Bedoelde u soms?
keeren | keeten | keken | kieken | kieten | kiezen | kijsen | kimpen | kirsel | klasen

12 resultaten

1553-02-20 |

R.A.H. Coll Aanw 256 (er staat 265) fol 100v-147v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

ordonnantie op de draperie. Ordonnantie op t kiesen ende handel van den persmeesteren binnen Haerlem, mitsgaders oick van den factoir ende gecommitteerde van denselven perse, residerende tot Antwerpen ende in Zeeland, eensdeels gemaict den 19e augustus 1552 binnen Haerlem. Aangevuld op 1553-02-17. Volgt de keur

present: Wouter van Bekesteyn, schout, Gerrit Steffensz, mr Pieter van Foreest, Joost van Hillegom, Willem Hermansz Ramp, burgemeesters; mr Quiryn Dircsz, Jan Mathijsz, Ysbrant Claesz, Jan Raedt, mr Jan van Zueijeren, Adriaen Claesz, schepenen, Pieter Jacobsz Visscher, Willem Jacobsz Lakeman, Pieter Dircsz, Jan Cornelis Broersz, waerdeyns binnen der stede

1541-03-28 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 160, 164, 164v
Jaartallenindex

Cornelis van Bergen heer tot Zevenbergen etc verkoopt aan heer Johan van Renesse, ridder, drossaard der stad, land en heerlijkheid van Breda, 70 bunder land in onsen lande van Bloemendale in het Zevenbergse land, daer de voorn. heer Johan die aen een kiesen sal in een stuk ter plaatse die noch onbewinterdyckt is. Koopsom 200 R gld voor elke bunder, makende tesamen 14000 R gld, en een jaarlijkse erfchyns van 1 st per bunder. Verkoper belooft vrijwaring en verzoekt confirmatie hierop door de keizer. Als zijn procureurs stelt hij aan Thomas Roose, onse dienaer en Joost Jacobsz. Op 1541-04-03 confirmeert de keizer deze akte en verbindt Jan mette kinderen als procureur voor Cornelis heer van Zevenbergen de heerlijkheid van Zevenbergen voor de vrijwaring van deze verkoop

schepenen in Zevenbergen: Engelbrecht Hallinck, Gerrit Cornelisz, Cornelis Mertensz, Cornelis Cornelisz

1450-02-14 |

G.A. Amsterdam Lade Oude Kerk Amsterdam
Jaartallenindex

wij Jan Egghert Hartgherszoon en zijn echte wijf Wendelmoet oorkonden dat wij ter eren Goeds en voor de zaligheid van hun ziel, op begeerte van Jan Egghert Willemsz, ons biddende als hij noch heer van Purmerende was ende wij alle beijde mit hem woenden ....... ende gheven mit desen brieven alle ons goeden die wij te Purmerende ende dairbij hebben (zie de doorgestoken brief van denzelfden datum) tot een kerkelijke officie voor een overpriester die 4 priesters mag kiezen om de getijden te zingen in de Oude of de Nieuwe Kerk te Amsterdam, die Willem Eggert wijleneer heer van Purmerende des voirn. Jan Eggherts vader, ghefundeert heeft. Indien dat mr Jan Eggert, onse zoen, priester werden wil ende den last annemen van opperpriester te wesen ende rectoer van den anderen priesteren ende clerken die hij tot hem kiesen sel, ende anders niet etc [akte sterk afgesleten]

1484-09-17 |

G.A. Haarlem Inv I no 1580 Lade S/Arch Heilige Geest Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Hairlem oorkonden dat zij op uitnoodiging gegaan zijn naar het St Claraconvent en daar met de schout der stad de vierschaar spanden, waarvoor hen verscheen Aechte Jacob Tymanszoonsdochter, mede zuster aldair, alnoch niet geprofessijt, die met haer taelman dingende wordt, zoe als zij Jacob Tymansz hoeren vader in zekere stucken die zij nu te doen zal hebben als voecht niet werven en mach hoe zij schuldich is denzelven Jacob te vyten ende eenen anderen voocht te kiesen. Ende is gewijst zoe zij geestelycke is by hare conscientie ende voirt met ha... ende mit monde elck ander behouden zijns rechts. Navolgende welken vonnesse de voors. Aechte daer terstond coes Wouter Vechtersz tot enen voecht

