13 resultaten
1497-07-22 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 116/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
geleidebrief van Frederik van Egmond heer van Ysselsteyn tbv Ott Hocke [lees: Hacke ?], Arnt van Amerongen, Willem van Ass, schouten van de kapittels v.d. Dom, Oudmunster en St Marie te Utrecht, gezamelyk ter inning der geestelyke tienden in den lande van Ysselsteyn, tot Bartholomeus e.k.
1492-12-18 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 994
Jaartallenindex
Jan Louwerijsz, schout van Rynsburg, en zeven schepenen aldaar oorkonden dat Gysbrecht Jacobsz voor hem kwam in zake een panding betreffende het erf van Jan Florysz, gelegen in genoemd ambacht, waarvoor hem 1 st sjaars erfelijke renten is toegewezen wegens achterstallige pacht aan de abdis, van 7 duit sjaars over de jaren 1482-1492, tot de inning waarvan Gysbrecht Jacobsz door de rentmeester gemachtigd was
Blochoven, van | 1511-06-23
Reg Kapittel St Pieter Utrecht no 1639, 1671, 1672, 1696/Catal. St Pieter Ambtenaren van het kapittel p 7,no 519 p 59
Achternamenindex
overeenkomst (no 68) tussen het kapittel en Beernt van Blochoven over de waarneming van het schoutambt tot inning der renten en pachten van het kapittel. Zie ook: 1516-06-17, 1516-07-01, 1518-09-24. Beernt wordt 1518 nog als schout genoemd
Ackoy, van | 1407-09-10
Reg Rotterdam en Schieland no 1699
Achternamenindex
hertog Willem doet uitspraak in het geschil: hij bepaalt dat de poorters van Gouda en de lieden van Zevenhusen en van elk last dat zij zullen delven, één Hollandsch groot zullen betalen aan jvr Johanna ¾ en aan Jan ¼ daarbij vaststellende dat laatstgenoemden de turf jaarlijks zullen doen meten en met bepalingen omtrent de inning
Cralingen, van | 1409-03-17
Reg Rotterdam en Schieland no 1750
Achternamenindex
de graaf machtigt Danel den Brunen, bode van het baljuwschap van Rijnland, zo spoedig mogelijk in het baljuwschap het morgengeld te innen, waarop hij Gillys, Jan, Danel van Cralingen en Costijn Gillisz had aangewezen om dit geld bij de tresorier in Den Haag te brengen omdat genoemde personen niet eensgezind waren over de inning van dat morgengeld
1468-09-13 |
R.A.H. Coll Aanw 240 fol 1194/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Hollant Jan van Nyenrode, bailiu van der Loosdrecht, en Willem van Zwieten, proc. gen. myns genad. Heren van Holland, mit hem gevoecht etc. Jan van Nyenrode stelt dat de baljuwen van der Loosdrecht altijd in de possessie geweest zijn van alle boeten en breuken tbv de grafelijkheid en dat Anthonis van Mynden de inning ervan belet. Anthonis zegt: "dat alle ambachtsheren binnen Aemstelrelant geseten, daironder dat die Loosdrecht gelegen is ende van outs pleecht te leggen, die ½ of tenminste ⅓ plegen te ontfangen van alle boeten en breuken binnen hun ambachtsheerlijkheid plegen te innen". Dat Melis van Mynden, de vader van Anthonis, nu van de grafelijkheid in leen houdt "die ambachtsheerlicheyt van der Loosdrecht mit allen horen toebehoeren, settende aldaer scout ende scepenen" en dus nu ook recht heeft op ⅓ of ½ van alle boeten
Heemstede, van | 1347-10-18
Ons Voorgeslacht 10-1989 p 314
Achternamenindex
lenen van de grafelijkheid: no 123) de Geerdencamp in Heemstede, Gerrit van Heemstede, ridder, bij overdracht door Jan Arnoud [van Bennebroec]; 1348-02-20: heer Gerrit van Heemstede, ten eigen; 1353-01-21: opdracht door Jan Arnoud van Bennebroeck aan Claes van Bakenesse en Jan die Weent, burgers van Haarlem ter inning van het restant ; Jan Arnoud had dit leen nl voor 120 oude schilden verkocht aan heer Gerrit van Heemstede, die slechts 24 oude schilden betaalde
Egmond, van | 1424-04-28
Reg Rotterdam en Schieland no 2181
Achternamenindex
Johan van Egmond verklaart tot betaling der aan zijn neef heer Jan van Egmond en van Yselsteyn en diens broeder heer Willem van Egmond vanwege de grafelijkheid van Holland verschuldigde geldsommen, waarvoor enige steden zich borg gesteld hebben, hun te vergunnen dit geld te innen uit de beden van de steden en het land van Holland o.a. uit die van Delfland en Schieland, wier inning aan Aernt van der Does en Clays Duyst is opgedragen, met belofte niemand anders daarvoor aan te wijzen
Heenvliet, van | 1407-04-19
Reg Rotterdam en Schieland no 1672
Achternamenindex
hertog Willem doet uitspraak in het geschil tussen Huge van Heenvliet en zijn zoon Jan ter ener-, en de stad van der Goude ter andere zijde, over het veen dat die stad gedolven had uit hun tiende in het ambacht van Moerdrecht en bepaalt dat de stad zekerheid zal stellen voor de opbrengst van hun tienden naar het gunstigste jaar gerekend, of dat zij Huge en Jan geven zal een groot van elk last, dat gedolven wordt en dat door hen hiervan 2 keer per jaar opmeting zal plaats hebben, met bepalingen omtrent de inning
1493-02-25 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 99-112/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Lambert Myllinck, schout te 's Hertogenbosch, verzoekt aan de Staten van Utrecht de verschuldigde penningen ter hand te stellen aan Aelbert van Egmond, tegen behoorlijke kwijting. Bij gebreke waarvan zij dezelve gerechtelijk zal invorderen; 1494-04-15: verzoekt Lambert Mijllink aan de 5 kapittelen voldoening van zijn rente van 150 R gld (p 102); 1494-12-03: verzoekt Zeger van Weijt, door Lambert Mylinc belast met de inning van de aan hem verschuldigde penningen, aan de Staten van Utrecht hem deze onder kwijting ter hand te stellen (p 104); 1495-05-11: Lambert Myllinc, schout te 's Hertogenbosch, antwoordt aan de Staten van Utrecht, dat hij een afgevaardigde naar Yselsteyn zal zenden om de verschuldigde gelden te ontvangen (p 106); 1496-01-22: verzoekt Lambert Millinck aan de Staten van Utrecht gerede betaling der verschuldigde penningen (p 109); 1496-10-15: Lambert Millinck vraagt aan de Staten van Utrecht waar hij zijn rente van 250 R gld, verschenen op St Petr. kan ontvangen. Gedaan te 's Hertogenbosch (p 112)