10 resultaten
Eschensteyn, van | 1506
Cartul Marienweerd no 372 Aantekening fol 1v
Achternamenindex
item Ott van Gellichum is man …. [niet ingevuld]. Met latere hand: Vacat. Dit ys gevriet doir Sweer van Esschesteyn, momber der kijnder, anno sexto
1352-01-20 | Gouda
Regesten Wees- en Aalmoezeniers Weeshuis Gouda 1960 no 16
Jaartallenindex
schepenen in der Goude oorkonden dat Hildegont Dirx weduwe van Utrecht erkende schuldig te zijn aan Jagherkijn en Stijnekijn Jaghers kijnder een rente van 10sc Holl per jaar op haar huis aan de oostzijde van de Haven, noord: Jan de Stove, zuid: Margriete Keijsers
Traveijse Symonsz, Ermbout Matthijsz en Gherret Melisz, schepenen binnen ter Goude, met hun zegels
1470~ |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 685
Jaartallenindex
schepenen in Diemen oorkonden dat Jacob Jansz van Diemen met zijn vrouw Wybrich Claesdochter verkopen aan Heinrick Ghysbertsz ½ morgen lands, legghende in die zaet daer Symon Lambertsz nu ter tijt op woent, daer naest bij ghelant is zuid: Dirck Peterz kijnder, noord: Brantzaet. Welken hij genomen heeft, zooals die zijn vrouw is aanbestorven van haar vader
Jan Brunincz en Lambert Baerntsz, schepenen
Kinderen, der | 1535
De Raadt III p 223
Achternamenindex
Gerard Ridder déclare avoir acheté, de Delia ther Kijnder, veuve de son père, Willem Ridder, sa belle-mère, une rente sur un bien à Oosterholt (en Overbetuwe), bien dont la moitié appartient à sa soeur, Gertrude Ridder, et à Roger van Rossem, son mari
Ridder, de | 1535
De Raadt III p 223
Achternamenindex
Gerard Ridder déclare avoir acheté de Delia ther Kijnder, veuve de son père, Willem Ridder, sa belle-mère, une rente sur un bien à Oosterholt en Overbetuwe, bien dont la moitié appartient à sa soeur Gertrude Ridder et à Roger van Rossem, son mari
1474-10-02 |
R.A. Arnhem Inv Arch Brantsen regest 13
Jaartallenindex
Theodericus Gruenwalt, richter in Nymegen en schepenen oorkonden dat Johannes van den Schilde, Albertus ter Kijnder en Johannes de Ghent, provisoren van de broederschap S. Crucis Novimagensis, een erfrente van 2 £ 10 solidi, gaande uit een huis, vroeger van Petrus Vige en nadien van Gijsbertus heer in Batenborch en Anholt, gelegen t.o. het kerkhof van de kapel van St Anthonis te Nijmegen, overdagen aan Johannes van der Horst (vgl 1459-12-13)
Theodericus Gruenwalt, richter in Nymegen, Johannes Rait en Arnoldus Mijllinck, schepenen
Ghent, van | 1442-06-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 140
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric van Ghent droeg op "in de oude weer een stuc lants van 1 ½ vierendeel op Seldert met al zijn meenten ende metten lodijc", belend oost: Hugo Sem en Albert Scoemakers kijnder, west: Elijs van Wede en Jan Vlug; vervolgens wordt Goedert Jacobsz van Lielaer ermee beleend
mannen: Evert Jacobsz van Lienlaer, Henric Jansz
1476< |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex
vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden": 51) Dirc van Zoemeren, 4 roeden dycx ende 4 voet; 52) heer Jacop, priester tot Ysendoren, 3 roeden; 53) die heren van Mariendael, 2 roeden; 54) Gerefaes Gelisz, 1 roede; 55) Deeuken Foijert, 1 roede; 56) die heren van Mariendael, 1 roede; 57) die heerlicheijt van Lyenden, 19 roeden; 58) Gherit Doijs, Jan van Meeren Stevensz, Geerfaes van Ham ende Geerfaes Maesz, 3 roeden onder hem allen; 59) Geerfaes van Groetvelt, 1 roede; 60) Haes van der Meijen, 2 roeden dycx; 61) Hubrecht van Triest, 1 roede; 62) Elijs kinder van Beijnhem, daer naest; 63) die abt daer naest; 64) Elijs kinderen van Beijnhem daer naest, dus voor en na de abt hebben zij 27 roeden dycx; 65) Huesen Hermansz daernaest, 14 roeden; 66) Hubrecht van Triest, 2 roeden; 67) die heerlicheijt van Lyenden, 15 roeden; 68) Dirc Foijert, 8 roeden; 69) Eerst van Ewick, 4 roeden; 70) die heerlicheyt van Lijenden, 41 roeden; 71) Elijs kijnder van Beijnhem, 12 roeden; 72) Deeuken Foyert, 1 roede; 73) Dirc Foijert, 2 roeden; 74) Henric Foijert, 1 roede; 75) die heren van Mariendael, 3 roeden; 76) Henric van Loenen, 1 roede; 77) Hubrecht van Triest, 1 roede; 78) die kerc van Lienden, 1 roede; 79) Jan van Meerten en Dirc van Elten, 1 roede; 80) Geerfaes Jelisz, 1 roede; 81) Jan Claesz kijnder, 1 roede; 82) Jan Bor, 1 roede; 83) Geerfaes Zuermontsz, 1 roede; 