12 resultaten
1396-03-12 (1395) |
R.A.H. Coll Aanw 65 fol 231v/Mem B.D. fol 147v
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht verhuurt onser getrouwer stede van Haerlem "die visscherie van Sparendamme", te bevisschen tusschen den Uytspaern ende der Inspaern, gedurende 6 jaar, tegen betaling van 400 £ sjaers, bovendien een tonne paeldrincx die men Jan Aerntszoons wijf van Bennebroec jaerlijks daerof pleecht uijt te reycken, ende daer toe 12£ aen sulken paymente, also als sise jaerlix pleecht te hebben uijt onser visscherien voers, die sal onse stede voerg. jaerlix betalen
1479-08-03 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 8/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
scout en scepenen in Suyderwoud oorkonden dat Gheryt Garbrantsz Paeu van Amsterdam erkende verkocht te hebben den cloester ende convente ofte broeders des convents van St Bernaerdusoirde etc, sijn lant ghenoemt Gherit Paeuwenven legghende twisken twije meren doergancs binnen den ban van Suijderwoude, ende belend oost: Jan Claesz lant ende Willem Garbrant Peters Ven, zuid: dat Langweer ende Hannigen Hannis . Het convent zal hiervoor geven aan Gheryt voers. ende sijn wijf Griet hoer leven lang 22 coepmans Rynse gulden. Ende nae haer beyder doot soe sal dat cloester voers. gheven Jan van der Schenghendochter genoemd Lysbeth 4 coepmansgulden jaerlijks zolang zij leeft
Jan Symonsz, schout, Reijner Elbrichsz, Jacop Jacopsz ende Jan die Wael, schepenen
1623-06-03
R.A.H. O.R.A. 1065 fol 137v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Jansz en Louwerijs Jansz gezamenlijk verkopen aan Gerrit Martsz, buerman in Tetrode, een opstal, staande op de grond van Thunis Jansz en Cornelis Jansz. Ende dat jaerlijks voor 3 Kar gld erfhuur, west: die buyerwech, noord en oost: Jan Aelbertsz, zuid: Thonis Jansz en Cornelis Jansz c.s. Koopsom 244 gld
Jan Aelbertsz v.d. Noort, schout, Pieter Jansz en Gerrit Dircksz Slinck, schepenen
1537-06-09 |
Arch Abdij Egmond Inv no …
Jaartallenindex
schepenen in Aemstelredamme oorkonden dat Willem Jansz Banninck, brouwer, erkende verkocht te hebben aan heer Willem v.d. Goes, abt van Egmond, een rentebrief van 20 schell groten Vls jaaarlijkse renten, verleden bij de stede van Haerlem tbv Marritgen Florijs Hoonendochter, losbaar den penning 16, dd 1485-11-01. Item noch een scepenbrief inhoudende de somme van 168 Kar gld, beginnende: wij Claes Dircsz Noordorp ende Dirck Herpersz, schepenen in Delf, oirconden dat Jan Dircsz, scrienwerker, Adriaen Pietersz scrienwerker ende Dirck Jansz tymmerman hebben geloofd voor ons Jacob Goossensz van Amsterdam 168 Kar gld uyt sake van de coope van een huys ende erve in de Roerstraet, dd 1532-06-19. Item noch 7 gld sjaars op een huis en erf an die Nyewe Zydts Vesten dewelke Jan Gerytsz Ghant jaerlijks uytreikt en betaald, belend zuid: der stede vesten, oost: Cornelis tymmerman, noord: Claes Sloter, te lossen den penning 18
Cornelis Garbrandsz en Geryt Jan Lambertsz.z, schepenen
1546-10-26 |
R.A.H. Coll Aanw 251 fol 640v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
request van die naeste vrunden en magen van Heyman Claesz, geboren van Amsterdam, maar woenachtich alsnu tot Noertich, en geven te kennen dat "de voors. Heijman twelck te beclagen staet hebbende vader noch moeder ende alsulcx eygen goet, van die tyt off dat hij verstand begonst te crijgen", zich slecht gedragen heeft, en ook een huisvrouw van slecht gedrag genomen heeft. in 1544 had hij, na zijn huwelijk, zo grote schulden gemaakt, dat zijn inkomsten onvoldoende waren om deze te dekken. Voor schepenen en secretaris van Amsterdam hadden hij en zijn vrouw beterschap beloofd, en beloofd als zij weer schulden maakten, hij zich onder curatele zou laten stellen. Ziende dat zij nu hun oude leventje in Amsterdam niet konden hervatten, waren zij naar Noertich verhuisd en hadden daar een huis gecocht. Supplianten hadden dit moeten betalen. Soe dat alle die renten als lijfrenten niet en mogen monteren, jaerlijks tot 93 Kar gld. Binnen een jaar of 1½ jaar hadden zij echter opnieuw 500 gld schuld gemaakt. Het Hof benoemt nu Jacob Pietersz Colijn tot curator over beiden
