1536-01-09 |

R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg regest 124

Jaartallenindex

Philippe le Muet, secretaris des keizers in de Grote Raad van Mechelen, oorkondt dat Elisabeth van Blaeijele, weduwe van heer Nicolaes Everardi, president van die Raad, volmacht geeft aan haar schoonzoon mr Pieter van Sinte Pieters, secretaris van de raad van Hollant, om aan haar zoon mr Nicolaes Nicolai, Raad des keizers in de Raad van Hollant, het goed Teylingerhorst in Wassenaer over te dragen, geinsereerd in een brief dd 1536-05-30

1551-05-16 |

Inv Arch Kapittel in den Hage regest 633/gedrukt: de Riemer I, II p 831

Jaartallenindex

deken en kapittel in den Hage bekrachtigen de stichting van een vicarie op het altaar der zeven weeën in hun kapel door wijlen mr Vincent Cornelisz [van Myerop], tresorier-generaal des keizers

1544-09-20 |

R.A. Arnhem Arch Kelnarij van Putten Inv no 216 regest 72

Jaartallenindex

stadhouder, kanselier en raden des keizers van Gelderlant, wijzen vonnis tusschen den keizerlijken rentmeester in Velouwen en de abt te Paderborn over het goed to Bitterschoten, en kennen het aan laatstgenoemde toe (vgl 1545-07-01)

1567-01-14 |

R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg regest 170, 153

Jaartallenindex

Johan Biell verkoopt aan Gerrit Gaeijman de rente vermeld in de doorgestoken brief dd 1556-12-20 (regest 153), een erfpacht van 48 Keizers gld per jaar, gaande uit de Oesterwick, groot 25 morgen, in het kerspel van Doirenborgh

1551-07-05 |

R.A.H. Coll Aanw 254 fol 168/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

Coninginne Marie geeft haar mening tekennen in het geschil tussen de baljuw van den Hage en Arnt Jansz, waert in den Pauwe, herbergier, vuyt zake dat dezelve Arnt gehandeld heeft tegen s keizers ordonnantie op het dragen van de zyde lakenen etc

Assendelft, van | 1525-09-23

Inv Arch Kapittel St Marie op het Hof te 's Gravenhage Inv 142 regest 535, 536

Achternamenindex

de Secrete Raad des keizers benoemt tot arbiters in het geschil tussen deken en kapittel in den Hage en burgemeesters en regeerders der stad Haerlem anderzijds, wegens het al of niet verschuldigd zijn van zeker exugeld door deken en kapittel voor hun verkocht goederen bij Haerlem gelegen; 1525-10-04: notaris Pieter de Gouda instrumenteert dat partijen een overeenkomst hebben aangegaan ondermeer betreffende door het kapittel te stellen cautie (vgl 1525-01-12)

heer Gheryt van Assendelft, ridder, mr Joost Sasbout en mr Vincent Cornelisz, meesters van de rekeningen, Raden in het Hof van Holland

Hofkapittel in Den Haag

1547-10-11 |

R.A. Arnhem Arch Kelnarij van Putten Suppl Inv 250d regest 75a

Jaartallenindex

kanselier en Raden des keizers in Gelderland geven aan Henrick Henricksz, scholt van der Nyckercken [Nijkerk] opdracht de erfgenamen van Claes Heyndricksz die niet verschenen zijn voor het Hof in de zaak die de abt van Paderborn tegen hen heeft, te bevelen te Arnhem te verschijnen en zich te verantwoorden

1549-03-30 |

A.R.A. Inv Arch Mackay v. Ophemert regest 73

Jaartallenindex

Kanselier en Raden des keizers in Gelre verklaren dat Theodericus Johannis, clerck te Ophemert, die meende dat zijn verwanten het recht van collatie bezaten t.a.v. de vicarie van St Barbara te Ophemert, niet ontvankelijk in zijn eis tegen Johan Schenck drost tho Midler dagelijks heer van Ophemert (Civiele Sententien Gelre)

1525-03-31 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 165v

Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat mr Jeronime van den Dorpe, Raad des keizers in zijn Hooge Raad, residerende te Mechelen, opdroeg een onversterfelijk erfleen genaamd Lievinshoeck ende Sceluwaertsmete, gelegen binnen den lande van Westvoorne, tbv Engel Dircsz, secretaris der stede van den Briel. Met het verzoek om Engel daarmede te belenen (vgl 1526-04-13)

Loys van Treslongue, Vranck Pietersz, leenmannen van de grafelijkheid

1545-07-01 |

R.A. Arnhem Arch Kelnarij van Putten Inv no 216 regest 73

Jaartallenindex

stadhouder, kanselier en raden des keizers van Gelderlant, doen uitspraak in het geschil tussen de keizer als erfvoogd van de horige goederen en lieden van het klooster Paderborn, in de Velouwen, de kelner van Putten van wege de abt van Paderborn als grondheer en de erfgenamen van Weijm Blommendaell over het goed Bitterschoten, en wijzen ieder ⅓ deel toe (vgl 1544-09-20)