48 resultaten
Massa | 1624-02-19 - 1624-11-04
G.A. Haarlem Not Arch fol 50v
Achternamenindex
protocol van notaris Jacob Schoudt: Ysack Massa en zijn vrouw jvr Beatrix, dochter van Gerardt van der Laen, oud burgemeester der stad Haerlem, herropen hun huwelijksvoorwaarden: zij wonen "jegenwoordich op de hofstede ofte woninghe van joncker Lou in den ambacht van Hillegom"
1549-03-01 |
R.A.H. Coll Aanw 252 fol 73v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
het Hof van Holland benoemt mr Christiaen de Waert [er staat epiaen] tot Raad en Procureur generaal bij het Hof, "jegenwoordich vaceerende, overmits der promotie van mr Hippolitus Persijn, leste besitter van derselver officie, totten State van President van onsen Rade in Vriesland". Beedigd op 7 maart
1553-12-08 |
Bissch Oud Arch Haarlem 5c/3/Auth Copie Klooster in den Hem bij Schoonhoven
Jaartallenindex
pater, mater, procuratrix en conventualen van St Agnietenconvent te Goude erkennen verkocht te hebben aan het convent van de Regulieren genaemt de Hem buiten Scoenhoven, een jaarlijkse lijfrente, zolang broeder Pieter Pietersz, oud ± 36 jaar, en geproffesside broeder en prior jegenwoordich des voirs. covents in levende lijve zal zijn. Verzekerd op 15 morgen lants in de ban van Bloemendael, noord: Jonge Pieter, zuid: de erfgenamen van Gheryt Damen, streckende van de Vuytwech tot an den Wyacterdyck (?) toe
1596-01-05 (1597~) | Sparenwoude
R.A.H. Recht Arch 1948/Transportregister Sparenwoude
Jaartallenindex
schout en schepenen van Sparenwoude oorkonden dat Paulus Claesz anders genaemt Welboren Braer, poorter van Haarlem, erkende verkocht te hebben aan Lubbert Claesz, eveneens poorter te Haarlem, 3 percelen land, zo hooi- als weiland, gelegen in de ban van Sparwoude, genaemt "de Boegaerde", daer jegenwoordich noch twee werven in zijn, groot wesende tesamen 6 maden 8 roeden, gelegen in de Kerckbuert, belend zuidoost: Lubbert Claesz, noordoost: Marten Claesz, zuidwest: Hendrick Jonckernout, streckende voor totten Hoogendijck [de akte volgt na een akte van 1597-04-12]
Herlaer, van | 1635-12-13
G.A. Alkmaar Fam Arch Vladeracken Port 8 omslag b
Achternamenindex
wij Pieter Adriaensz Heiligendach, ghewesene substituut baillyu ende schoudt tot Egmont Binnen ende den Hoeve, ende jegenwoordich schoudt tot Wimmenum, Eddeck Claesz van Sanen, schout tot Egmont op Zee, ende Heyndreck Jansz, wonende te Egmont Binnen, hebben eendrachtelicken ten versoeke van de weduwe en kinderen van Loeff van Heerlaer, verclaert dat wij verscheyden malen hebben gepacht ende tesamen mede gepacht de grave ofte heere excysen van de Hoeve, sulcx dat verpacht wert bij de Heren, neffens hare andere tienden ende goederen, op idere tonne bier, die bij hoore ingesetenen werd ingeleyt, 4 stuyvers boven de lasten die bij de Heeren Staten daer op zijn ghestelt. Van welcke 4 st Loeff van Haerlaer nooijt heeft betaelt, maar hem als een eedel man daervan exempt gehouden, gelyck oock nog jegenwoordich doet syne weduwe, gheduerende onse pachtinge. Noch hebben oock niet van iemant hooren seggen dat Harlaer oijt heeft betaelt gehat etc
P. Ariansz Heiligedach, Heindrick Jansen, Eddick van Sanen
1574-06-28 |
G.A. Haarlem Transportregister 76/25 fol 145
Haarlem Algemeen
