10 resultaten
1559-12-15 |
R.A.H. Coll Aanw 262 fol 412v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
Pieter Jacobsz requesteert aan het Hof van Holland, zeggende dat jvr Dignum Huijgendochter aan des suppliants dochter Jacobmijne bij haar testament besproken heeft een rente van 10 £ groten sjaars of 1000 £ daarvoor. "Ende alzoe haer dochter joncste [! lees: joncvrouwe ?] Marie Beuckelaer die getrout heeft mr Cornelis Schuijte, onwillig is haer moeders legaat te voldoen en deswege aangesproken moet worden". Pieter is echter curator over joncste [!] Marie en kan dus niet namens zijn dochter optreden. Hij verzoekt het Hof om Jan Kuijff (!) Bartelmeusz als curator ad lites voor zijn dochter te benoemen. Het Hof voldoet aan dit verzoek
1489-07
folio 10v XI 1489-1492
Transportregister Haarlem
Karel Jansz, de hoedemaker, sculdich aan Pieter Thomasz, tbv Thomas Thomasz, zyns broeders vier joncste kinderen, 58 R gld als lening om 4 R gld sjaars. Borg: Claes Jacobsz
1481-07-29 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 170/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Kathrijn Heynricsdochter, die joncste suster van twee Katherinen ende ghesusteren, met Airnt Willemsz van Polsbroeck, haar gecoren voogd, geliede dat zij ter eere Gods en om zaligheid van haar ziel en die van haar ouders, gegeven heeft aan het Zijlklooster te Haarlem tot een jaarlijkse maaltijd 1½ gairde lants, legghende in den ban van Akersloot, ende heeft belent oost: coman Aecht, west: die Lijdwech, zuid: Adam Gherijtsz ende t convent van Zijl voirn, noord: Reijntgen Allairtsz
Willem van Adrichem en Willem Florijsz, leenmannen (met hun zegels)
1491-08
folio 116v CXV 1489-1492
Transportregister Haarlem
Huyge Symonsz is sculdig Pieter Thomasz tot behoef zyn broeder Thomas vier joncste kinderen 27 gouden R gld [geleend geld], rente 45 st sjaars. Onderpand: het huis en erf dat hij thans bewoont in de Grote Houtstraat, daar dit de custinge of is. Waarborg: zijn wijfs vader Henric Verhoel
1529-05-29 |
Arch Begijnhof Haarlem
Jaartallenindex
scepenen in Beverwijc certificeren etc hoe dat Aernt van Adrichem Symonsz gekont heft nae ordonnancie van de Heylige Kercke joffrou Aechte Pieter Suijsdochter ende hebben achter gelaten van hem beyden gecomen onder anderen twe kinderen van geechte ende gerechte bedde, joffrou Willem van Adrichem Aerntsdochter als outste van jaren ende Pieter van Adrichem Aerntsz als de joncste van hem beyden van jaren. Welcke joffrou Willem van Adrichem voirn. nu ter tijt tot enen geecht ende getrouden man het mr Livijn van Burch Anthonisz. Tot verificatie van dien soe hebben wij scepenen als boven desen brief doen besegelen met der stede zegel van zaken hier beneden an doen hangen in den jare 1529, 4 MEi
Thybaut Simonsz en Geryt Henricksz, schepenen
1511-12-28 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Vriesland fol 9v
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat onse lieve en welgeminde Jan van Scagen d'oude, zone van wijlen heer Willem de bastaert van Hollandt, heere van Schagen, heeft opgedragen tbv zijn joncste zoon Gerrit van Schagen, de heerlijkheid, hoge, middel en lage van eenen nieuwen lande dat onlancks bedyct is geweest, gelegen in die Zype, beginnende van St Mertinskerke buiten den Zeedyck afgaende, streckende weder aen Borchoirn aen den Zeedyck, met alle toebehoren, die hij van de grafelijkheid tot een erfleen te houden placht. Zijn vader behoudt echter zijn leven lang de inkomsten van dit leen. Vervolgens wordt Geryt ermee beleend, tot een erfleen. Te verheergewaden met een jachoirn [jachthoorn] wel behangen naer synen behoren
Jan van Treslong, Lodewyk van den Werve, Adriaen Ruychrock van de Werve, Pieter Plumion, Loys Bruueel, Jan van Steenbeke, Reinier Willemsz, leenmannen
1611-05-10 | Egmond Binnen
Not Arch Egmond Inv 786 no 29
Jaartallenindex
notaris Jacob Cornelisz Walenburch te Egmond optie Hoeve instrumenteert het testament van de eerbare Machelijn Marijnsdochter, vrouwe van Adriaen Jansz Duillaert, ziekelijk te bedde leggende. Zij legateert aan Lucas Adriaensz haar oude knecht geweest, wonende tot Alkmaar, 25 Kar gld. Aan haar man Adriaen Jansz, en haar twee joncste zonen Pieter Joosten en Daniel Joostensz, geprocreert bij Joost Willemsz de Clerck, haar overleden man, legateert zij ieder voor ⅓ part haar huis, tuin en boomgaert te Egmont op tie Hoeve waar zij nu met haar man en kinderen in woont ende verhuijert, op te Oude Vaert, belend noord: Teunisgen Thomasdochter, zuid: Frans Jacobsz. Zonder tegenspraak van haar oudste dochter. Al haar goederen vermaakt zij verder aan haar man, Pieter, Daniel en de kinderen van Tanneken Joosten geprocreert bij Joost Willemsz Clerck, haar overleden voor man
