1508-08-04 | Schalkwijk

G.A. Haarlem Inv Enschedé 2167, 2168/Van Woerden 1 D no CLVI

Haarlem Algemeen

de Raad v.d. gecoren Keyser schrijft aan de bode van de Camer v.d. Rade: Alzoe Dirck Willemsz, Claes Allertsz, Willem Kerstensz, Willem Allertsz, Lourys Claesz en Dirck Claesz, buyren en inwoners van t Noordende van Scalcwijk, ons te kennen gegeven hebben dat in den jare 1466 zekere separatie geschied is geweest tussen de pastoor van der Nyeuwerkercken an d'een zyde, ende de predecesseurs van de supplianten an d'ander zyde, met consent van de toenmalige Here grave van Hollant en van de bisschop van Utrecht, die volcomelick geinformeert waren dat die binnenwateren als die Haerlemssche meer zozeer innewonnen en afgeslagen hadden die landen en nog dagelijks doen, zodat de predecesseurs van de verzoekers bij storm en onweer de parochiekerk te bezoeken gaande over land. Dat de predecesseurs van de parochiekerk van Nieuwerkerk afgescheiden zijn en zijn uit uitzonderlijke consideratie gesteld onder de parochiekerk van Haarlem, tegen een jaarlijkse betaling van 8 R gld aan de pastoor van Nieuwerkerk ende van een doode 3 stuyvers, der fabriekmeester aldaar 1 stuiver en de koster ook 1 stuver. Deze overeenkomst op een boete van 100£ Vls. Deze overeenkomst is altijd nagekomen, maar onlangs hebben Anthonis Jacopsz, Claes Symonsz, Dirck Cornelisz, Jan Reyersz en Jacob Claesz, buren van der Nyeuwerkerck als fabriekmeesters, hen voor de officiaal gedaagd en geeischt ½ £ Vls en 22½ penn. Aan de bode wordt opgedragen Anthonis Jacobsz c.s. op te roepen voor een verhoor (vgl 1508-08-06)