Bedoelde u soms?
inhoud | inhouden | inhoudt | inhout

2 resultaten

1597-07-31

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 124v no 112
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Dirck van Nuijssenburch erkende volgens het testament van wijlen zijn huysvrouwe Haesse van Groeneven gehouden te stellen behoorlicke verseeckeringe dat ten sijnen overlyden aen de naeste bloede ende gerechte erfgenamen van denselven synen huysvrouwe, beneffens die huysinge van hare zal. ouders gecomen, bij hem comparants erfgenamen vuytgekeert sullen werden de somme van 2000 Kar gld. Omme 't welke te voldoen hij comparant tot verseekeringe van dien specialyk daarvoor verbonden en ten onderpand gesteld heeft etc. sijn hofstede en landen metten geboomten in de ban van Overveen en verder al zijn andere goederen. In margine: op huyden soo is mij secretaris van Tetrode hieronder geschreven gebleken als dat den inhoude van dese verseekeringe aan de erfgenamen van Haesse van Groeneven is voldaen en betaelt bij de erfgenamen van Loouwerijs Jansz Spiegel, den 25e Junius 1626, mij present: secretaris D. Keyser

Balthasar Cornelisz, schout, Willem Jacopsz en Thoenis Jansz, schepenen

1468-03-09 (1467) |

R.A.H. Coll Aanw 238 fol 350/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

de baljuw van Middelburch proponeert bij monde van zijn procureur hoe dat hier voortijts heer Phillips van Borssele here van Cortgene gaf tot enen wijve Heynric Jansz, jouffr. Katrijne zijn natuyrlicke suster, bastaaerddochter van here Claes van Cortgene, dair mede hij den voors. Heynric Jansz in hilicke gaff zekere goeden, dair tegens dat heer Jan Gillisz, deken van St Pieters tot Middelburch, Heynric zyn zoon voorn. gaf die somme van 3£ gr, die hij beloofde te beleggen an erven ende goeden bij goetduncken van heren Phillips voorn, ende daertoe zo gaf hij den voorn. Heynric zyn zoon zekere huysinge staende binnen der stede van Middelburch. Des is gebuert dat Heynric Jansz ende Jouffr. Katrijn voors. vergadert wesende in hylycke vercregen hebben een wittachtige zoon genoemd Claes Heynricsz die onlancx aflyvich geworden is zonder oir achter te laten. Mits der doot van denwelcken Claes voorn. een genoemd jouffr. Belye Heynric Jansz zuster voirs, natuerlycke dochter van here Jan Gillisz voorn. is in den sterfhuize gecomen van Claes Heynricsz, en oic die erfg. van here Jan Gillisz voorn. ter andere zyde, na inhoude van die huwelijkse voorwaarde. Doch ook de weduwe van Claes Heynricsz maakt aanspraak op diens erfenis. Schepenen van Middelburch oordeelden dat de erfenis gedeeld moest worden tussen de weduwe en de erfgenamen van Claes Heynricsz. Jouffr Belye en de erfg. van here Jan Gillisz kwamen hiertegen in verzet bij het Hof van Holland. De huw. voorw. hielden volgens hen in dat na de dood van Heynric Jansz zijn weduwe jouffr. Katrijne niets zou ontvangen, maar alleen het kind zou erven. Stierf dit kind zonder oir dan zou het huis komen op de andere kinderen van Heynric Jansz. Waren deze alle sonder oir gestorven dan zou de helft van het huis komen op jouffr. Kathrijn indien zij dat beliefde. Beliefde zij dat niet dan zou het huis komen op heren Jan Gillisz oudste kind dat hij hebben zou bij Margriete Heynric Janszoons moeder. Volgens hun eisch behoort het huis dus nu te komen op jouffr. Belije ende erfg. van here Jan Gillisz