Goossen Gerritsz van Harderwijck is coper gebleven van een molenwerf met de recht van de wint en alsulck getimmerte als jegenwoordich daarop staende is, mitsgaders van een erfgen eertyds een boomgaert placht te wesen, daer aen behorende, van sheren wegen verkocht, gelegen buyten die Zylpoort binnen de vryheyt deser stad, oost, zuid en west: de Heerwech, noord: de Heylige Geest. Zoals deze toebehoord heeft aan Rocha Diricsdochter weduwe van Aernt Harmansz of aan Jacob Jacobsz en Jacob Aerntsz, molenaers. Koopsom 250 Kar gld. Borg voor de eerste termijn: Gerrit Jansz molenaer
1505-06-16 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 36
Jaartallenindex
leenmannen van Voorne oorkonden dat Hughe Florisz heeft opgedragen een leen dat hem bij koop aangecomen was van wyleneer Claes Cornelis Jan Doe zoon, nl 4 lynen land in den lande van Westvoerne in de banne van Oestdycke, belend zuid: Danckert Cornelisz weeskinderen, oost: Jacob Heynez, noord: de Middeldyck, west: Jan Bouwensz, geldende jegenwoordich 4 schell groten sjaars "wel verstaende dat van den voors. lande moet afgaen alle positien, beden en subventien daerop kommende Adriaen Adriaens Hughe Maisz.z voor hem en zijn erven in der manieren alsoo t voors. leen beseten is geweest". Met het verzoek om Adriaen Adriaensz hiermede te belenen (vgl 1508-12-12)
Oel Pietersz en Adriaen Claesz, leenmannen; Adriaen Claesz in gebreken myns zegel hebbe gebeden Bertelmeus Haddenz als leenman voor mij te zegelen
1657-03-04 | Wimmenum
R.A.H. O.R.A. 2139 fol 14/Transportregister Wimmenum
Jaartallenindex
baljuw, schout en schepenen van Wimmenum oorkonden dat Cornelis Claesz Laeckeman x Tryntie Eddixq, wonende te Egmond op Zee, en mr Jan, secretaris en chirurgyn te Groet als voogd in dezen van Tryntie Keysers vermogens de procuratie by haar verkregen van haar man Cornelis Eddicqs van Zanen, jegenwoordich buyten landt, kinderen ende erfgenamen van wijlen Eddick van Zanen, in zijn leven schout van Egmond op Zee. Zij transporteren aan Dirck Claesz, wonende op tie Hoeve, een croft lants genaemt "Arent Gysens hofstede", gelegen in onsen banne, groot in het geheel 400 roeden (Bergermaet), oost: Valck Ariensz, west: de Heerewech, zuid: de Tichelaen, noord: de weduwe van Aris Cornelisz Knechten en Cornelis Florisz Verwer
jhr Gerardt van Vladeracken, bailliu en schout van Wimmenum, Cornelis Florisz en Cornelis Aertsz, schepenen aldaar
1603-02-20
R.A.H. O.R.A. 2098 fol 13
Transportregister Egmond
Claes Ariaensz jegenwoordich woenende op ten Zype, verkoopt aan mr Jan Warrebrouck, poorter tot Alkmaer, een vrij huys met omtrent 160 roeden erf, staende en gelegen op Moolant ter halver hueff, zuid en west: de Ryndijck, noord: de voorn. Warrebrouck
Steenvoorde, van | 1355-10-09
A.R.A. Leenregister 32 Copie fol 116, 117v/EL 25 fol 75v, 76
Achternamenindex
s Gravenhage hofkapel: mr Gherardi [de Steenvoorde] bone memorie 63 jugera terrae cum sextario arabilis sua in parochia de Ryswyc; de hertog neemt de capellanen op voetspoor van zijn voorgangers in zijn bescherming en keurt de schenkingen goed. Hertog Willem bepaalt dat de 2 capellanen die dienst hebben om de missen en vespers in de capelrie te doen "die sullen eene maeltyt des morgens alle dagen in onse Hof eten, also lange als wij of onse geselline aldaer jegenwoordich syn, durende tot onsen wederseggen"