84) Maes Roelessz, 3 roeden; 85) Deeuken Foijert, 4 roeden; 86) die pastoer van Lijenden, 9 roeden; 87) Hubrecht van Triest, 1 roede; 88) Wouter uten Asschengaat, 1 roede; 89) Andries Schuerman, 1 roede; 90) Lijsbeth Spaens, 4 voet dijcx; 91) Alijt Jan Claeszdochter, 4 voet; 92) Jan Noest van Renen en Jan Noest Gerijtsz, 1 roede; 93) Rutger Dirksz en Arnt van Zoemeren, 1 roede; 94) Geerfaes Maesz, 1 roede; 95) Herman Henricsz, 1 roede opt Oert; 96) Henric Foijert, 1 roede op die Buijcrot; 97) Dirc van Elten, 2 roeden, die een op sijn hofstat, die ander op sijn buijcrot; 98) Dirck van den Brenck, 1 roede; 99) Gheryt van Groetvelt, 1 roede; 100) Jan Foijerts kijnder, 1 roede; 101) Bernts erfgenamen van Broechagen, 4 roeden, 102) Elijs kinder van Beynhem, 8 roeden; 103) die heerlicheyt van Lyenden en de abt van St Pouwel, 28 roeden
1385-11-07 |
Arch Zijlklooster Haarlem Cartul fol 59
Haarlem Algemeen
schepenen in Hairlem oorkonden dat Margriet Willam Hobbenzoonsdochter, zuster van der derder oirde St Franciscus, woenachtich bi den Zijl, mit haar momber Ghijsbrecht Jansz opgaf tot een vrijen eygen hare meesterse ende haren zusteren aldair, tot eens outairs behoeff in hare capelle bi den Zijl enen priester mede te lonen, in allen manieren als dat instrument inhout dat heer Vrederic Bosse gemaect heeft, ¼ deel van een sticke lants, geheten heren Wouters lant, dat gelegen is in den Wairt mit Mabelijen Jan Simonsz weduwe ende mit Huge Bake voirs. onderdeel ende in gemengeder voirre, dat belent hebben mit erve, noord: Willam van Scoten ende Foycyaen Bannenz, zuid: Claer [Claes ?] Nellenz ende Heinric Florenszoens kijnder, streckende van der Sparne an Jan Wouterszoens lant
Huge Bake en Huge van Riedwijc, schepenen
1476< |
Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex
dit is alsulcke dijck als van den gericht van Lienden gelegen is end in eenen ijgheliken synen dyck van beneden opwaert tot des papenstege toe: 1) Trude Slewen neffens hoer anschot omtrent 10 ½; 2) die heerlicheit van Lienden, 15 roeden; 3) Dirck van Elten, 8 roeden; 4) Willam Wijnaltsz, 7 roeden; 5) die abt van St Poulus, 28 roeden 4 voet; 6) die buer van Lienden, 4 roeden; 7) Jans ende Dircks erfghenamen van Groetvelt, 3 roeden; 8) Henrick Foijert, 1 roede; 9) die heren van Merrijendael, 4 roeden; 10) Pieter Wijnaltsz, 4 roeden; 11) 13 roeden verloren dijks die zijn ½ gegeven den abt van St Pauwels, andere helft gegeven Peter Wynaltsz; 12) die abt noch 8 roeden dycx; 13) daer naest Peter Wijnaltsz tot Hermans dijck van Oemeren; 14) Herman van Oemeren sijn aenschot; 15) die heericheit van Lijenden daer na hoer anschot; 16) Jan Foijerts erfgenamen daer naest; 17) Bely Zuermonts ende haer kijnder, daer naest haer anschot; 18) die kerc van Lijenden, idem; 19) die beghinen tot Rhinen, idem; 20) Jan Foijerts erfgenamen, idem; 21) die heerlicheijt van Lijenden, idem; 22) die pastoer van Lyenden, idem; 23) der capellen van Verhusen, idem; 24) die abt van St Pouwel, idem 35 roeden; 25) daerna Ot van Meerten; 26) daerna des H. Cruijsaltaer tot Lijenden 1 roede; 27) die pastoer van Lyenden daer naest 2 roeden gegeven; 28) Deenken Foijert Arnt Walravensz en Dirck van den Brenck 2 roeden dycs; 29) heer Goijert Jager van der capellen weghen, 3 roeden gegeven; 30) heer Goijert Jagher van der capellen weghen sijn anschot teghen die weem tot Verhusen; 31) daarna Jan Vonck Gerijtsz ende Haes van der Meije, 1 roede; 32) die kerck tot Lyenden, 1 roede; 33) onse vrouwe tot Verhousen vijff roeden dycx; 34) Ludolfs erfghenamen van Hoeve en Gherijt die Kemp, 6 roeden; 35) die abt van St Pouwel, 4 roeden; 36) Dirck Foijert, 1 roede; 37) Roelof van Mouderick, 1 roede; 38) Jan Foijerts erfgenamen, 1 roede; 39) die kerck van Lyende, 1 roede; 40) daernaest Henrick Foijert sijn anschot; 41) daernae die heerlicheijt van Lyenden, 4 roeden dycx; 42) Deeuken Foijert, Dirc Foyert en Geerfaes Zuermontsz, 4 roeden; 43) Goessen Maessz, 9 roeden; 44) Gosen die Leeu, 9 roeden; 45) daernaest die abt sijnen dijck, 37 roeden; 46) daernaest die heerlicheijt van Lyenden, 6 roeden; 47) Deeuken Foyert, Dirc Foijert en Dirc van Derthusen, 5 roeden; 48) heer Hubrecht van Mouderick op den Coekamp, 12 roeden; 49) Deuuken Foijert, Claes Jan Claesz en Margariet Jan Claeszdochter, 8 roeden; 50) Gosen die Leeu, 3 roeden