd 1603-07-31. Jvr Cornelia overleed 2 jaar gleden, en zonder af te doen de borgtochte, had de impetrant de landen en goeden gecomen van haar vercoft. Nicolaes Zeijs verklaart tevreden te zijn met de verkoopt bij willig decreet mits zij van hun borgtocht ontslagen werden. De meesters van St Anthonisgilde hadden als opposanten doen seggen dat zij recht hadden op 1 nobel per jaar uit het verkochte goet, die zij ontvangen hadden tot 1603, en dus 3 jaren achter waren. Zij waren tevreden met het decreet mits belast met deze nobel. Heuyer Heuijersz zegt als opposant dat hij op het verkochte goed een losrente heeft van 19 Kar gld per jaar, en Claes Heermansz verklaart in de verkoop te consenteren mits de koop gebracht wordt in de griffie. Impetrant zegt dat het ongebruikelijk is om de koopsom te deponeren ter griffie en dat hij bovendien voldoende bezit om zijn schulden te betalen, 1) het legaat van fl 400 wil hij wel onder de koper Nicolaes Zeys laten, 2) de andere vorderingen idem, doch niet in de griffe, 3) de borgtocht van fl 5000, hij belooft het bedrag na verkoop te voldoen, 4) inpetrant stelt dat hij tevreden was wat de oppositie van Heuijer Heuyersz aangaat, behouden zijn quarandt ofte indemnite tegens Hendrick Claesz, wonende op t Hofland, dat de koper Niclaes Zeijs de geeiste som onder zich zou houden, 5) ta.v. Claes Heermans, wil hij dit in mindering laten komen van de hoofdsom. De eerste opposant blijft zich verzetten, maar het Hof oordeelt dat de coop plaats vindt en de koopsom gebracht ter griffie, en verleent willig decreet