12 resultaten
1548-08-30 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 43, 44/Leenregister Brederode fol 31, 31v
Jaartallenindex
Reynoult van Brederode beleent Frederic Jeroensz, poorter van Amsterdam, met 40 morgen lands mitter vrijer heerlicheyt, hoogh ende leeegh, mitten tienden van de voors. landen gelegen in den kerspel van Swammerdam, geheten die Vrije Nesse, also wij ende onse ouders die aldaer gehad hebben, belend noord: die Nesse kaije, streckende van den Boijengraefsen dyck derdalf voet acht die spaden opten dyck oostwaert over die oude Bodegrave. Hem aanbestorven bij dode van zijn broeder Claes Jeroens, tot een onversterfelijk erfleen. Eodem die vergunt Reynoud aan Frederic "overmits de veelheid van zijn kinderen" dit leen te splitsen in 2 ten hoogste 3 delen, waarvan één deel moet komen aan zijn oudste zoon en de beide andere delen aan twee andere kinderen, aan wie hij dit na zal laten (1553-07-25)
getuigen: Gheryt van Sparnwoude, Ysbrant van Sparnwoude, mannen van Brederode, Jan die Grebber, man van Holland
1612-05-26 (1)
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 89-91
Transportregister Bloemendaal
de schouten en schepenen in de ban van Tetrode, Hillegom, Heemstede, oorkonden dat Cornelis Jeroensz de oude, Banckeris Jeroensz getrout hebbende Immetje Jeroens, Jacob Jeroensz de oude, Arijaen Isbrantsz als man en voogd van Aeltgen Jeroens, Jacob Claesz als man en voogd van Maritge Jeroens, Pieter Jeroensz en Adriaen Jeroensz, voor hen zelven en tevens vervangende de kinderen van Jacob Jeroensz de jonge alsoock van Cornelis Jeroensz, mitsgaders voor Engel Jeroensz, absent, tesamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Jeroen Jacobsz Pronck, transporteren aan mr Joost Florisz, apothecaris, poorter van Haerlem, een hofstede met huys, schuer, boomgaert, plantagie en landen daartoe behorende, groot tesamen 21 morgen 4 hont 50 roeden, gelegen in verscheidene percelen in de bannen van Vogelesanck, Heemstede en Hillegom: 1) een huys, schure en boomgaert en land groot 2½ morgen, noordwest: Arent Arentsz, noordoost en zuidoost: de wildernis, zuidwest: de erfgenamen. Belast met een erfpacht van 2 gld 2st 8 penn voor de rentmeester van Brederode; 2) een stuck lant groot 2½ morgen ½ hont in de ban van de Vogelesanc, zuid en oost: de erfgenamen, west: Henrick Jacobsz, noord: Arent Arentsz, mit voorwaerden dat de 2½ morgen eertijts bij Cersten Joachimsz [Rendorp] van Amsterdam verkocht aan wijlen Herman Olthoff, een notweg zullen hebben over de laen van dit land en voorts over de werf van de voors. erfgenamen tot op de Heerenwech
Jan Anthonisz, schout, Thonis Jacobsz en Gerrit Mertsz, schepenen in Tetrode; Gerrit Gerritsz, schout, Wouter Pietersz en Jan Jacobsz, schepenen in de ban van Hillegom; Andries Jansz van Souwen, schout, Cornelis Jansz Bruijn en Cornelis Cornelisz, schepenen in de ban van Heemstede
1630-04-08
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 62v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de edele sr Gerrit Jansz Lossy verkoopt aan Willemtgen Adriaens Galendochter, sijn moeije, een stuk land groot 1 ½ morgen gelegen in den Aerdenhout in de ban van Tetrode, noord, oost, zuid: mr Frans Kijes, west: de wildernis. Den verkoper aangekomen bij testament van Claesge Jeroens, zijn grootmoeder. Koopsom 1400 gld
Jan Jacobsz Dickman, schout, Dammis Pietersz en Jan Claesz van Beveren, schepenen van Tetrode
1614-06-30 (3)
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 89-91
Transportregister Bloemendaal
op huyden compareerden voor mij secretaris: Jacob, Cornelis, Pieter en Aryaen Jeroenszonen, gebroeders, voor hen zelf en voor de kinderen van wijlen Engel Jeroensz, Cornelis Jeroensz de Jonge en Jacob Jeroensz de jonge, Pancraets Jeroensz x Jannitgen Jeroens, Jacob Claesz x Maritgen Jeroensdochter, Aryaen Isbrantsz x Aeltje Jeroensdochter, kinderen en erfgenamen van Jeroen Jacobsz Pronck, erkennen door mr Joost Florisz geheel voldaan en betaald te zijn
1586-06-25
R.A.H. O.R.A. 1062 fol 82a
Transportregister Bloemendaal
compareerde voor schout en schepenen van den dopre van Overveen, Tetrode etc, Tys Jacopsz van Langeraeck, oud omtrent 70 jaren, ende bekend hij comparant voor dese tijt ende ten ewigen dage al voldaan en betaelt te wesen. Compareerde mede Jannitgen Jeroens, oud 26 of 27 jaren, met Alydt Jeroensdochter, oud 25 of 26 jaren, ende Cornelis Jeroensz, oud 27 jaren, al te samen ghesusters en broeders, en verklaren ook voldaan en betaalt te wesen [er staat niet bij waarvoor]