Wouter van Rollant, zegels van Aernt Heinricsz, Geryt Claesz van Westzaenden (een stappend paard links boven vergezeld van een zespuntige ster), Bartholomeus van der Meer (3 meerbladen, in het midden vergezeld van een ster), schepenen

1395-04-15 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 225
Haarlem Algemeen

hertog Albrecht consenteert heren Symon Woester, priester, een capelrie te maken en die te doteren ende te goeden in die parochiekerk te Haarlem op wat autair dat hi kiesen sal. Ende gheven over ende consenteren dat heer Symon voirs die capelrie selve behouden mach of enen anderen overgegeven of hi wil also lange als hi leeft, ende na synre doot de kerkmeesters van Haerlem die cappelrie te gheven voer ons ende voer onsen nacomelingen in alre maniere als hi die ghifte van der voers. capelrie bewisen sal mitten brieven van der fondatien van der capelrie voirs (vlg 1395-06-12); 1395-04-16, 1395-06-10: Garbrandus de Couster, prepositius ecclesiaram Montensis Hannonie, curatus ecclesie parochialis in Haerlem aan discreto viro Symoni Woester, curato ecclesie beginarum in Haerlem, over hetzelfde

Herlaer, van | 1604-03-26

R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 8
Achternamenindex

Frederick Conrelisz Heller ingeboden; 1604-04-11: vonnis tussen Willem Jansz Rossem als aanklager jegens Fredrick van Heller, zij moeten 2 gld inleggen; idem in de zaak met de mulder; Dierck Woutersz als volmacht van Fredrick van Heller gekost Lendert Jansz Duijtsz van wege de molder van Oers, 18 gld; 1604-11-19 ingeboden van sheren wegen Fredrick van Heller; 1604-12-03: Arien Manusz derde klacht op Fredrick van Heerlaer, inhoudende singenaat; 1604-12-15: ingeboden Fredrick Cornelisz van Herler, getuigt tussen Adriaen Manusz en Joest Heijmensz, dat hij bij de Stelte gehoord heeft dat Joest zei: "Heb dat ick hebbe. Ick bender met tevreden ons volck die begeren dat soe te hebben dat ick die sij kiesen soude"

Ammerzoden

1353-10-28 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 32 fol 70v/Reg E.L. 23 fol 44v
Jaartallenindex

hertog Willem oorkondt: dat wi hem vieren van onsen Rade die wi daertoe nemen sullen, ende 2 mannen uijt onser stede van Delf, 2 uit Leyden, 2 uit Haerlem, enen man uijt onser stede van Alcmaer, ende enen manne uijt onser stede van Aemsterdam, die wi kiesen sullen ende ons nutte dencken sullen bi Rade onser steden voirs, ende eenen onsen geswooren clerck, die wi daer bi schicken sullen, bevolen hebben en bevelen, machtich gemaeckt hebben en maken overal in onsen lande benorden der Mase te varen, te bliven ende te keren, wanneer ende wanneer, hoe lange ende hoe dicwile hem luden oirbaerlyck dencken sal te ondersoecken, te vernemen ende te versien alle saken die in onsen lande geschien of geschiet sijn, ende onser lude ende lands gebreck ende oirbaer te vernemen ende te wetene, ende alle saken te berechten ende te bescheyde te bringen na hoeren besten ende goetdencken en wat si hier toe doen sullen, dat sullen wi vast ende ghestade houden. Komen er zaken voor die hun "te groot zijn" om die te berechten buten ons (verbanning, oorlog), die zullen wij zelf met ons Raets Rade berechten. Ende dit sal geduren na de jegenwoordige brief twee jaar lang en daarna tot onsen wederseggen als wi selve in Noirt Holland sijn

