3 resultaten
1495-04-15 | Heukelom
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 55v
Jaartallenindex
wy Otte van Aerkel, heer tot Hokelem, tot Ameroyen en tot Weerdenberch, oorkonden dat voor onse mannen van leen nabeschreven, gekomen is jonffrouwe Katheryn van Hokelim, weduwe Huberts van der Meer bastaard, onse nichte, en heeft in leen ontvangen "dat ruwebroeck" mitten lande dat daer toe behoert, dat gelegen is in onse heerlijkheid van Hokelem in t Hokelumse broeck, gelyck hyer overmits dode salighe Dirck van Weerdenborych, hoirs neven, den Godt benaiden, dat aengevallen en aenbestorven is. Als leen van Heukelom te houden tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 1£ goets gelts. Haar zone Otte van der Meere Hubertsz doet hulde voor haar (vgl 1514-10-21)
bezegeld door Otto van Arkel; mannen: Petre van der Meere B, Goessen Hackairt Gysbertsz, en meer goede luyden
1556-10-30 |
R.A.H. Coll Aanw 259 fol 565v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe jonffrouwe Marie van Wyngaerden den Hove van Holland bij requeste verthoont heeft, dat alsoer heur gelegen es voortaan buytenslants te gaan woonen, ende mitsdien begeert heeft aen heure zwager mr Ghysbrecht van Hoogendorp, advocaat postulant voor den voors. Hove, ten eynde hem believen zude heur saicken en goet hier in Holland gelegen, te bewaren als gecoren voogd. Twelck dese geweigerd heeft, overmits dat hij ontsiet omme te gaen met zynen zwager Cornelis van Wyngaarden der supplianten broeder, metten welcken zij in proces is over onbetaalde renten en voldoening aan de Sententie van het Hof dd 1550-10-08, en letter executoriaal d.a.v. op 3 Febr, waaraan haar broeder in gebreke gebleven is daar aan te voldoen. Zij verzoekt nu joncker Johan van Wassenhoven, doctor in de beide rechten als haar curator ad lites aan te stellen. Het Hof voldoet aan dit verzoek
1421-08-09 | Maasland
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 69/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
ic here Jan van Hodenpijl, ridder, doe cont, want ick in den ambacht van Maeslant leggende heb 3 ½ morgen lants ende nu ter tijt bruyct een knaep hiet Royaert, belend west: dat cloester van der Leede, oost: heer Gheryt van den Zyl, noord: die parochiepape van die Lier, streckende van de Heerweg zuidwaarts tot den Bordycsenwech. Soe heb ick om die meere reetscap willen an beyden siden dese voors. 3½ [morgen] lants ghepermuteert ende ghenoodt wissels tegen t gemeen convent der Sartroysen by St Geerdenberge om 3½ morgen lants die die voors. Sartroysen leggende hebben in den ambacht van Ryswijk luttel min of meer, dats te weten ¼ deel van 10 morgen lands dat zij ghemeen hebben met Andries Michielsz ende ick nu ter tyt in huer hebbe, ende belegen heeft an die westzijde: Aernt Touwe, die goudsmit, oost: jonffrouwe Lysbeth Jan Willemsz weduwe, streckende uter Vliet zuidwaerts tot in die Vaert. Noch 1 morgen lands in denselven ambacht voers. in die woeninge, daer ick nu ter tijt op woen, en belegen hebben west: die Canoniken uten Haghe, oost: ick selve, noord: streckende van de Voetacker zuidwaarts tot in die Vliet. Vrij eigen goed, alleen belast met een jaarlijkse tyns. Here Jan voors. bezegelt deze ruil. Gegeven op St Louwerysavond 1421; "die 3½ morgen voirs. bruict nu Cornelis Petersz Cloter in die Lier ende plaets van Koert Claesz om 12£ 5sc Holl sjaars vrij gelt 10 jaer lang. Anno 11 [= 1511 ?] t eerste jaar van dese huur"