1542-02-11 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Amstelland, Waterland, Zeevang fol 29
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelis Buijck Zybrantsz tbv van der stede Amsterdamme met: 1) de ambachtsheerlijkheden van Amsterveen mit allen zynen renten ende toebehoren, 2) het ambacht van den Nieuwer Amstel, 3) het ambacht van Slooten ende van Oostdorp met visscherijen en alle andere zynen toebehoren, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Behoudende ende reserverende aan de graven van Holland ½ van alsulken deel als de voors. ambachtsheren van Amsterveen, Nieuwer Amstel, Sloten en Oostdorp mitten toebehoren van dien mit ons ofte onsen bailiu van Amsterland te heffen ende te ontfangen plagen in allen criminelen saacken ofte confiscatien aldaar vallende. Welck deel van ambochtsheren de voors. onse bailliu voortaan t onsen proffyten jaerlijks heffen ende reeckenen sal. Bovendien moet de stad Amsterdam voor de gratie om de voors. ambachtsheerlijkheden te koopen jaarlijks geven op Kerstavond de somma van 25 gouden Kar gld. De grafelijkheid zal de ambachtsheerlijkheden te allen tyden aan zich mogen trekken tegen betaling van 3000 gld in eens, die zij den here van Brederode hiervoor betaald hebben. Bovendien zal de grafelijkheid de stad Amsterdam dan moeten ontlasten van de betaling van de jaarlijkse erfrente van 560 gld aan de heer van Brederode (vgl 1542-02-09)
leenmannen: heer Gerrit heer van Poelgeest, heer van Hoogmade, ridder, Cornelis Barthouts, Jacob van Busschuysen, Anthonne Lebucq
1493-02-06 (1492) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Vriesland fol 4v-7 (fol 2)
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat Floris van Noortich gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn oom Heere Jan van Noortich, ridder, zoolang hij leeft, dat schoutambacht van Spanbrouck, mitsgaders die heerlycheyt van Spiersdijck, ende van heel Santwerve in den voirs. schoutambacht van Spanbrouck gelegen, dats te weten Spierdijck en Santwerve met alle die laeghe landen gehieten die Kaige, streckend tot der zytwinde toe, ende soo voordt langes der zijtwinde ofte waterkerkinghe off anders hoe die genoemt is lopen 13 roeden beneden naer Spanbroeck, ende voortgaende nae den ban ende ambachte van Opmeer ende gehieten is die Overtom, ende soo voortgaende tot Berckmaersdyck voortgaende tot den ambachte van Obdam lopende soe voordt tot den Bobbeldyck toe, ende is een gescheyt tusschen Spiersdyck ende Hoorn. Voorts maakt Floris aan zijn moeye vrouwe Agniese van Rijne, huysvrouw van zijn oom heer Jan, de helft van het voorn. goet tot lijftocht na dode van heer Jan voorn. Vervolgens scheldt Ludolff Claesz van der A voor zich zelf en voor zijn dochter jvr Lysbeth van der A, huisvrouw van Floris voorn, met haar gecoren voogd Cornelis van Sonnevelt, deze percelen kwijt aan heer Jan voorn. en vrouwe Agniese voorn, tot lijftocht. De 5£ die Floris aan Ludolf voorn. jaerlijks schuldig is uit dit goed, blijven rusten op zijn andere goederen
present: mr Jacob van Almonde, Claes Jan Claesz, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet
1630-01-17
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 56
