24 resultaten
Kievit | 1413-12-01
Ons Voorgeslacht 03-1985 p 70
Achternamenindex
leen van Arkel: Bleskensgraaf 14 morgen genaamd Stekelhil, Gerrit Dircsz voor Dirc Everdeysdochter, zoals haar vader die hield van Jan van Arkel, belend oost: Arnoud Kievit, west: kinderen Heyn Everdeysz; dit leen wordt vervolgens gesplitst in 2 delen, 5½ en 8½ morgen groot, die via Dirc Everdeysdochter, vrouw van Willem Dircsz [Blaskyn] in andere handen komen (1439-09-07 en 1440-04-18)
Kievit | 1555
De Raadt II p 209
Achternamenindex
schepen van Rotterdam: Jean Kievit, fils de Pieva; 1610: Daniel Kievit, fils de Jean
1499-03-19 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 73
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Jan Kievit Jansz hem opdroeg tbv Pieter Huygenz ½ van die hofstede van Woude, met 2 weer lants, bedykt en onbedykt, groot wesende 20 morgen lants, daerof die 10 morgen bedykt zijn, gelegen tussen den Riederwertende Slickers Weer. En dat hij Pieter Huygenz hiermede vervolgens beleend heeft tot een recht erfleen
present: Gerrit van Hoogtwoude, Tielman van Dullekum, Dirck van Boneem, Crispyn Jansz
1494-06-04 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Z.H. fol 26
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat jvr Baerte Tacx met Hughe Ghijsbrechtsz als haar gecoren voogd in deze zake tbv Jan Kievit Jansz [er staat: Kiemt] die helft van der hofstede van Woude met 2 weer land, bedykt en onbedykt, groot wesende tesamen 20 morgen land, daeraff die 10 morgen bedyckt zijn, gelegen tussen Slyckerveer en Riederwaert, en dat hij Jan hiermede vervolgens beleend heeft tot een recht erfleen
present: Philips Saeij, Pieter van der Goes, Jacob Clamp, Dirck van Boneem
1565-01-29 |
V.R.O.A. 1920 dl I p 229 regest 56, p 230 regest 57/Reg Klooster Emaus in het land van Steyn Inv 19
Jaartallenindex
Gerrit Hendriksz, ambachtsheer van Sluipwijk, Ravensberg enz, transporteert aan Claes Dirksz Kiewijt 1 morgen land gelegen in een perceel dat 12 morgen groot is, belend door de Landfesteynsche en de Hobbendykse kade en den Gravendijk. Transfix bij 1565-03-24: schout en buurlieden in den ban en het land van Sluypick, Nuwenbroeck en Gravencoep oorkonden dat Claes Dirksz Kievit overgeeft aan prior en convent van de Regulieren van Steyn binnen der Goude, 1 morgen land in een perceel van 12 morgen, belend door de Landfestynsche en Hobbendykse kade en de Gravendyk
1565-03-24: Gerrit Dircsz, schout, Cornelis Claesz en Ariaen Pietersz, buurlieden
1519-08-18 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 14v
Jaartallenindex
Karel beleent jvr Anna van Herf na dode van haar oude vader heer Jan van Renisse van Renouwe met dat ambacht ende heerlijkheid binnen de stad van Utrecht onder die Laickensnijders mit thynse ende andere toebehoren. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Anthuenis Kievit doet de eed voor haar, welverstaende dat haer gerechte voogd ons t allen tijden als hij des van onsen t wegen vermaent sal worden, ons selver gehouden sal worden hulde, eed en manschap te doen. Opschrift: jvr Anna van Herf, huisvrouwe Willems van Rossum (vgl 1519-08-08)
Gysbrecht van Lovesteijn, Jacob Coppier, Cornelis Bertouts, mr Cornelis Anthunisz, Herman van Schoenwinckel, leenmannen
1519-08-08 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 15v
Jaartallenindex