schepenen: Cornelis Pietersz Langeneel en Dirck Aelbertsz
1630-01-12
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 55v, 62
Transportregister Bloemendaal
extract uit het testament van Claesgen Jeroens weduwe Adriaen Gael Jansz, gepasseerd te Haarlem voor notaris Jacob Schout, 1624-02-04. Zij institueert hierbij haar 4 kinderen Adriaen, Willemtgen, Maritgen en Cornelis Adriaensz, mitsgaders Gerrit Jansz Lossy, naegelaten kint van Haesgen Adriaen Galen, haer overleden dochter, tot haar erfgenamen. Aan de voorn. Lossy is bij loting ten deel gevallen een stuck lants genaempt "die Santvoorderweyde" in de ban van Overveen, groot 1½ morgen, oost: de Laechte, zuid: de erfgenamen van Frans Kyes, west: die wildernis, noord: de Bleekkersweyde van Noij [v.d. Knocken ?] te beurt gevallen Cornelis Gael. Noch is verbonden in het voors. testament van Claesgen Jeroens staende fol 55v, dese naervolgende landen: eerst een stuck lants geteeckent met no 4 genaemt "het middelstuck van Vossenbroeck", groot 2 morgen 2 hont, leggende in t scheijt van Heemstede en Tetrode, oost: de Vaert, zuid: het suyderstuck van Vossenbroeck, west: Outger Pietersz, noord: het Noorderstuck van Vossenbroeck. Dit stuck is bij loting ten deel gevallen aan Adriaen Gael. Noch is ter beurte gevallen de kinderen van Maritgen Gaellen een stucke lants no 5. Eerst het noorderstuk van Vossenbroek groot 2 morgen 3 hont, oost: die Vaert, zuid: het middelstuck, west: het Wiggersweijtgen, noord: die Laechte. Mitsgaders noch een huijs met zijn boomgaert in de Anderenhout daert Claverblat uthangt. Aldus geregistreert op last van mr Cornelis Gael, 1630-04-09
Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Cornelisz en Jan Claesz van Beveren, schepenen van Tetrode
1553-07-25 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 56-61v/Leenregister Brederode fol 39v
Jaartallenindex
Franciscus Nicolai de Delft, secretarius opidi Amstelredamensis etc, instrumenteert het testament van Frederic Jeroensz, poorter van Amsterdam, waarbij hij Joost, mr Pieter, Henrick, Elisabeth en Catharine, zijn 3 zoons en 2 dochters, tot zijn erfgenamen institueert. De erflater is borg voor Joost, voor zekere jaarlixe losrenten van 110 gld sjaars, waarvan hij niet bevrijd is, ja zelfs de renten sedert enige jaren heeft moeten betalen. Joost zal derhalve eerst zijn broeders en zusters hiervan moeten bevrijden. De 1000 Kar gld die hij aan Joost ten huwelijk gegeven heeft, en al hetgene hij nog verder voor Joost betaald heeft, zal deze moeten inbrengen. Het leen door hem gehouden van de heer van Brederode, nl de Vrye Nesse, groot 40 morgen, bij Bodegraven, verdeelt hij in drien tussen Joost, mr Pieter en Henrick. In recompensatie hiervoor ontvangen de dochters 800 Kar gld. Mr Pieter wordt vrijgesteld van elke inbreng. De schulden die hij na Jeroen Gerijtsz zijn vaders dood geind heeft, komen ook toe aan Jan Jeroens zijn broeder en Hillegond Gerijts syns broeders dochter, Aan Katherine Jan Jeroenszdochter vermaakt hij 150 Kar gld, waarvoor een lijfrente te kopen waaraan haar vader zijn lijftocht heeft. Aan de kinderen van Hillegond voors. ook 150 gld ter cause als boven. Hillegond [niet haar man Jacob] behoudt haar lijftocht hieraan. Aan de arme Huiszittens van Edam bespreekt hij 50 Kar gld. Aldus gedaen ten huize van mij notaris publicq gestaen in de Bagynesteeg te Aemstelredam, in presentie van Jan van Glasen en Henrick Haeck, poorters van Amsterdam als getuigen (vgl 1548-08-30, 1663-10-06)
1536-03-29 (1535) |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 425v
Jaartallenindex