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de edele sr Jacob Jacobsz de Jongh transporteert aan de edele sr Geraert van Scho[o]nhoven, coopman in Amsterdam, een schoone en welgelegen hooffstede genaempt "t huijs te Vogelensanck", bepoting, beplanting, wooning en getimmerte so deselve met zijn optreckende brugghe en hecken rontsomme in syne graften tegenwoordich besloten leyt, met de landen daertoe behorende, groot in alles omtrent 9 morgen. Leggende al te samen in de Vogelesanck. belast met een erfpacht van 36£ per jaar tbv de heer van Brederode, daeraen de cooper soo lange hij inschrijving van de beesten in de duynen te weyden op hout, sal jaerlijks corten 18 Kar gld. Mits dat Cors Reijersz met zijn Blomcroft en Plaggerweijt syn notwech sal hebben over het Helmberchgen. Belent volgens de opdrachtbrief van Cors Reijersz, zuid: de Plaggerweijt, oost en noord: Augustijn van Teylingen en Jan Cornelisz, west: de wildernis van Brederode. Koopsom 12500 contant. 1629-11-27: doorgehaalde transportakte van hetzelfde, doch geroijeert
1504-07 |
R.A.H. Coll Aanw no 151
Jaartallenindex
waarde van de lenen aangebracht in Juli 1504: Gherijt Heije hout een viertel landts gelegen int veerstal land genoemd in Gouwerack, geldende nu ter tyt sjaers 30 scilden tot 28 groten t stuck, facit 21 £ (fol 27); jvr Janne van Oesterwijck 8 morgen in het land van Woerden geldende sjaers 7£ (fol 29); Steven van der Sevender houdt die Vrye Houve gelegen bij der Goude, waardich jaarlijks 10£ (fol 46v); jvr Agniese van Blocklant hout die heerlicheyd van Blockland waardich synde sjaers vry 12£. Item een hoeve lants in Blockland daer t huys op staet, jaerlix waert 24£. Item een tiende in Bleskensgrave, sjaers vry 28sc (fol 52); Jan van Dongen Willemsz alle die gorsinge leggende in die Swalue geldende sjaers 420£ (fol 60v); Floris Jansz van Wyfvliet houdt 9 morgen en 1 hont an die Dussen tot Muylkerck, geldt sjaers vrij 12£ (fol 67); Willem van Dongen de heerljikheid van der Swalue jaerlijks waerdich wesende omtrent .... (fol 68); Otto van Arkel heer van Huekelom houdt van Arkel dat huis en heerlijkheid van Heukelom, tienden, visscherij, molen, exchys en clein tinsen hoenre geldende sjaars 200£ (II fol 36); Stinkin Jansdochter van Slingelant hout die molen tot Moerkelant geldende sjaers 18£, noch een lammertiende in Moerkerkeland geldende sjaers 12£ (II fol 39); Jordaen van Goerl hout een woninge met 8 hont lands tot Schaluynen met nog 3½ morgen lant geheten die heerlycheit op die oude Giessen gelegen (II fol 45)
1517-09-24 (II) |
R.A.H. Coll Aanw 241 fol 280/Mem Sandelijn fol 136
Jaartallenindex
(vervolg akte) II) nog een ander woeninge en gesaet in Oesdom bij der capelle geheten OVr capelle tot Roemputte, die Naen Dirck Jacobsz nu ter tijt bruict, 1) dat huys mitten werve, 2) een weijde lants gelegen an dat westeijnde van dat huijs aen een plecke, groot 13 coeweyden of 21 gars, 3) 35 want gelegen aan 9 stucken, aen de noordzijde van t huijs 14 want 5 want aan de zuidzijde van Griete Huge Aerntsz weduwe croft. Noch een acker in die Leije, groot vijf vierendeel wants. Noch 3 want an die oostzijde van Sybrant Aerntsz croft. Twee want benoerden Jan Dirksz tuyn. Eén want tussen Ysbrant Aerntsz en Huge Aerntsz croft. Drie want an die noordzijde van die Capelle laen. Een acker bezuyden die capelle, groot 1 want. En 4 want an dat oesteijnde van der Capellen laen, 4) 13 gerssen madelants gelegen an 11 stucken in de gemene made, 5) een stuck zaedlant groot ½ wandt, 6) 4½ want zaedlant in die nieuwe croft, 7) zeven vierendeel wants en 20½ roeden gelegen noordoost aen de nieuwe croft, 8) 3½ want en 5 roeden zaetlants in deselven croft, 9) 8 want geestlant gelegen bij die lage laen, 10) 9 vierendeel maden bynoerden de moer aen 3 stukken gelegen in die gemene made, 11) 4 garssen maedlants in de voors. gemeene made, 12) een weide gecomen van Willem Gillisz, groot 4 coeweiden die de voors. Naen Dirck Jacobsz tesamen jaerlijks ook in hure heeft voor 82 R gld. In margine: op 1518-08-30 heeft Jacob de Jonge, auditeur van de camer van de Rekening in den Haghe getoent in de griffie deze orig. akte gecasseert als gelost en gequeten sijnde, dat men daerom dese akte soude willen royeren [akte is doorgehaald]