Albout | 1424-03-01

Rechtspraak Graaf van Holland III p 296
Achternamenindex

uitspraak in het geschil tussen Claes Zeelander en Doeve van Rietwyk betreffende Hugo Albouts goederen, dat eerst voor het gerecht van Haarlem gediend had; Doeve moet "overgeven alle brieven die hij sprekende ende gewonnen hadde op Hugo Albouts goeden. Ende die brieven die Claes Zelander van mijn genadige heer heeft sprekend op Gheryt en Hughe Albout in hoeren macht te bliven. Ende des sal Doeve van Rietwyk hebben en delven wyl den venen die Claes Zelander toe behoren en toe plagten te behoeren Gerrit Albout en Hugo Albout, gelegen bij t Manpad 20 dachvelts turf, daer Doeve die kiesen zal. Ende Bertout van Assendelft (de arbiter) scide hemselven toe 4 dachvelts turfs, daers se Doeve voors. gecozen hadde". En hiermee zijn Claes en Doeve verzoend en weer goede vrienden

1424-03-01 |

Van Riemsdijk: Rechtspraak Graaf van Holland no 535/Memoriale XIV fol 17
Haarlem Algemeen

Bertouts seggen van Assendelft tussen Claes Zeelander en Doeve van Rietwyk. Up den 1e dach van Maart zoe bleven Claes Zelander en Doeve van Rietwyk an Bertout van Assendelft, an den tresorier ende an minen genadigen heren Raede, van sulke rechtsprekinge als si malcanderen deden in den stede van Haerlem, roerende van Hugo Albouts goeden, op een boete van 100 nobelen. De uitspraak luidt dat Doeve overgeven soude al sulke brieven als hij sprekende ende gewonnen hadde op Hugo Albouts voirs. goede, ende die brieve die Clais Zelander van myn genad. here heeft sprekende op Gheryt en Hugen Albouts goeden in hoeren macht te bliven. Ende dez. sal Doeve hebben ende delven uut den venen die Claes Zelander toebehoeren ende toe plagen te behoeren Gherijt Albout off Hugen Albout, gelegen bij t Manpat, XX dachvelts turf, dair Doeve voirs. die kiesen sall; ende Bertout van Assendelf voirs. seyde hem selven toe 4 dachvelt turfs, daer se Doeve voirs. gecoeren hadde. Ende hiermede souden Clais Zelander ende Doeve voors. verscheiden zijn en goede vrienden wesen

1323-01-07 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 39/L.R. 11 fol 12
Jaartallenindex

Jan van Henegouwen oorkondt dat wi vercoft hebben een stucke lants dat gehieten is Catwoude ende gheleghen is tussen Monikedam ende den Zevenvanc also groet en cleyn alst daer leyt, tot enen vryen eyghendom ende gheven den eygendom daarof Alline ver Lisenz c.s, Willem den Gribber c.s, Pelegrim Gherbrantsz c.s, ende Heyne Rukebier c.s, end loven t hem te waeren etc: 1) het land zal zijn vrij van thiende, thyns, schot en vroenscoude, 2) zij ontvangen ook de visserij en vogelrij, die daerbinnen mochten worden, 3) voert soe gheven wij hem off, ende op te vaeren met horen scepen sonder veerscat, die dit voirs. lant toebehoort ende horen boden, 4) voert soo geven wij hem dien dyck van Coutwoude te blijven aen den dyck van Zevenvanc in allen manieren als hij nu es, 5) ende waer dat zake dat dair boven 25 mannen opvoren mitter wone, die sullen herevaert vaeren met horen mannen, ende bij horen goede ghelycke dien van Waterlandt, ende andere niet, 6) voert soe sullen wy hem setten eenen baljuw ende enen schoute die goede luden sien, te berechten van allen zaken die dair of vallen mochte nae den rechte van Waterlandt. Bekreunen zij zich over de baljuw of schout, dan zal de graaf een andere zetten, 7) voert soe gheven wij hem bij hem selven heemraders ende schepen te kiesen hoir land mede te dijcken ende te berechten, sonder arghelist. Ende die schout en sall geen schouwe leggen buten den hyemraden