1492-10-13 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Z.H. fol 14
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat wij niet alleen uyt crachte van seeckere brieven van huwelykxe voorwaarden t anderen tijden gemaakt tussen ons en geminden heren Philips van Wassenaer, ridder, en vrouwe Ghysbrechte, joncste dochter tot Zevenbergen, ende van seeckere onse leenmannen brieven daarop gepasseert, daerin die huw. voorwaarden geincorpeert zijn, maar ook uyt kracht van seeckere acte van condemnatie van onsen Rade van Holland, en ook onse brieven van confirmatie op die voors. huw. voorwaarden, belenen met desen onsen brieve de voors. vrouwe Ghysbrechte, jonger dochter van Zevenbergen, na dode van haar vader heren Aerndt van Stryen here van Zevenbergen, met: 1) dat slot, stede, land en heerlijkheid van Zevenbergen, te houden tot een goed onversterfelijk erfleen, 2) de ambachtsheerlijkheid van Heesbeen, in onsen lande van Huesden, tot een erfleen. Haar man en voogd heer Philips van Wassenaer doet de eed (vgl 1489-01-10)
present: mr Jan van Wissenkercke, Anthonis van Cats, Floris Oom van Wyngaarden, Jan Michielsz, Dirck van Boneem
1518-10-22 | Over Vecht, Weesp
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 1v
Jaartallenindex
Johan van Duvenvoerde, Raedt ordinaris van de koning, oorkondt dat voor mij als voogd over Aernt van Duvenvoerde Ghijsbertsz van Duvenvoerde, myns broeders zoon sal. mem, mijns lieven neven ende in sijnre absentie verschenen zijn Aeff Gerrit Maertenz. dochter met haren zoon heer Jan Michielsz, priester, met Willem Hermansz als hun beider voogd, overgedragen hebben enen margen lants gelegen over die Vecht in eene stucke lands genaemt die Zanthuevell, groot wesende vier margen lants, belend zuidwaerts: Jan Claes van Muijdenzone, noord: Claesgen Claes Heynenz weduwe mit horen kinderen, alzo als men die van der hofstede van den Bosch tot Utermeer te leen houdende was. Johan beleent hiermede vervolgens Willem Gerritsz tot een goed onversterfelijk erfleen. Ende alsoe die voirs. Willem Gerritsz oflivich geworden is, heeft hij die voirs. 9 morgen lants geerft nae den leenrecht op zijn oudste dochter Aeffgen. Ende die gemeene vrienden ende maeghen bisonder Maertyn Gerritsz een rechte oom ende geboiren voocht ende momber, dit voors. leen begeert hebben te willen setten op Willemtgen, sijn joncste dochter. Johan hiertoe genegen zijnde, beleent thans Willemtgen ermede ten overstaan van bovengenoemde leenmannen. Maertijn belooft den eed te doen (1546-10-27)
Ghysbert Willemsz, Jacob Gerritsz, mannen van leen
1481-07-29 | Akersloot
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 171/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Kathrijn Heynricsdochter, die joncste suster van twe (?) Katherinen ende ghesusteren, met Airnt Willemsz van Polsbroeck, haar gecoren voogd, geliede dat zij ter eere Gods en om zaligheid van haar ziel en die van haar ouders, gegeven heeft aan het Zijlklooster te Haarlem: 1) een gaerde saetlants gheheten Arckenburch, gelegen in de ban van Akersloot, ende leyt in Aeff Claes Nyesens ende hoir kinder lant, ende bruijct nu ter tijt Dirc Claesz, wonende op Stertingen, wesende een zoen van Aeff Clas Nyesen, sjaers om 1 R gld. Belent oost: Pieter Geryt Bouwensz, west: Martyn Symonsz t'Alcmair, noord: Lucie Nankesweduwe, ghemeen leggende mit Aef voirs. ende hoir kinderen, 2) een gaerde lants een voet min, in denselven ban ende leyt neffen Dirc Hallinx delf, welc bruyct nu ter tijt Gheryt Baert, sjaars om 19st. belent oost: die Lijdwech, west: die Schouwech, zuid: Jan die cuper te Hairlem, noord: Claes Pieter Wibrantsz, 3) een stucke lants gelegen te Bokelairssluijs in den ban van Heyloe, groot 4 gaerden, mit die sloot ende dat dair buyten leyt. Welc bruijct nu ter tijt Aecht Pieter Claeszoons weduwe, sjaars om 3½ R gld. Ende hebben belent oost: die Scermer, west: die heerwech, zuid: Reymburch Claesdochter, noord: Aecht Pieter Claeszoonswedue (vgl 1481-02-13)
Willem van Adrichem en Willem Florijsz, leenmannen