Anna van Herf oorkondt: dat ick voor eenen gecoren voocht gecoren heb Willem van Rossum, mijnen geechten huisheer, in tegenwoordicheit en bywezen van twee goeder leenmannen, alle alsulcke leenen van mynentwege te ontfangen als daar liggende sijn binnen der stad van Utrecht onder die laickensnijders mit thijns ende toebehoren, in alre manieren als hier Johan van Renesse ende van Renouwen en sijn wittachtige huisvrouw sal. ged. myn aldevader ende aldemoeder mij opgedragen hadden nae vermogen, segel ende brief die ick daervan hebbe. Vervolgens geeft Willem van Rossum als gecoren voogd van zijn huisvrouw Anna volmacht aan den eerbaeren ende vromen Anthuenis Kievit, om dit leen voor hem te verheffen (vgl 1519-08-18)
Jan van Rossum heer van Broichuysen ende tot Nyvelt, ende Joost van Haeften, burgemeester der stede van Bommel, leenmannen
Herlaer, van | 1683-10-27
G.A. 's Hertogenbosch Not Arch no 2778
Achternamenindex
compareerde voor mij Simon van Stockum, openbaar notaris, Odilia, meerderjarige dochter van Cornelis Dedel en Anna van Dinther, voor zichzelf en uit naam van haar twee broers en zuster Petrus, Godefridus en Catharyna, en Cornelia, dochter van Petrus Caers--- ? en wijlen Cornelia, zuster van de comparante, tezamen voor de helft, Maria meerderjarige dochter van Hendrica van Herlaer, voor zichzelf en als medeerfgenaam van Theodora van Herlaer, haar overleden zuster, volgens het testament door Maria en Theodora gemaakt voor notaris Jacobus de Bije, gepasseerd 1679-03-08, binnen deze stede, voor ¼ deel, Maria van Herlaer en Johan Brandijn, advocaat alhier, als voogd over de zes onmondige kinderen van Adriaen, zoon van Leonardus van Herlaer (met name Godefridus, Henricus, Johanna, Mechtelda, Petronella, Robbertina) en de voors. Maria van Herlaer zich nog sterk makende voor Adriaen meerderjarige zoon van Leonaert, voor het resterende ¼ deel, als de erfgenamen van Hendrica van Empel in haar leven weduwe van Godefroij van Herlaer, licentiaet in de rechten, geven volmoacht aan Arnoldus van Boxstel te Brussel, om namens hen van de regenten van de Berch van Bermherticheydt te Brussel te ontvangen de somme van 2000 gld
Odilia Dedel, Maria van Herlaer, Johan Brandyn, Huybert Kievit, Peter van Esch
s Hertogenbosch
1519-08-20 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 16v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij na opdracht door heer Willem van Boschuysen, ridder, diens zoon Jacob van Buschuysen beleend heeft met: 1) 1 hont lants gelegen binnen onser stede van Woerden betimmerd en onbetimmerd, tot een onversterfelijk erfleen, 2) 5 morgen lants geheten "Florisbosch", liggende tot Waddincsvene, te houden tot een recht leen (vgl 1515-10-20)
Jacob Coppier, Cornelis Barthouts, Anthunis Kievit Jansz, leenmannen
1527-09-17 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 7
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn lieve en getrouwe Raad Frederik van Renesse here van Malle, stadhouder van onse leenen, mr Cornelis Sael opdroeg tbv Reyer Gerritsz 2 ½ morgen lands gelegen in de ban van Wognem, buiten de somerdyk liggende gemeen met Dirrick Coppers mitte wederhelft in twee stukken lands, daer die 4 morgen of belent sijn, zuid: die Waterhem, oost: t schouten land, noord: Segerslant, west: de Middelcamp, noord [!]: die Schaepsven, suyden [!]: de Noordenven. En dat hij Reyer Gerritsz hiermede heeft beleend tot een erfleen
mr Frans Boot, Cornelis Barthoud, Frederick van Wulven, Anthuenis Kievit