gesien by de luiden van de reeckeninge in den Hage het request gepresenteerd van wege Warnaert van der Does, schildknape, vertonende hoe hij suppliant liggende heeft in de ban van Voorhout ca 21 morgen lants, weylant, an die noordzijde van de Tylinger duyn ende syne lande. Heeft een out vervallen wooninge van 8 morgen zeer hoogh land dat hij ten rechten leen hout. Van cleiner waarde, die de kosten niet dekken om die gesepareert te houden van de voors. Teylingerduyn en van de wildernis ende bij consequentie geschepen zijn geheel te vergaan ende mitter wildernis gemeen te werden. Ende dat hij suppliant tselve leenland van den voors. Jacob Jeroens [!] wel sage te gecrijgen dan alst zyn waere zoude omme profyt daeroff crijgen grote costen daeraen moeten hangen van carre ende anders, t welk hij noch getroost ware indien men hem tselve leengoed ten vrijen eigen woude van Synre Maj. wegen verlenen, mits [aan] Z. Maj. in de stede van dien opdragende ten gelyken quaden leenen andere 8 morgen lants mede gelegen in Voorhout niet verre van t voors. leengoed en bij malcanderen belend oost: de banwatering, zuid: Ysbrant Willemsz land, west: sGravendam, noord: Herper Claes lant, streckende van de Schravendam tot aen Damas de Smitten veen. Heyman van de Ketel, ontfanger v.d. erspargnes, heeft bevonden dat het opgedragen goed evenveel of meer waard is dan het oude leen. Aan Warner wordt nu toegestaan het oude leen ten vryen eigen te ontvangen en met het nieuwe leen beleend te worden, belast met 9 st thins tbv de ontvanger van de wildernis (vgl 1536-07-19, 1536-07-24)
1620-04-24 (1)
R.A.H. O.R.A. 2100 fol 33v
Transportregister Egmond
baljuw, schout en schepenen van Egmond Binnen oorkonden dat Hendrik Boelissen, burger der stad Amsterdam, erkende schuldig te zijn aan de E. Nicolaes van Seevanck, schout der stad Alckmaer, 7800 Kar gld, ter cause ende over de coop van een lanthuijs, boomgaert ende speelhuijs, daerinne staende, groot omtrent 1 morgen, staende en gelegen te Egmont te Rinnegum, oost: Aecht Pieters, noord en west: de gemene wech, zuid: de gmeene wech. Noch een stuck geestlant daer benoorden gelegen, groot 2330 roeden, oost: de erfgenamen van Jan van de Camer, noord: Ariaen Jansz Schollen, west: Cornelis Ariansz, zuid: de wech. Noch een stuck geestlant genaemt "de Laenhoorn" en aldaar gelegen, groot 487 roeden, noord en oost: de gemene wech, zuid: Reijn Huygen, west: Aecht Pieters. Noch een stuck geestlant omtrent het voors. huys gelegen, genaempt Jeroens- ende Jacops tuynen, groot 1417 roeden, oost: de kinderen van Michiel van de Camer, noord: de gemene wech, west en zuid: de wildernis. Noch een stuck weytlants leggende in de Sammerspolder in onsen banne, genaemt "het Sluijck", groot 1174 roeden, oost en noord: Harman Thomasz, west: Cornelis van Egmont, zuid: Lambert Jansz. Item een stucke lants genaemt "het Snoucklant", wesende leenland, leggende in de voors. polder, groot 1250½ roeden, oost: Reijer Claesz, west: Reijn Huygen en Ewout Dirix, noord: Reijn Huijgen, zuid: Jacob Cornelisz Walenburch, eertijts secretaris. Noch een stuck lants gecomen van de cloosterije van Egmont mede in de Sammerspolder gelegen, genaemt "de Hongerweijt", groot 1140 roeden, oost en noord: de gemene wech, west: Adriaen Cornelisz Moij, zuid: de erfgenamen van Dirck Reijersz
Jacob van der Nyeustadt, baljuw en schout, Jacob Hendricsz en Jan Willemsz, schepenen
1631-09-05
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 109v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Heemstede en die in Tetrode oorkonden dat Jan Jansz Mijes, buerman tot Hogeveen, de zusters van hem Cornelia en Alidt Claesdochters, moeder en meije resp. poorteressen de ene binnen Haerlem en de andere binnen Leyden, geassisteerd met hun gekozen voogd Pieter Heijndricksz, transporteren aan Willemtgen, Adriaen en Cornelis Gael, Gerrit Jansz Lossy, enich naergelaten kindt ende erfgenaem van wylen Haesgen Gaelen, Jan Willemsz Beelt voor de ene helft, en Machtelt, Catharina, Haesgen, Adriaen ende Willem Jansz, naergelaten kinderen ende erfgenamen van wijlen Maritgen Gaelen, geprocreert bij de voors. Jan Willemsz Beelt, raad en vroedschap binnen de stad Haerlem, metten selven geassisteert, voor de andere helft. Alle kinderen en kindskinderen resp. van wijlen Adriaen Gael en zijn vrouw Claesgen Jeroens, een stuck weyland, genaempt Jacob Coningenlant, gelegen op t scheijt soo in de heerlicheyt van Heemstede als Tetrode, groot 3 morgen 3 hont, oost: Adriaen Gael en Gerrit Jansz Lossy met het Bordeweijtgen, zuid: de erfgenamen van Arent van Berckenrode, west: de erfgenamen van Reynier van der Horst, noord: mr Gijsbert Appelman. Koopsom 750 gld (vgl 1632-02-08)
Johan Jacobsz Dickman, schout, Jan Willemsz en Leendert Jansz, schepenen van Tetrode; Johan van Asch, schout, Hendrick Huijgen en Jan Gerritsz van der Weijde, schepenen in de heerlicheijt van Heemstede